Verzonden: donderdag 31 oktober 2013 13:47
Aan: Wijnhoud, Ber
Onderwerp: FW: vermoeden van staatssteun (aanvullende informatie van de heer F. van Lynden)
Van: Frans van Lynden [mailto:[email protected]]
Verzonden: donderdag 31 oktober 2013 12:37
Aan: Claessen, Annemarie
CC: [email protected]; [email protected]
Onderwerp: FW: vermoeden van staatssteun
Geachte mevrouw
Claaasen,
Ik zend u nog even door de mail
die ik van de landelijke jurist van de DLG al enige tijd geleden ontving naar
aanleiding van enkele door mij gestelde vragen inzake SBL. Zijn antwoord is
inderdaad juridisch en dat is logisch. Ondanks mijn verzoek zich ook uit te
spreken over of er sprake zou zijn van staatssteun bij de transactie waarbij
niet DLG aan de gemeente , maar de gemeente aan SBL levert weigerde hij zich uit
te spreken. Mijn conclusie was dat hij geen ongewenst antwoord wilde geven omdat
overduidelijk is dat SBL als onderneming zal worden aangemerkt en ook
economische activiteiten wenst en zal gaan ontplooien (lees de eigen site maar
die dat duidelijk aangeeft) en jij dus niet anders zou kunnen dan aangeven
dat er bij terbeschikkingstelling door de gemeente om niet of tegen lager dan de
gebruikelijke marktconforme voorwaarden sprake zou zijn van ongeoorloofde
staatssteun.
Het leek me handig u deze
mailwisseling niet te onthouden en ook deze kunt u wat mij betreft vrijelijk
verspreiden. Zelf zend ik alvast een cc aan Peter de Waard (want van mijn eigen
partij betrokken bij dit dossier) en Tom van Doormaal omdat hij (tot
dusverre als enige) n.a.v. mijn brief reageerde.
Hartelijke
groet,
Frans van
Lynden.
Van: Heinen, mr.ing. J.
(Johan) [mailto:[email protected]]
Verzonden: donderdag 25 april 2013
16:37
Aan: Frans van Lynden
Onderwerp: RE: vermoeden van
staatssteun
Geachte
heer Van Lynden,
In
mijn mail van vrijdag 19 april 2013 en in het daarop volgende telefonische
contact heb ik u uitgelegd dat bij een transactie tussen overheden sprake
kan zijn van
staatssteun, indien en voor zover sprake is van (1) een niet-marktconform
voordeel dat (2) ten gunste komt van de economische activiteiten van
de overheid. Op basis van uw informatie stel ik vast dat de gemeente de
betreffende onroerende zaak niet gaat gebruiken voor eigen economische
activiteiten. Daarmee staat vast dat met de levering van BBL aan de gemeente
geen sprake is van staatssteun. Dat neemt niet weg dat BBL als extra zekerheid
de eerder genoemde clausule opneemt in de akte, zoals te doen gebruikelijk.
Ik
vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Met
vriendelijke groet,
Johan
Heinen
Van: Frans van Lynden
[mailto:[email protected]]
Verzonden: dinsdag 23 april 2013 22:41
Aan: Heinen, mr.ing.
J. (Johan)
CC: Oene Gorter
Onderwerp: RE: vermoeden van
staatssteun
Geachte heer
Heinen,
Dank voor het toesturen van de
link; een erg interessante site die ik nog niet kende! Naar aanleiding van ons
telefonisch onderhoud van vanochtend, stel ik er prijs op enkele nadere
vragen die bij mij opkwamen naar aanleiding van ons gesprek per mail aan u v oor
te leggen, zodat er later geen misverstanden over kunnen ontstaan.
Uit de geschetste casus blijkt
het voornemen de Park 10 te gaan gebruiken ten behoeve van ondermeer
(ondersteunende) horeca en buitenschoolse opvang. Ik meen van u begrepen te
hebben dat u met mij van oordeel bent dat dit niet anders kan worden opgevat dan
gebruik ten behoeve van een economisch doel. Het beoogde gebruik blijkt
overigens niet alleen uit de ingediende (en gehonoreerde) Leader
subsidieaanvraag, maar ook uit de vaststelling van het specifiek op het beoogde
gebruik afgestemde bestemmingsplan voor deze locatie.
