direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Vijverberg, Rekhemseweg, De Hoop, Sportpark Zuid - 2014
Status: vastgesteld
Plantype: beheersverordening
IMRO-idn: NL.IMRO.0222.R03KE008A-0002

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

Op 27 juni 2013 is door de gemeenteraad van Doetinchem de beheersverordening 'Vijverberg, Rekhemseweg, De Hoop en Sportpark Zuid - 2013' vastgesteld. Omdat het instrument 'beheersverordening' nieuw is (was) binnen Doetinchem, zal nog een evaluatie plaatsvinden. Vooruitlopend op de evaluatie zijn er 'werkenderwijs' een aantal inhoudelijke punten geconstateerd die niet juist of onduidelijk zijn. Voorliggende beheersverordening 'Vijverberg, Rekhemseweg, De Hoop, Sportpark Zuid - 2014' is opgesteld om deze onjuistheden / onduidelijkheden te corrigeren. Daarbij gaat het onder andere om het toevoegen van een regeling voor bijbehorende bouwwerken, verduidelijking van enkele begrippen en bouwregels voor volkstuinen. Daarnaast zijn recente aanpassingen van de gemeentelijke standaardregels overgenomen. Een overzicht van alle aanpassingen is weergeven in bijlage 3 van de toelichting. Voor het overige is de inhoud van de voorliggende beheersverordening gelijk met de beheersverordening uit 2013.

1.2 Verordeningsgebied

Het verordeningsgebied valt uiteen in twee, geografisch aaneengesloten gebieden:

  • Vijverberg en Rekhemseweg
  • De Hoop en Sportpark Zuid

afbeelding "i_NL.IMRO.0222.R03KE008A-0002_0001.png"

Globale ligging van het verordeningsgebied

De exacte begrenzing van het verordeninggebied is te vinden in de verordeningskaart.

Een beheersverordening is een beheerregeling voor het bestaand gebruik in een gebied met een lage dynamiek. Er worden geen ruimtelijke ontwikkelingen verwacht binnen 10 jaar na vaststelling van de verordening.

In het verordeninggebied zijn een aantal percelen buiten de verordening gehouden. Deze percelen zijn rencent ontwikkeld op basis van een doorlopen bestemmingsplanprocedure. Het planologisch kader is voor die gebieden actueel.

Daarom worden deze plekken niet in de verordening opgenomen. Dit zijn:

  • 1. Brandweerkazerne in Sportpark Zuid, nabij de Europaweg, hiervoor is in 2012 het bestemmingsplan 'Brandweerkazerne - 2012' vastgesteld voor het realiseren van een nieuwe brandweerkazerne: NL.IMRO.0222.R12B014A-0005 (onherroepelijke plan);
  • 2. Locatie nieuwe sporthal en ijsbaan in Sportpark Zuid, aan de Sportweg is in 2012 het bestemmingsplan 'Sportpark Zuid Sportweg - 2011' vastgesteld voor het realiseren van een sporthal bij de bestaande turnhal en een ijsbaan: NL.IMRO.0222.R12B013A-0008 (onherroepelijk plan);
  • 3. Gebied bij de Varkensweide, hier is voor verandering infrastructuur en bijbehorende voorzieningen het bestemmingsplan 'Europaweg - Varkensweide - 2012' vasgesteld: NL.IMRO.0222.R015H061A-0002;
  • 4. Locatie voormalige basisschool De Vijverberg, Acacialaan 127a, het herinrichten van dit vrijgekomen terrein, onder andere met woningbouw.
  • 5. Het tracé van de Oostelijke randweg en bijbehorende ruimte is buiten het verordeningsgebied gehouden, hiervoor is in 2011 een bestemmingsplan vastgesteld: NL.IMRO.0222.R17B063A-0005 (onherroepelijke plan).

Hoofdstuk 2 De beheersverordening

2.1 Inleiding

Dit hoofdstuk bevat een beschrijving de beheersverordening als instrument en van de uitgangspunten van de beheersverordening. Ook wordt aandacht besteed aan de instrumenten waarmee - naast de beheersverordening - het ruimtelijke beheer van het verordeninggebied is ingevuld.

