Gezamenlijke rekenkamercommissierapport GGD Drenthe

logo

Gezamenlijke rekenkamercommissierapport GGD Drenthe

In meerdere gemeenten binnen Drenthe speelt de vraag hoe gemeenteraden grip kunnen houden op de financiële en bestuurlijke risico’s van taken die op afstand zijn gezet in samenwerkingsverbanden. In dat kader is een onderzoek gedaan naar de Gemeentelijke Gezondheidsdienst Drenthe (GGD Drenthe). Eén van de grootste gemeenschappelijke regelingen in Drenthe met een jaarlijkse begroting van 21,6 miljoen euro waarin alle Drentse gemeenten participeren. Dit onderzoek is uitgevoerd door de rekenkamercommissies van Assen, Aa en Hunze, Borger-Odoorn, Emmen, Hoogeveen, Noordenveld en Tynaarlo.

Conclusies en aanbevelingen

Belangrijkste conclusies zijn dat het voor raadsleden lastig is inzicht te krijgen in de resultaten van de GGD Drenthe en daardoor ook niet makkelijk kunnen bijsturen. De informatie is niet gemeente specifiek en een duidelijke beleidskader ontbreekt. Naast een aantal praktische aanbevelingen rondom de GGD Drenthe, wordt er in het rapport vooral een oproep gedaan om het toezicht op verbonden partijen beter te organiseren. Bijvoorbeeld door te bepalen welke verbonden partijen prioriteit hebben, een raadswerkgroep in te stellen, samen te werken met andere betrokken gemeenteraden en samenwerkingsverbanden periodiek te evalueren.

Samenwerking

De samenwerking met meerdere rekenkamercommissies is nieuw en wordt als waardevol ervaren. Deze werkwijze sluit aan bij de oproep van minister Plasterk in het Actieplan lokale rekenkamers. Daarin wordt gesignaleerd dat gemeenten al veel werken in samenwerkingsverbanden die aanzienlijke budgetten tot hun beschikking hebben. Om de besteding van deze geldstromen te kunnen controleren en de betrokkenheid van de gemeenteraden bij de taakuitvoering van deze samenwerkingsverbanden te vergroten, zouden rekenkamers, en in dit geval rekenkamercommissies, volgens de minister meer moeten gaan samenwerken.