Als u een seksbedrijf wilt beginnen of overnemen, heeft u een vergunning nodig. Een seksbedrijf is bijvoorbeeld:
- seksbioscoop
- bordeel
- escortbedrijf
- parenclub
Als er iets wijzigt in uw seksbedrijf, meldt u dit bij de gemeente. Zoals een nieuwe beheerder. Of als u stopt met uw bedrijf.
Neemt iemand anders uw bedrijf over? De nieuwe eigenaar moet zelf een vergunning aanvragen bij de gemeente. Hij mag uw vergunning niet overnemen.
Op uw vergunning staat hoelang deze geldig is. Verloopt de vergunning? Vraag verlenging aan bij de gemeente. Doe dit 12 weken voor de vervaldatum.
De voorwaarden voor het beginnen of overnemen van een seksbedrijf zijn onder andere:
- De eigenaar en de eventuele beheerder zijn 21 jaar of ouder.
- De prostituees die werken in het seksbedrijf zijn 21 jaar of ouder.
- Het seksbedrijf past in het gemeentelijk bestemmingsplan of in de beheersverordening.
- Het seksbedrijf voldoet aan de eisen op het gebied van inrichting, brandveiligheid en bedrijfsvoering (o.a. hygiëne).
De gemeente kan een Bibob-onderzoek doen. Hiermee controleert de gemeente de betrouwbaarheid van u en van uw bedrijf.
Zo vraagt u een vergunning voor een seksbedrijf aan:
- U neemt contact op met de gemeente.
- U geeft door:
- de gegevens van de eigenaar en de eventuele beheerder:
- de persoonsgegevens
- een kopie van het identiteitsbewijs
- de verblijfstitel
- het adres van het seksbedrijf
- het telefoonnummer dat in advertenties wordt gebruikt
- een verklaring betalingsgedrag nakoming fiscale verplichtingen van de Belastingdienst
- een huur- of koopcontract van de locatie van het seksbedrijf
- eventueel een situatieschets en een plattegrond van de locatie
- een bedrijfsplan
- de gegevens van de eigenaar en de eventuele beheerder:
Is de afgelopen 5 jaar een vergunning geweigerd voor uw seksbedrijf? Of is een vergunning voor uw seksbedrijf ingetrokken? Geef dit aan in uw aanvraag.
De gemeente beslist binnen 12 weken na ontvangst van uw aanvraag. Deze termijn mag de gemeente eenmaal verlengen met maximaal 12 weken.
U kunt bezwaar maken tegen de beslissing op uw aanvraag. Doe dit binnen 6 weken. Bent u het daarna niet eens met de uitspraak op het bezwaarschrift? Teken dan beroep aan bij de rechtbank.