Ik begrijp uit uw mail en ons
telefonisch onderhoud van vanochtend dat BBL in de leveringsakte een (extra?)
bepaling op zal nemen die erin voorziet dat het aan de gemeente Overbetuwe
verleende (staatssteun)voordeel niet ten gunste mag komen van economische
activiteiten. Is het overigens van meet af aan de bedoeling geweest een
dergelijke bepaling in de leveringsakte op te nemen of is die behoefte pas
recent opgekomen ?
Bent u overigens met mij eens
dat levering onder de gelijktijdige afspraak dat de koopsom pas voldaan behoeft
te worden zodra het verkochte (ooit) in de toekomst wordt doorverkocht de facto
lijkt op een constructie die er uitsluitend op lijkt te zijn gericht levering om
niet te omzeilen ? En als u dat niet met mij eens bent, kunt u dan motiveren om
welke reden voor deze constructie werd gekozen ?
Bent u met mij van oordeel dat
het beoogde gebruik ten behoeve van ondermeer ondersteunende horeca en
buitenschoolse opvang onmiskenbaar en niet anders is op te vatten dan een
economisch (en commercieel) gebruik ?
U spreekt zich in onderstaande
mail niet uit over het voornemen van de gemeente Overbetuwe het verkochte in
gebruik te geven aan en particuliere ondernemer (i.c. Stichting Boerderij
Lingezegen). Ik meen van u begrepen te hebben dat dat aspect niet zozeer
belang is voor de vraag of er sprake is van staatssteun of niet, maar meer van
belang is voor de beoordeling wie verantwoordelijkheid draagt voor de
staatssteun. Is dat juist ?
Heb ik tenslotte goed begrepen
dat BBL/DLG zoals door u gesteld geen risico loopt, omdat zij de casus sec
vanuit haar eigen positie heeft beoordeeld en omdat BBL/DLG simpelweg
alsnog betaling van de getaxeerde waarde ten bedrage van € 350.000,- van
de gemeente Overbetuwe zal (kunnen) verlangen als of zodra is gebleken dat de
gemeente het verkochte (conform haar bedoeling) voor economische doelen
zal gebruiken c.q. zal laten gebruiken door een derde ? Kunt u mij bevestigen of
BBL/DLG ook voornemens is de (vermeenden) staatssteun in dat geval daadwerkelijk
(bij de gemeente Overbetuwe) te zullen gaan terugvorderen
?
Toen ik u vroeg of de BBL/DLG
zich niet medeplichtig maakt aan overtreding van staatssteunregels als zij met
haar (ruimere) kennis op het terrein van staatssteun deze “hete aardappel”
doorschuift naar een lagere (onwetende?) overheid, gaf u in reactie daarop aan
dat het niet aan BBL / DLG was om over het beoogde gebruik te oordelen nu het
gebruik – na levering - een bevoegdheid is van de gemeente Overbetuwe en
de gemeente als zelfstandig bestuursorgaan onder democratische controle staat en
zelfstandig verantwoordelijkheid draagt voor eventuele staatssteun. Hoewel
ik vermoed dat u daarin formeel gelijk geeft, betreur ik uw standpunt. Temeer
daar voor BBL / DLG reeds thans, dus ruim vòòr de beoogde levering aan de
gemeente glashelder is dat het verkochte (mede) voor economische doelen zal
worden gebruikt. Naar mijn oordeel lijkt het erop dat DLG / BBL zich met
dit standpunt simpelweg achter een lagere overheid verschuilt, die naar wij
allen mogen aannemen minder kennis heeft opgedaan over staatssteunkwesties dan
uw organisatie in de afgelopen jaren. Overigens voorspel ik u dat zulks – mede
naar aanleiding van kwesties zoals deze – hard zal gaan veranderen.
Reeds thans dank ik u hartelijk
voor uw hulp mijn kennis op het terrein van den staatssteun bij te
spijkeren.
Volledigheidshalve merk ik op
een kopie van dit e-mailbericht ter informatie en kennisneming te zenden aan de
VGG.
Hoogachtend,
Frans van
Lynden
Van: Heinen, mr.ing. J.
(Johan) [mailto:[email protected]]
Verzonden: dinsdag 23 april 2013 12:46
Aan: Frans van
Lynden
Onderwerp: RE: vermoeden van
staatssteun
Hierbij,
zoals afgesproken, de link naar Europa Decentraal: http://www.europadecentraal.nl/
Met
vriendelijke groet,
Johan
Heinen
Van: Heinen, mr.ing. J.
