Stads- en dorpsraden, convenant

De meeste kernen van de gemeente kennen een stads- of dorpsraad. Met het college van burgemeester en wethouders zijn zij een convenant aangegaan waarin rechten en verplichtingen zijn vastgelegd. Naast bepalingen over de samenstelling, vergaderfrequentie en toegekende budgetten is ook het onderdeel advisering opgenomen.

DE ADVISERING

De stads- of dorpsraad adviseert het college van burgemeester en wethouders en de gemeenteraad. Gevraagd en ongevraagd adviseert hij over zaken die de directe woon- en leefomgeving van de in zijn gebied woonachtige burgers raken, zoals huisvesting, welzijnsvoorzieningen, veiligheidsbeleid, onderwijsvoorzieningen, etcetera . Bij projecten/onderwerpen wordt kritisch overwogen of een dorpsraad betrokken moet worden en in welke mate. Om te komen tot een weloverwogen standpunt inzake een onderwerp, verdient het aanbeveling stads- of dorpsraden een reageertermijn van drie of vier weken te bieden. Afspraak hierbij is dat de adviezen aan het college van burgemeester en wethouders worden gericht. De stads of dorpsraad wordt geïnformeerd over welke beslissing is genomen of over het besluit van het college. Als wordt afgeweken van het advies wordt de stads- of dorpsraad vooraf gehoord. Dit kan via de verantwoordelijke portefeuillehouder of raadscommissie, dan wel via een daartoe aangewezen ambtenaar.

SAMENSTELLING EN VERGADERINGEN

Het aantal leden bedraagt minimaal zeven en maximaal negen. De leden van de stads- en dorpsraad worden gekozen door de bevolking. In de samenstelling dient een zo breed mogelijk draagvlak c.q. representatie van de samenleving in de kern tot uitdrukking te komen. Elke inwoner van de betreffende kern van 16 jaar of ouder is gemachtigd een stem uit te brengen. Minimaal twee maal per jaar wordt een openbare vergadering gehouden. Aankondigingen hiervan geschieden ofwel door een publicatie in de gemeenterubriek of door huis-aan-huis verspreiding van de agenda. Elke stads- of dorpsraad vult op eigen wijze de vergadering in.

OVERLEG TUSSEN DE GEMEENTE EN DE GEZAMENLIJKE STADS- EN DORPSRADEN

Een keer per jaar is er gezamenlijk overleg tussen de dagelijkse besturen van de stads- en dorpsraden en het college van burgemeester en wethouders. Het doel is om onderwerpen te behandelen die voor zowel de kernen als de stads- en dorpsraden van belang zijn. Naast de vaste deelnemers aan dit overleg is ambtelijke vertegenwoordiging, van de afdelingen die voor een onderwerp op de agenda staat, van belang.

ROL VAN DE CONTACTFUNCTIONARIS

De contactfunctionaris is het eerste aanspreekpunt voor de stads- en dorpsraden. Zij bewaakt de in- en uitgaande correspondentie en speelt een rol in de begeleiding van diverse procedures. De verantwoordelijkheid blijft echter altijd bij de betreffende afdeling of ambtenaar liggen.

KERNBEZOEKEN

De doelstellingen van de kernbezoeken zijn:

  • burgers inspraak geven en betrekken bij beleidsontwikkelingen op kernniveau, door middel van een openbare interactieve discussie
  • goede relaties tussen burgers, dorpsraden en gemeentebestuur bevorderen door de persoonlijke aanwezigheid en –contacten

Door in te spelen op maatschappelijke en/of plaatselijke actualiteiten zal een interactieve invulling worden bewerkstelligd. Het streven is om beleidsontwikkelingen op de meest uiteenlopende gebieden te combineren en te integreren in de kernbezoeken. Om dit te kunnen realiseren is het van groot belang dat de verschillende afdelingen tijdig contact opnemen met de contactfunctionaris. In onderling overleg kan dan een planning worden opgesteld.

KERNBESTUURDER

Iedere stads- of dorpsraad in de gemeente Schouwen-Duiveland kan een bestuurder (burgemeester of wethouder) toegewezen krijgen. Deze kernbestuurder heeft de betreffende kern als bijzonder aandachtsgebied en kan ervoor zorgen dat de bestuurlijke aandacht voor de kern directer wordt. De kernbestuurder kan toelichting komen geven op gemeentelijk beleid en/of beleidsvoornemens en spreekt dan namens het college. Daarnaast is de kernbestuurder voor de dorpsraad beschikbaar om op bestuurlijk niveau problemen aan te kaarten en heeft hij hierdoor een bestuurlijke signaalfunctie richting het college. Dit overleg is niet bedoeld voor individuele problematiek en/of uitvoeringszaken.