2.2 De beheersverordening

2.2.1 Wat is een beheersverordening?

Een beheersverordening is een beheerregeling voor het bestaand gebruik in een gebied met een lage dynamiek. In het verordeninggebied worden geen ruimtelijke ontwikkelingen verwacht binnen 10 jaar na vaststelling van de verordening .

Het begrip 'bestaand gebruik' kan zowel 'eng' als 'ruim' worden uitgelegd.

Bestaand gebruik, enge uitleg

Bij bestaand gebruik in enge zin worden alleen de bestaande feitelijk aanwezige functies en bebouwing vastgelegd. Het gaat daarbij om gebruik en bouwen inclusief dat wat op basis van verleende vergunningen is toegestaan maar nog niet is gebouwd.

Bestaand gebruik, ruime uitleg

Bij bestaand gebruik in ruime zin wordt het geldende bestemmingsplan als uitgangspunt genomen. Hierbij is weer onderscheid mogelijk in een beperkte en een brede variant.
In de beperkte variant wordt het - met het bestemmingsplan in overeenstemming zijnde - bestaande gebruik met de bijbehorende bouwwerken vastgelegd. Hierbij worden ook de opgenomen, al dan niet gerealiseerde, bij recht toegestane uitbreidingsmogelijkheden meegenomen. Het gaat dan bijvoorbeeld om de erfbebouwing en uitbreidingen van het hoofdgebouw.
In de brede variant kunnen ook alle nog niet gerealiseerde gebruiks- en bouwmogelijkheden van een bestemmingsplan worden opgenomen. Waarvoor een afwijking of een bestemmingsplanwijziging nodig is.

In de beheersverordening Vijverberg, Rekhemseweg, De Hoop, Sportpark Zuid - 2014 is ervoor gekozen de ruimte die het bestemmingsplan bij recht biedt mee te nemen. Zo is invulling gegeven aan het begrip bestaand gebruik in ruime zin met de beperkte variant. In paragraaf 3.2.1 is dat beschreven en onderbouwd.

2.2.2 Bestanddelen beheersverordening

De Wro geeft niet aan uit welke elementen een beheersverordening moet bestaan. Duidelijk is dat de beheersverordening betrekking heeft op een gebied en regels geeft voor het beheer van dat gebied en voor het vastleggen van de bestaande situatie. Maar de beheersverordening heeft een digitale component en sluit aan bij de digitale opzet van de andere instrumenten uit de Wro.

De beheersverordening bestaat uit:

  • een object dat bestaat uit het gebied waarop de verordening betrekking heeft. Dit is op de kaart aangegeven als het verordeninggebied;
  • een of meer objecten binnen het gebied, die op de kaart zijn aangegeven als besluit(sub)vlakken;
  • regels die gekoppeld zijn aan het gebied en/of de objecten binnen het gebied en die gericht zijn op het beheer van het gebied; de regels kunnen gaan over gebruiken, bouwen en aanleggen;
  • een toelichting waarin gemotiveerd wordt beschreven:
      • de keuze voor het instrument beheersverordening;
      • waarom er géén ruimtelijke ontwikkelingen worden verwacht;
      • welke onderzoeken hebben plaatsgevonden, etc;
      • uitleg van de regels.

Er is geen sloopverbod opgenomen. Hier is geen reden voor. Ook zijn geen afwijkingsregels opgenomen. Dit past niet bij de keuze voor de beperkte variant, zoals aangegeven in 2.2.1.

Uitgangspunt bij de beheersverordening is het vastleggen van de feitelijk bestaande (legale) situatie. Daar waar sprake is van strijdig gebruik geldt het overgangsrecht een en ander zoals opgenomen in hoofdstuk 4.1 van de regels.

2.2.3 Procedureel

De beheersverordening is een gemeentelijke verordening. In tegenstelling tot een bestemmingsplan of omgevingsvergunning staat tegen de vaststelling van een beheersverordening geen beroep open.

De raad kan volgens de wet zonder inspraak en ter visie legging de nieuwe beheersverordeningen vaststellen. Bij de totstandkoming van de oorspronkelijke beheersverordening voor voorliggend gebied is de beheersverordening desondanks als ontwerp twee weken ter inzage gelegd. In die periode is aan eenieder de gelegenheid geboden op de verordening te reageren. Deze mogelijkheid is toen vooral geboden om feitelijke onjuistheden uit de verordening te halen.