(Johan)
Verzonden: dinsdag 23 april 2013 9:25
Aan: 'Frans
van Lynden'
Onderwerp: RE: vermoeden van staatssteun
Geachte
heer Van Lynden,
Graag
beantwoord ik uw vraag of bij de onderstaand door u beschreven transactie
van BBL sprake is van staatssteun. Daarbij beschrijf ik eerst de positie
van BBL.
BBL is
belast met het in opdracht van verschillende overheden verkrijgen, beheren en
weer vervreemden van onroerende zaken ten behoeve van de realisatie van
beleidsdoelstellingen. Onroerende zaken worden in opdracht van - en met budget
van - de opdrachtgevende overheid aangekocht. De desbetreffende overheid
heeft vervolgens ook de zeggenschap over de aanwending van de onroerende
zaken. Deze zeggenschap impliceert dat BBL een voorgenomen aanwending niet
beleidsmatig toetst (en hier ook niet toe bevoegd is!). BBL toetst
alleen of een verkrijging of vervreemding in overeenstemming is met
het recht, waaronder de staatssteunkaders.
In dit
geval berust de zeggenschap over de aanwending van de gebouwen bij de
provincie Gelderland. Voor eventuele opmerkingen met betrekking tot de
aanwending van de gebouwen dient u zich dan ook te wenden tot de
provincie. Voor BBL is relevant of met de verkoop van de gebouwen aan de
gemeente Overbetuwe sprake is van staatssteun. Daarbij is het volgende van
belang. Zoals ik u reeds telefonisch heb gemeld is het niet ondenkbaar dat ook
bij transacties tussen overheden sprake is van staatssteun. Dit heeft te maken
dat het feit dat overheidsinstellingen die de markt betreden en in concurrentie
treden met ondernemingen economische activiteiten verrichten en voor die
activiteiten als onderneming worden aangemerkt. Indien en voor zover een
niet-marktconform voordeel ten gunste komt van de economische activiteiten
van de betreffende overheid is er sprake van staatssteun. Bij een
niet-marktconforme levering aan een overheid kan het risico van staatssteun
worden vermeden door in de akte expliciet te bepalen dat het voordeel
niet ten gunste komt van de economische activiteiten. Het is gebruikelijk
dat BBL bij niet-marktconforme levering aan overheden bedoelde clausule in
de akte opneemt. Onder deze omstandigheden is geen sprake van
staatssteun.
Ik
vertrouw erop uw vraag hiermee te hebben beantwoord.
Met
vriendelijke groet,
Johan
Heinen
mr.
ing. J. Heinen
Senior adviseur juridische zaken
_____________________________
Dienst
Landelijk Gebied
Ministerie
van Economische Zaken
St. Jacobsstraat 200 | 3511 BT Utrecht
Postbus 20021 | 3502 LA Utrecht |
www.dienstlandelijkgebied.nl
Mobiel: 06
52 40 17 82 Telefax:
030 275 69 99
Van: Frans van Lynden
[mailto:[email protected]]
Verzonden: vrijdag 19 april 2013 14:21
Aan: Heinen, mr.ing.
J. (Johan)
CC: Heij, drs. P.R. (Peter); Rooijen, Frank van; Oene
Gorter
Onderwerp: vermoeden van staatssteun
Geachte heer Heinen,
In opvolging van ons telefonisch onderhoud van zojuist
bericht ik u hierbij dat ik het vermoeden heb dat BBL zich bij een voorgenomen
transactie met betrekking tot de Park 10 in Elst schuldig lijkt te maken aan
staatssteun.
Voor zover ik nu heb begrepen bestaat het voornemen een deel
van het voormalige erf bestaande uit enkele gebouwen en ondergrond te leveren
aan de gemeente Overbetuwe. Het geheel zou zijn “verkocht” met de afspraak dat
de koopsom niet betaald hoeft te worden maar (pas) bij een eventuele
toekomstige verkoop zal terugvloeien. De boekwaarde bedraagt naar verluid
285.000 euro en de taxatiewaarde zou 350.000 bedragen. Feitelijk zou het daarmee
neerkomen op een renteloze lening door BBL aan de gemeente zonder
aflossingsvoorwaarden ter hoogte van 350.000 euro.
De gemeente Overbetuwe zal - na levering - uit eigen middelen
ongeveer 400.000 euro investeren en daarnaast is er naar verluid sprake van een
leadersubsidie van 180.000 euro en een provinciale bijdrage van 30.000 euro. De
Leader- en provinciale bijdragen worden voor zover ik kan beoordelen verstrekt
op basis van door Europa goedgekeurde regeling die in beginsel voor eenieder
openstaan en daartegen richten mijn bezwaren zich derhalve nadrukkelijk
niet!
