Een verdergaande digitalisering ligt voor de hand. Dit heeft een behoorlijke impact op een aantal economische sectoren. Voor detailhandel betekent het dat de balans verder verschuift van fysieke naar webwinkels. Het aantal winkels neemt daardoor verder af. Dit vraagt om een compacter koopcentrum in de binnenstad. Ook is vermenging van functies steeds vaker een manier voor winkeliers om de concurrentie met het internet shoppen te overleven.
Het winkelen op internet brengt een aanhoudende stroom aan pakjes met zich mee. De wijk in, en de wijk ook weer uit. Dit vraagt om een aantal ingrepen in de infrastructuur en oplossingen die aansluiten bij de behoeften van inwoners. Zo kan het in ontvangst nemen van pakjes een sociale component krijgen.
In veel economische sectoren maakt digitalisering het mogelijk om onafhankelijk van plaats en tijd aan de slag te gaan. Verder is sprake van meer flexibilisering waarbij inwoners in toenemende mate als ZZP-er werken. Beide ontwikkelingen vragen om flexibele kantoorconcepten op stedelijk en op wijkniveau, bij voorkeur in bestaand vastgoed. Ook zijn verdere investeringen nodig in de infrastructuur voor dataverkeer.
Assenaren vinden digitale contacten geen vervanging van fysieke contacten. Het is daarom zaak in de wijken voldoende ruimte te houden voor ontmoeting en gezamenlijke activiteiten. Het aanwezige vastgoed zou hiervoor beter benut kunnen worden. Het onderscheid tussen publiek en privaat is hierbij steeds minder van belang.
Technologische ontwikkelingen leiden tot nieuwe concepten voor mobiliteit. Zo lijken zelfrijdende auto’s of openbaar vervoer een kwestie van tijd. Dit heeft gevolgen voor de bestaande infrastructuur.