Ook voorliggende reparatie is als ontwerp twee weken terinzage gelegd. Ook nu was het doel om feitelijke onjuistheden uit de verordening te halen.

De beheersverordening wordt digitaal vastgesteld tegelijk met de versie op papier. Bij verschil in uitleg is de digitale versie de beslissende.

2.3 Aanvullende ruimtelijke regelingen

De beheersverordening is slechts één van de beschikbare regelingen voor het ruimtelijke beheer van het gebied in het noordoosten van Doetinchem. Het kan niet los worden gezien van de andere regelingen en andere middelen die ook voor het beheer kunnen worden benut. De belangrijkste worden hieronder genoemd. Dit staat los van het vergunningvrij bouwen. Bouwwerken die hieraan voldoen, zijn altijd toegelaten.

2.3.1 Planologisch beleid 2011

Op 6 januari 2011 heeft de gemeenteraad het Planologisch beleid 2011 vastgesteld. Dit is het ruimtelijk beleidskader voor woningen en bijgebouwen. Het Planologisch beleid 2011 is verwerkt in de beheersverordening. Het is ook het toetsingskader voor uitbreidingsplannen die niet passen in de beheersverordening.

2.3.2 Kruimelgevallenregeling

In bijlage II van het Besluit omgevingsrecht (Bor), zijn in artikel 4 de zogenaamde planologische kruimelgevallen opgenomen. Het gaat onder andere om:

  • bijbehorende bouwwerken, die niet vallen onder vergunningvrije bouwwerken;
  • infrastructurele - en nutsvoorzieningen;
  • gebruiksveranderingen van bouwwerken.

Als het om een planologische kruimelgeval gaat, kan afgeweken worden van de beheersverordening (of bestemmingsplan). Voor deze buitenplanse afwijking geldt de reguliere voorbereidingsprocedure, paragraaf 3.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Dit betekent dat er een beslistermijn van acht weken geldt na ontvangst van de aanvraag. Nadat de vergunning is verleend, is tegen de vergunning bezwaar en beroep mogelijk.

2.3.3 Omgevingsvergunning met afwijking (uitgebreide procedure)

Het kan zijn dat er in de toekomst toch ontwikkelingen zijn die niet binnen de kruimelgevallenregeling vallen. De Wabo geeft in paragraaf 3.3 de mogelijkheid om in dat geval van de beheersverordening af te wijken. Er moet dan wel worden aangetoond dat de gewenste ontwikkeling in overeenstemming is met een goede ruimtelijke ordening. Hiervoor geldt de uitgebreide voorbereidingsprocedure. Deze procedure heeft een termijn waarin de ontwerpvergunning ter inzage wordt gelegd en iedereen zijn of haar zienswijze kan indienen. De procedure heeft een wettelijke looptijd van 26 weken. Nadat de vergunning is verleend is hiertegen direct beroep mogelijk bij de rechtbank.

2.3.4 Bestemmingsplan

Onvoorziene, toekomstige, ontwikkelingen kunnen ook via een bestemmingsplan toegestaan worden. Hiervoor geldt dan ook een eigen procedure met een eigen ruimtelijke onderbouwing. Deze procedure heeft ook een termijn van 26 weken, waarin het ontwerpbestemmingsplan ter inzage wordt gelegd en iedereen zijn of haar zienswijze kan indienen. Daarna zal de raad het bestemmingsplan vaststellen. Hierna is het mogelijk om beroep in te stellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Hoofdstuk 3 Verantwoording en uitgangspunten

3.1 Waarom een beheersverordening voor deze gebieden?

De woonwijken Vijverberg, Rekhemseweg en De Hoop zijn hoofdzakelijk woongebieden. De meeste woningbouw in deze gebieden is na-oorlogs, met uitzondering van bebouwing, voornamelijk langs de oude linten en wegen die in de tijd dat het gebied onbebouwd was al aanwezig waren. Zoals de Frans Halsweg/Rekhemseweg, Dennenweg, (Oude) Terborgseweg en de Wijnbergseweg.