De lokale overheidsbijdrage lijkt echter niet te worden
gesteund door een regeling die ook voor anderen openstaat en geeft mij alle
aanleiding te veronderstellen dat sprake is van staatssteun.
Ook het feit dat BBL na de expliciete bevestiging van het
Ministerie dat geen doorleveringen om niet meer zouden plaatsvinden, lijkt te
gaan leveren op basis van een constructie waarbij de koopsom verschuldigd blijft
riekt naar staatssteun. Het enkele feit dat de transactie in dit geval met de
lokale gemeente Overbetuwe zal geschieden doet hieraan mijns inziens niet af nu
vooraf voor alle betrokkenen duidelijk is dat de transactie wordt gesloten met
het enig oogmerk daar een particuliere organisatie te huisvesten die zich richt
op natuur- en milieueducatie, maar ook activiteiten gaat ondernemen op het
terrein van ondersteunende horeca en buitenschoolse opvang. Bovendien is ook
voor de gemeente duidelijk dat er na verbouw en renovatie economische
activiteiten zullen worden ondernomen vanaf dat perceel.
De eerlijkheid gebied mij te zeggen dat ik inmiddels contact
heb gehad met de heer Kamerman van de Parkorganisatie Lingezegen, die mij liet
weten dat uit mondelinge adviezen van een interne jurist zou zijn gebleken dat
geen sprake zou zijn van overtreding van staatssteunregels. Bovendien zou de
provincie er ook “goed naar gekeken hebben” . Een vergelijkbare reactie verkreeg
ik van de gemeente die mij zonder enige motivering liet weten dat zij
“samenvattend van oordeel waren dat geen sprak is van staatssteun”. Een lokale
DLG vertegenwoordiger sprak zich daarover niet uit, maar was van mening dat nu
het om een levering aan een (andere) overheid zou gaan geen sprake kon zijn van
staatssteun danwel dat het in ieder geval de BBL niet zou treffen. Alle reacties
hadden gemeen dat er geen enkele inhoudelijke motivering werd gegeven, anders
dan “er is goed naar gekeken en het kan”.
Na ons gesprek heb ik kort “over de telefoon” gesproken met
de verantwoordelijk portefeuillehouder van de gemeente Overbetuwe, wethouder
Frank van Rooijen. Hij liet mij weten dat de gemeente geen regeling heeft voor
de subsidiering van natuur- en milieueducatie en evenmin voornemens is een
dergelijke regeling te maken. Als motivering daarvoor gaf hij aan dat hij het
praktischer vond van geval tot geval in samenspraak met de gemeenteraad te
beoordelen of er initiatieven waren die maatschappelijk relevant zijn en niet
zonder lokale steun van de grond getild konden worden. Op mijn vraag waarom hij
mij in antwoord op een eerder door mij aan hem voorgelegde vraag of de gemeente
ook een bijdrage voor een vergelijkbaar initiatief in Hemmen zou willen geven
had geantwoord dat de gemeente geen particuliere initiatieven wilde steunen maar
in plaats daarvan een nieuwe Stichting NME Overbetuwe zou oprichten, gaf hij aan
zich dat niet meer te kunnen herinneren. De heer van Rooijen gaf tenslotte aan
dat hij zich geen enkele zorgen maakte over de (vermeende) overtreding van
staatssteunregels en nodigde mij uit daarover een klacht in te dienen als ik
daar anders over dacht. Die suggestie zal ik overigens serieus in overweging
nemen als daadwerkelijk uitvoering aan de voorgenomen transacties wordt
gegeven.
In afwijking van het oordeel van de bij de transactie
betrokken partijen ben ik van oordeel dat wel degelijk sprake is van
ongeoorloofde staatsteun. Ik kom tot die conclusie omdat er geen sprake is van
een transactie die aan andere commerciële partij ook zou doen , evenmin sprake
is van een openbare marktconforme verkoop en omdat BBL de gemeente voordeel
verschaft door instemming te verlenen aan een constructie waarbij levering van
vastgoed plaatsvindt zonder betaling van de koopsom ten behoeve van het gebruik
door een particuliere partij die met het vastgoed gaat ondernemen.
