De gemeente draagt bij in de kosten voor peuteropvang voor peuters:
- van 2,5 – 4 jaar
- van 2 – 2,5 jaar met een vve-indicatie* van de Jeugdgezondheidszorg.
*Peuters met (risico op) een taalachterstand en/of sociaal emotionele achterstand komen in aanmerking voor een vve-indicatie. De Jeugdgezondheidszorg geeft deze indicatie af.
Ouders met kinderopvangtoeslag betalen het bruto uurtarief voor kinderopvang en krijgen van de belastingdienst een inkomensafhankelijk deel terug (de kinderopvangtoeslag); de aanbieders vullen dit met gemeentelijke subsidie aan tot de gemeentelijke kostprijs. Dit gebeurt voor maximaal 8 uur per week.
Ouders zonder kinderopvangtoeslag betalen een netto tarief, afhankelijk van hun inkomen; de aanbieders vullen dit met gemeentelijke subsidie aan tot de gemeentelijke kostprijs. Dit gebeurt voor maximaal 8 uur per week.
Voor peuters met een vve-indicatie van de Jeugdgezondheidszorg is er een aanvullend aanbod van 8 uur per week (aanvullend op het reguliere aanbod van 8 uur per week). Voor dit extra aanbod hoeven zowel ouders met als ouders zonder kinderopvangtoeslag niets te betalen. Als ouders van het extra aanbod gebruik maken dan subsidieert de gemeente dit volledig en rechtstreeks naar de aanbieder van peuteropvang.
Op deze pagina wordt de gemeentelijke subsidie per uur peuteropvang beschreven.
‘Opbouw kostprijs peuteropvang’