In de gebieden komen enkele andere voorzieningen voor. In het gebied Rekhemseweg en Vijverberg is dit voornamelijk sport (stadion De Vijverberg en een tennisclub) en maatschappelijke functies, zoals een kerk, school en een zorggebouw.
In De Hoop staat het verzorgingshuis het Weerdje, als meest grote voorziening naast de woonfunctie van het gebied. Ook een basisschool is in het gebied aanwezig.

Sportpark Zuid is, zoals de naam al zegt, hoofdzakelijk een locatie waar buitensport gevestigd is. Deze is gelegen in een groene omgeving. Bij de Energieweg is het kantoor van het Waterschap met daarbij de voormalige zuivering. En aan de Europaweg ligt een tankstation.

Het gebied is aan te merken als laag dynamisch. Ontwikkelingen vinder er de komende tien jaar nauwelijks plaats. Slechts op vier locaties zijn ontwikkelingen aan de orde, die buiten deze verordening zijn gehouden. Dit omdat ontwikkelingen niet thuis horen in een beheersverordening. Deze locaties zijn in paragraaf 1.2 toegelicht.

Om de bestaande kwaliteit van de woonwijken en het sportterrein te behouden is de beheersverordening ingezet. De beheersverordening is voor dit doel het geschikte instrument, omdat het juist bedoeld is om de bestaande situatie vast te leggen, terwijl kleinschalige ruimtelijke wijzigingen mogelijk blijven. De gemeente zet daar waar nodig aanvullende regelingen in (zoals uitgelegd in paragraaf 2.3) om het gebied niet op slot te zetten en af en toe binnen het beheer van het gebied aanvaardbare ontwikkelingen mogelijk te maken.

3.2 Uitgangspunten

De beheersverordening Vijverberg, Rekhemseweg, De Hoop, Sportpark Zuid - 2014 is gebaseerd op de volgende uitgangspunten:

  • 6. het beheer van de bestaande situatie;
  • 7. handhaven van de bouw- en gebruiksmogelijkheden bij recht die nu in de bestemmingsplannen zijn geregeld, voor zover passend binnen de grenzen van het instrument beheersverordening;
  • 8. afwijkingen die niet passen in de beheersverordening mogelijk toestaan met een ruimtelijke regeling als aangegeven in paragraaf 2.3.
3.2.1 Beheer van de bestaande situatie

Het beheer van de bestaande situatie vormt de basis van deze beheersverordening. Dit leidt ertoe dat de gemeente over een toetsingskader beschikt op basis waarvan omgevingsvergunningen kunnen worden verleend en handhaving kan plaatsvinden. De bestaande kwaliteit van het werkgebied wordt zo behouden.

In 2.1.1 in de regels van deze verordening regelt dit uitgangspunt door te bepalen dat zowel voor gebruik als bouwen de bestaande legale situatie ook de toegestane situatie is. De bestaande situatie bestaat uit gebruik en bouwen:

  • gebruik: het gebruik van gebouwen en gronden zoals aanwezig op het moment dat de verordening wordt vastgesteld; voor zover dit gebruik strijdig is met het ervoor geldende bestemmingsplan, valt dit gebruik niet onder het begrip bestaand gebruik.
  • bouwen (bestaande bouwwerken): bouwwerken die volgens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht zijn gebouwd (ofwel vergunningvrij, ofwel op basis van een vergunning), of nog legaal kunnen worden gebouwd (op grond van een nog niet benutte vergunning).

Bij de beheersverordening is de bestaande situatie op de volgende manier bepaald:

  • de geldende bestemmingsplannen;
  • informatie afkomstig uit de WOZ-database;
  • luchtfoto's van de gemeente Doetinchem;
  • gemeentelijk vergunningenarchief.

Deze informatie heeft geleid tot het vastleggen van de bestaande situatie in de volgende bijlagen van deze toelichting en regels:

In de lijst met andere functies, niet de hoofdfunctie wonen (bijlage 1 Overzicht andere functies) is voor de bedrijven aangegeven in welke bedrijfscategorie het huidige bedrijf valt. Voor horeca-bedrijven is ook de categorie in deze lijst aangegeven.

Bij een aanvraag om omgevingsvergunningen en in handhavingszaken zijn deze bronnen ook te raadplegen.

