direct naar inhoud van Artikel 5 Gemengd
Plan: Binnenstad en De Veentjes - 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0222.R01B194A-0003

Artikel 5 Gemengd

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. (commerciële) dienstverlening;
  • b. maatschappelijke voorzieningen;
  • c. kantoren;
  • d. instellingen voor cultuur en ontspanning, niet zijnde attractieparken en casino's;
  • e. bestaande woningen, ter plaatse van de aanduiding 'wonen':
  • f. groen- en nutsvoorzieningen;
  • g. tuinen en erven;

en bij de bestemming behorende bouwwerken en voorzieningen.

5.2 Bouwregels
5.2.1 Algemeen

Op de in lid 5.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde ten dienste van de bestemming 'Gemengd' worden gebouwd.

5.2.2 Gebouwen en bijbehorende bouwwerken

Voor het bouwen van gebouwen en bijbehorende bouwwerken gelden de navolgende regels:

  • a. realisatie is uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)', 'maximale goothoogte (m)' en 'maximum bebouwingspercentage (%)' gelden de weergegeven maten.
5.2.3 Bouwwerken geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde gelden de navolgende regels:

  • a. een minaret is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - minaret';
  • b. de bouwhoogte mag achter (het verlengde van) de naar de weg gekeerde bouwgrens maximaal 2 m bedragen; indien geplaatst vóór (het verlengde van) de naar de weg gekeerde bouwgrens mag de bouwhoogte maximaal 1 m bedragen;
  • c. in afwijking van het bepaalde in sub b, mag de bouwhoogte van:
    • 1. speeltoestellen maximaal 6 m bedragen;
    • 2. verlichting en vlaggenmasten maximaal 10 m bedragen;
    • 3. antennedragers inclusief antennes en brandtrappen maximaal 15 m bedragen;
    • 4. een minaret maximaal 18,5 m bedragen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - minaret'.
5.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van het bepaalde in lid 5.2, op gronden met de bestemming 'Gemengd' nadere eisen stellen met betrekking tot:

  • a. dakvormen, dakhellingen en nokrichtingen van bouwwerken;
  • b. de bouw- en goothoogte van bouwwerken;
  • c. de afmetingen van bouwwerken;
  • d. het aantal en de situering van bouwwerken;
  • e. het aantal en de situering van parkeerplaatsen op eigen terrein;

onder voorwaarde dat de nadere eisen niet op onevenredige wijze een doelmatig gebruik van gronden en bouwwerken in de weg staan.

5.4 Afwijken van de bouwregels
5.4.1 Gebouwen en bijbehorend bouwwerk

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.2.2 sub a voor het bouwen van gebouwen en bijbehorende bouwwerken buiten het bouwvlak, onder voorwaarden dat:

  • a. het bouwperceel aan de zijde waar de bouwgrens wordt overschreden grenst aan openbaar gebied, waarop een groen-, natuur-, water-, verkeers- of daarmee vergelijkbare bestemming rust;
  • b. de afstand tot het in sub a genoemde gebied minimaal 2 m bedraagt;
  • c. de naar de weg gekeerde bouwgrens niet wordt overschreden;
  • d. de ruimtelijke uitwerking van de afwijking aanvaardbaar is;
  • e. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden aangetast;
  • f. de logistieke afwikkeling op eigen terrein blijft plaatsvinden;
  • g. het parkeren door gebruikers en bezoekers op eigen terrein gewaarborgd is;
  • h. de bouwregels in lid 5.2.2 in acht worden genomen.
5.4.2 Luifels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.2.3 sub a voor het bevestigen van een luifel aan een hoofdgebouw, onder voorwaarden dat:

  • a. de luifel wordt bevestigd aan de voorgevel en/of de zijgevel van het hoofdgebouw;
  • b. de luifel maximaal 1,50 m uit de gevel van het hoofdgebouw mag steken;
  • c. de breedte van de luifel niet meer dan de totale breedte van de gevel waaraan de luifel wordt bevestigd mag bedragen met aan weerszijden een overstek van maximaal 0,75 m;
  • d. de ruimtelijke uitwerking van de afwijking aanvaardbaar is;
  • e. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden aangetast;
  • f. de logistieke afwikkeling op eigen terrein blijft plaatsvinden.
5.5 Specifieke gebruiksregels
5.5.1 Aan huis gebonden bedrijven en/of beroepen

De uitoefening van een aan huis gebonden bedrijf of beroep in een (bedrijfs)woning op gronden met de bestemming 'Gemengd' is toegestaan mits voldaan wordt aan de voorwaarden zoals gesteld in artikel 10.5.1, van de bestemming 'Wonen'.

5.6 Wijzigingsbevoegdheid
5.6.1 Bedrijfswoning

Burgemeester en wethouders kunnen, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, de bestemming 'Gemengd' ter plaatse van de 'Wro-zone - wijzigingsgebied' wijzigen zodat de aanduiding 'bedrijfswoning' wordt toegevoegd, waardoor de realisatie van een bedrijfswoning mogelijk wordt, onder voorwaarden dat:

  • a. de noodzaak voor de bedrijfswoning is aangetoond;
  • b. er maximaal één bedrijfswoning gerealiseerd wordt;
  • c. de bedrijfswoning een maximale goothoogte van 6 meter en een maximale bouwhoogte van 10 meter heeft;
  • d. voor de bijbehorende bouwwerken behorende bij de bedrijfswoning gelden de regels zoals vermeld in artikel 10.2.3 sub a en d, e, g, h en i, 10.2.4 en 10.2.5 van de bestemming 'Wonen';
  • e. voor aan huis gebonden bedrijven en/of beroepen gelden de specifieke gebruiksregels zoals vermeld in artikel 10.5.1 van de bestemming 'Wonen';
  • f. de ruimtelijke uitwerking van de wijziging aanvaardbaar is;
  • g. de uitvoerbaarheid van het wijzigingsplan gewaarborgd is.
5.6.2 Wonen, Tuin

Burgemeester en wethouders kunnen, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, de bestemming 'Gemengd' wijzigen in de bestemming 'Wonen' en de bestemming 'Tuin', onder voorwaarden dat:

  • a. op het bouwperceel een bedrijfswoning aanwezig is;
  • b. het totale aantal woningen op het bouwperceel niet mag toenemen;
  • c. na wijziging de bouw- en gebruiksregels van de bestemming 'Wonen' van toepassing zijn;
  • d. de ruimtelijke uitwerking van de wijziging aanvaardbaar is;
  • e. de uitvoerbaarheid van het wijzigingsplan gewaarborgd is.