Tenslotte lijkt het erop dat ook de gemeente ongeoorloofde staatssteun
verleend nu de gemeente slechts spreekt over terbeschikkingstelling maar nalaat
aan te geven onder welke condities het vastgoed uiteindelijk ter beschikking
wordt gesteld. Ik ga ervan uit dat de terbeschikkingstelling in ieder geval niet
op marktconforme condities zal geschieden. Zou dat wel zo zijn zou het
natuurlijk voor de hand hebben gelegen dat de betreffende particuliere
organisatie de grond en opstallen zelf op marktconforme basis zou hebben
verworven en kan ik geen redenen bedenken die verwerving door de gemeente nodig
zouden maken.
Ik stel vast dat BBL en de gemeente Overbetuwe met de
terbeschikkingstelling aan een particuliere (ondernemende) organisatie
(willekeurig) steun verleend, die niet openstaat voor andere particuliere
organisaties met vergelijkbare doelstellingen Temeer nu de wethouder heeft
bevestigd dat de lokale steun niet op enige regeling is gebaseerd, laat staan
een regeling die ook voor andere vergelijkbare organisaties zou openstaan en
vooraf ter goedkeuring aan Europa is voorgelegd lijkt mij de conclusie
gerechtvaardigd dat (ook) hiermee ongeoorloofde staatsteun wordt verleend.
Overigens heeft de lokale DLG vertegenwoordiger aangegeven
van mening te zijn dat bij de transactie tussen hen en de gemeente Overbetuwe
geen sprake zou zijn van staatsteun omdat:
1. geen levering om niet plaatsvindt , maar levering met de
gelijktijdige afspraak dat de koopsom schuldig blijft
2. sprake is van een transactie tussen overheden
onderling
Tijdens ons gesprek liet u mij al weten dat in ieder geval
dat laatste argument niet valide is. Het eerste lijkt me dat evenmin nu
leveringen waarbij de koopsom niet betaald hoeft te worden er op lijken te zijn
gericht levering om niet te omzeilen. Naar mijn overtuiging druist de
(voorgenomen) handelwijze van BBL in tegen de strekking van de brief van het
Ministerie aan de VGG waarin zij heeft bevestigd dat geen doorleveringen om niet
meer zullen plaatsvinden.
Op instigatie van de heer Gorter, voorzitter van de
Vereniging Gelijkberechtiging Grondbezit, zend ik een afschrift dezes aan uw
algemeen directeur, de heer Heij. Correctheidshalve meende ik er goed aan te
doen tevens een afschrift van dit e-mailbericht te zenden aan wethouder Frank
van Rooijen van de gemeente Overbetuwe en de Vereniging Gelijkberechtiging
Grondbezit.
Ik zou het op prijs stellen als u mij binnenkort kunt laten
weten of u mijn voorlopige conclusie dat sprake is van ongeoorloofde staatssteun
onderschrijft of niet en zo ja welke consequenties u daaraan verbindt met
betrekking tot de voorgenomen levering. Uw opvatting kan ik dan – indien nog
nodig - betrekken bij het uiteindelijke besluit om wel of geen gevolg te geven
aan de suggestie van wethouder van Rooijen een staatssteunklacht in te dienen.
In afwachting van uw reactie die met belangstelling tegemoet
wordt gezien, teken ik met vriendelijke groeten en
hoogachting,
Frans van Lynden
Dit bericht kan informatie bevatten die niet voor u is bestemd. Indien
u
niet de geadresseerde bent of dit bericht abusievelijk aan u is
gezonden,
wordt u verzocht dat aan de afzender te melden en het bericht te
verwijderen.
De Staat aanvaardt geen aansprakelijkheid voor schade, van
welke aard
ook, die verband houdt met risico's verbonden aan het
elektronisch
verzenden van berichten.
This message may contain information that is not intended for you. If
you
are not the addressee or if this message was sent to you by mistake,
you
are requested to inform the sender and delete the message.
The State
accepts no liability for damage of any kind resulting from the
risks inherent
in the electronic transmission of messages.
Dit bericht kan informatie bevatten die niet voor u is bestemd. Indien
u
niet de geadresseerde bent of dit bericht abusievelijk aan u is
gezonden,
wordt u verzocht dat aan de afzender te melden en het bericht te
verwijderen.
De Staat aanvaardt geen aansprakelijkheid voor schade, van
welke aard
ook, die verband houdt met risico's verbonden aan het
elektronisch
verzenden van berichten.
This message may contain information that is not intended for you. If
you
are not the addressee or if this message was sent to you by mistake,
you
are requested to inform the sender and delete the message.
The State
accepts no liability for damage of any kind resulting from the
risks inherent
in the electronic transmission of messages.