Kaart hoofdfuncties

Aan de hand van de functiekaart, bijlage 4 Functiekaart - deel Vijverberg en Rekhemseweg en bijlage 5 Functiekaart - deel De Hoop en Sportpark Zuid van de regels, is het bestaand gebruik te zien via de functie die aangegeven is. Deze omschrijving van de hoofdfuncties sluit aan op de namen van bestemmingen bij bestemmingsplannen. Als op deze kaart bebouwing geen functie heeft gekregen, dan betekent dit dat sprake is van openbaar toegankelijk gebied en dat de basisregel van de beheersverordening geldt, 2.1.1. Dit regelt het bestaande gebruik. Dit is bijvoorbeeld aan de orde bij trafo's en bij garageboxen.

Lijst met andere functies, niet de hoofdfunctie wonen

In bijlage 1 Overzicht andere functies van deze toelichting is een lijst opgenomen waarin per adres is aangegeven welke functie(s) hier voorkomen. Alle adressen die op de functiekaart de hoofdfunctie 'wonen' hebben gekregen komen niet in deze lijst voor. De functie 'wonen' komt wel in deze lijst voor, als onderdeel van een hoofdfunctie. Ook is aangegeven welk bebouwingspercentage en goot- of bouwhoogte geldt. Deze normen zijn afgeleid van het laatst geldende bestemmingsplan voor die locatie. Deze maatvoering is het uitgangspunt maatgevend voor vergunningaanvragen voor bouwplannen.

3.2.2 Afstemming op het geldende planologische regime

Één van de uitgangspunten van de beheersverordening is om de planologische ruimte bij recht die de geldende bestemmingsplannen kennen - zo mogelijk - te behouden. Hiervoor is een vergelijking gemaakt tussen de bestaande situatie (aanwezige bebouwing en functies) en wat het geldende bestemmingsplan mogelijk maakt. Daarna zijn twee afwegingen gemaakt:

  • 1. deze ruimte wel of niet in de beheersverordening opnemen, ook gelet op de mogelijkheid om één en ander via de aanvullende regelingen mogelijk te maken;
  • 2. bij opname in de beheersverordening, hoe deze ruimte in de beheersverordening wordt opgenomen.

Bij de beoordeling van de verschillen tussen de bestaande situatie en de geldende plannen, is het volgende onderscheid gemaakt:

  • de hoofdfunctie wonen;
  • de hoofdfunctie sport;
  • de andere hoofdfuncties, zoals maatschappelijk, detailhandel, bedrijven, etcetera. Dit is in sommige gevallen gecombineerd met de functie wonen.

Wonen

Deze hoofdfunctie is de meest voorkomende functie in Vijverberg - Rekhemseweg en De Hoop. Hiervoor geldt in het hele verordeninggebied dat de bij recht toegelaten bouw- en gebruiksregels uit de bestemmingsplannen zoveel mogelijk één op één zijn doorvertaald. Dit staat in 2.1.1 en 2.1.2 van de regels.

Als er sprake is van vervanging van een woning ter plaatse van een bestaande woning, dan kan bij het bouwplan voor de nieuwe woning meteen de ruimte voor vergroting van de woning meegenomen worden. Men hoeft dan dus niet eerst een woning te bouwen die gelijk is aan de bestaande woning en later een uitbreidingsplan aan te vragen.

De afwijkingsregels uit de bestemmingsplannen zijn niet in de verordening in regels vertaald. Dit is niet mogelijk zie, paragraaf 2.2 en 2.3. Als iemand gebruik wil maken van een van deze mogelijkheden, dan kan dit meestal via één van de andere ruimtelijke regelingen, zoals de kruimelgevallenregeling in het Bor. Het toetsingskader is dan het geldende planologische beleid. Op dit moment is dat het Planologisch beleid 2011.

De aanwezige garageboxen/bergingen zijn op de functiekaart niet specifiek benoemd. Deze vallen onder de algemene regel, zoals opgenomen in 2.1.1 van de regels.

