Als u in uw horecabedrijf dranken verkoopt, heeft u soms een drank- en horecaverlof nodig. Ook als u alleen alcoholvrije dranken schenkt. Ook verenigingen en stichtingen hebben dit verlof nodig. Bijvoorbeeld een sportvereniging of een kerkelijke vereniging. U vraagt dit verlof aan voor de start van een horecabedrijf. Of bij een wijziging van uw bedrijf.
Vaak moeten horecabedrijven daarnaast nog andere vergunningen aanvragen, zoals een exploitatievergunning. Heeft u een drank- en horecavergunning? Dan hoeft u geen verlof alcoholvrije dranken aan te vragen.
De gemeente mag een Bibob-onderzoek doen als u een drank- en horecaverlof aanvraagt.
De voorwaarden om een drank- en horecaverlof aan te vragen zijn onder andere:
- De verlofhouder en beheerder staan niet onder curatele en zijn niet de ouderlijke macht of voogdij kwijt.
- De verlofhouder en beheerder hebben geen strafblad.
- De verlofhouder en beheerder zijn 18 jaar of ouder.
Zo vraagt u een drank- en horecaverlof aan:
- U neemt contact op met de gemeente.
- U heeft nodig:
- uw geldige identiteitsbewijs
- het nummer van uw inschrijving bij de Kamer van Koophandel
- eventuele bouwtekeningen en plattegronden
De gemeente beslist binnen 8 weken na ontvangst van uw aanvraag. Deze termijn mag de gemeente eenmaal verlengen.
U kunt bezwaar maken tegen de beslissing op uw aanvraag. Doe dit binnen 6 weken. Bent u het daarna niet eens met de uitspraak op het bezwaarschrift? Teken dan beroep aan bij de rechtbank.