Sport

Deze hoofdfunctie is de meest voorkomende functie in het gebied Sportpark Zuid. In Vijverberg-Rekhemseweg komt deze functie ook op twee plaatsen voor, bij stadion De Vijverberg en bij de tennisclub in de wijk. Hiervoor geldt in het hele verordeninggebied dat de bij recht toegelaten bouw- en gebruiksregels uit het bestemmingsplan zoveel mogelijk één op één zijn doorvertaald. Dit staat in 2.1.3 van de regels.

Andere hoofdfuncties

Voor de andere hoofdfuncties in het verordeninggebied geldt min of meer hetzelfde. Als het college dat wenst kan ook hier de kruimelgevallenregeling worden toegepast.

In de geldende bestemmingsplannen is voor de meeste hoofdfuncties - niet wonen - een goot- en bouwhoogte en ook bebouwingspercentage geregeld. Deze staan in bijlage 3 Overzicht bebouwingspercentage en toegestane goothoogte en bouwhoogte bij andere functies van de regels. Dit is de basis voor het toepassen van herbouw en/of uitbreiding van een functie. Verandering van het gebruik is toegestaan, voor zover het past binnen de hoofdfunctie. Voor veranderingen in de hoofdfunctie Bedrijf is een koppeling aangebracht met een bedrijvenlijst (bijlage 6 Staat van bedrijfsactiviteiten bij de hoofdfunctie Bedrijf). Voor de wijze van lezen van deze bedrijvenlijst is een uitgebreide uitleg te vinden in het brondocument van de bedrijvenlijst.

Openbaar toegankelijk gebied

Speciale aandacht gaat uit naar het openbaar toegankelijk gebied. Dit heeft betrekking op alle wegen, pleinen, fiets- en voetpaden. Maar ook op kleine groenvoorzieningen en structureel groen tot de Oude IJssel, met zijn ecologische waarde. Al deze gronden vallen onder het openbaar toegankelijk gebied.

De beheersverordening legt de bestaande situatie vast. Maar het is niet de bedoeling de aanwezige dynamiek in de openbare ruimte weg te nemen. Zo moet het mogelijk blijven om bepaalde functies uit te wisselen of wijzigingen aan te brengen. Denk aan verbreding of versmalling van wegen, stoepen, fietspaden en dergelijke. Gebaseerd op de Doetinchemse standaard voor bestemmingsplannen biedt de verordening enige flexibiliteit voor de inrichting van het openbaar gebied. Maar dit gaat niet zover dat wegen kunnen worden veranderd of verlegd waardoor de Wet geluidhinder van toepassing is ('reconstructie' in het kader van die wet) of het structurele groen kan worden aangetast.

Voor structureel groen kent de beheersverordening een beschermende regeling. Dit groen, inclusief aanwezige waterpartijen en waterstromen, is met een kaart aan de regels gekoppeld. Bescherming van deze groenelementen zorgt voor het behoud van een aantrekkelijke groene verblijfsruimte die de gemeente nastreeft, onder meer voor extensieve dagrecreatie en natuurontwikkeling. Afbreuk van dit structurele groen zou de kwaliteit van de gebieden aantasten.

Verbod dak en thuislozenvoorzieningen

In 2013 is door de gemeenteraad de parapluherziening voor 'Verbod dak- en thuislozenvoorzieningen' vastgesteld. Deze parapluhierziening ziet tot op het verbieden van 24-uurs voorzieningen voor dak- en thuislozen met een verslavingsproblematiek of justitieel verleden. In de beheersverordening is dit specifieke verbruik ook verboden. De afwijkingsregels uit de parapluherziening die het mogelijk maken om onder voorwaarden toch en dergelijke voorziening te realiseren, zijn niet in de niet in de verordening in regels vertaald. Dit is niet mogelijk zie, paragraaf 2.2 en 2.3 Indien het gemeentebestuur een dergelijke voorziening toch mogelijk wil maken, dan kan dit meestal via één van de andere ruimtelijke regelingen, zoals de kruimelgevallenregeling in het Bor. Het toetsingskader zijn dan de eisen die aan het toestaan zin gekoppeld zoals vermeld in de bewuste parapluherziening.

3.2.3 Inpassing van de gemeentelijke standaard

De afgelopen jaren heeft de gemeente een standaard voor bestemmingsplannen ontwikkeld. Deze is ook te gebruiken bij andere ruimtelijke besluiten, zoals de beheersverordening. Het doel van de standaard is een gelijkluidende regeling voor veelvoorkomende ruimtelijke aspecten binnen de gemeente. Deze gaat onder meer over:

  • begripsbepalingen;
  • de wijze van meten;
  • flexibiliteitsregelingen, zoals regels voor bebouwing en beroep/bedrijf aan huis;
  • een regeling van het openbare gebied, zoals wegen, parken, water, etc.

In de afgelopen jaren zijn de gebieden in het kader van actualisatie van bestemmingsplannen al wel voorzien van een modernere regeling. Dit zijn echter niet allemaal plannen gebaseerd op de Wro, maar ook op de (oude) WRO. Daarnaast heeft de gemeentelijke standaard recent zijn laatste vorm gekregen. Met het oog op de rechtsgelijkheid is de gemeentelijke standaard - voor zover mogelijk - in de beheersverordening toegepast.

Voor het bepalen van de voorgevel is het begrip 'voorgevel' in de regels opgenomen. Als een woning, of ander gebouw, op een hoek van twee wegen staat, dan kan er sprake zijn van twee voorgevels. Dit is alleen het geval als de zijgevel gericht is op een hoofdontsluitingsweg. De hoofdonsluitingswegen (deels) in of grenzend aan het verordeninggebied zijn:

Deel Vijverberg - Rekhemseweg:

  • Terborgseweg;
  • Oostelijke Randweg (in aanleg).

Deel De Hoop - Sportpark Zuid:

  • Europaweg;
  • Liemersweg;
  • Energieweg.
3.2.4 Aanpassingen ten opzichte van voorgaande beheersverordening

In gemeente Doetinchem zijn recent een drietal beheersverordeningen vastgesteld, te weten:

  • Noordoost Doetinchem - 2012;
  • Beheersverordening bedrijventerreinen Wijnbergen, De Huet, Keppelseweg en Hamburgerbroek - 2013;
  • Beheersverordening Vijverberg, Rekhemseweg, De Hoop, Sportpark Zuid - 2013;

Zoals aangegeven is (was) het instrument 'beheersverordening' nieuw binnen Doetinchem. Daarom zal een evaluatie over dit instrument plaatsvinden. Vooruitlopend op de evaluatie zijn er 'werkenderwijs' een aantal inhoudelijke punten geconstateerd die niet juist of onduidelijk zijn. Daarom is voor alle drie de beheersverordeningen een 'reparatie'uitgevoerd.

De doorgevoerde aanpassingen zijn opgenomen in bijlage 3 van de toelichting. Voor het overige is de inhoud van de voorliggende beheersverordening gelijk met de beheersverordeningen uit 2012 en 2013.

Hoofdstuk 4 Onderzoek

In dit hoofdstuk vindt toetsing plaats aan beleids- en omgevingsaspecten. De conclusie is dat deze aspecten de totstandkoming van de beheersverordening niet in de weg staan.

4.1 Beleidsaspecten

In het kader van deze beheersverordening is getoetst welke beleidstukken op rijks-, provinciaal en gemeentelijk niveau relevant zijn. Gelet op de uitgangspunten van deze beheersverordening, is uitsluitend stil gestaan bij beleid dat eventuele consequenties voor de beheersverordening kan of moet hebben. Omdat de beheersverordening ziet op het beheer van de bestaande situaties is een uitgebreidere toetsing niet noodzakelijk.

Deze werkwijze leidt tot de conclusie dat het rijks- en provinciale beleid de beheersverordening niet in de weg staat. Er moet wel stil worden gestaan bij gemeentelijk beleid.

4.1.1 Planologisch beleid 2011

Dit gemeentelijke beleid is eerder in deze toelichting al aan de orde gekomen, in paragraaf 2.3.1. Aanvragen voor omgevingsvergunningen voor bouwen zullen aan dit beleid getoetst worden, als ze niet passen in de regels van de verordening.

4.1.2 Welstandsnota

Aanvragen voor omgevingsvergunningen voor bouwen zullen aan de in deze nota genoemde kenmerken en criteria worden getoetst. In het overgrote deel van het verordeninggebied gelden minimale welstandseisen. De welstandscommissie speelt dan bij de welstandsbeoordeling geen rol.

4.2 Omgevingsaspecten

Voorafgaand aan de keuze voor de inzet van de beheersverordening heeft een scan plaatsgevonden van relevante omgevingsaspecten in het verordeninggebied. Dit onderzoek was beperkt van aard, omdat de beheersverordening gericht is op instandhouding van de bestaande situatie.

4.2.1 Cultuurhistorie

De cultuurhistorie is in Doetinchem vastgelegd in de structuurvisie "Doetinchem, cultuurhistorierijk!" (vastgesteld 3 november 2008) en de Erfgoedverordening gemeente Doetinchem 2011 (vastgesteld 8 december 2011). In het verordeninggebied zijn diverse panden aanwezig die geïnventariseerd zijn als cultuurhistorisch waardevol (rapport "Cultuurhistorische verkenning woonwijken Doetinchem (1940 - 1965)", maart 2010). Het bestaande gebruik kan gewoon voortgezet worden. Een specifieke regeling voor deze bebouwing is niet nodig.

De archeologische verwachtingswaarden zijn in de gemeente vastgelegd in de archeologische beleidskaart. Deze verwachtingen zijn in de verordening vertaald naar een beschermende regeling via afzonderlijke besluitsubvlakken. De regels zijn gebaseerd op de nieuwe verdeling van de beschermingsniveaus, zoals aangegeven in de nota "Archeologie met beleid. Afwegingskader voor archeologiebeleid in de Regio Achterhoek" (vastgesteld door de raad op 25 april 2013).

4.2.2 Ecologische hoofdstructuur

In het verordeninggebied is in het deel De Hoop / Sportpark Zuid de Oude IJssel gelegen. De Oude IJssel met haar oevers behoort tot de ecologische verbindingszone, onderdeel van de landelijke ecologische hoofdstructuur. De ecologische verbindingszone is in de verordening vertaald naar een regeling via een afzonderlijk besluitsubvlak ('ehs - ecologische verbindingszone') met bijbehorende specifieke regels.

Ook is het deel Vijverberg/Rekhemseweg een stuk van de ecologische hoofdstructur - natuur gelegen. Dit gebied is in de verordening ook vertaald naar en regeling via een afzonderlijk besluitsubvlak ('ehs - natuur') met bijbehorende specifieke regels.

4.2.3 Beschermingszone natte landnatuur

In het Waterplan 2010-2015 van de provincie zijn beschermingszones natte landnatuur vastgelegd. In het deel Vijverberg/Rekhemseweg is een deel van een van deze zones gelegen. Deze is met een eigen besluitsubvlak ('waarde - natuur') vastgelegd en van een regeling voorzien in de verordening.

4.2.4 Externe veiligheid

Externe veiligheid betreft de beheersing van de risico's en richt zich op het gebruik, de opslag, de productie van gevaarlijke stoffen en het transport van gevaarlijke stoffen. De gevaarlijke stoffen kennen twee verschillende bronnen, stationaire bronnen zoals een chemische fabriek of een LPG vulpunt en mobiele bronnen zoals transport van gevaarlijke stoffen over wegen en door leidingen. De aspecten van externe veiligheid zijn in beeld gebracht en gebundeld in het rapport van de Omgevingsdienst Achterhoek "EV Advies" d.d. 22 april 2013. Dit is bijlage 2 Externe veiligheid - advies van de toelichting.

Als gevolg van de regels voor externe veiligheid zijn de volgende zones in de verordening opgenomen:

  • besluitsubvlak 'leiding gas': deze is opgenomen voor de hogedruk aardasleiding, globaal gelegen langs de Liemersweg en Europaweg. De oriëntatiewaarde van het groepsrisico wordt hier niet overschreden. In de verordening is een bouwregeling en een omgevingsvergunningstelsel voor werken en werkzaamheden opgenomen, ter bescherming van de leiding. Hiervoor is het besluitsubvlak opgenomen.
  • besluitsubvlak 'leiding hoogspanning': deze is opgenmen voor de bovengrondse hoogspanningsverbinding in Sportpark Zuid. Aan weerszijde van de leiding geldt een afstand van 22,5 m die vrijgehouden moet worden van bebouwing. Hiervoor is het besluitsubvlak opgenomen.
  • besluitsubvlak 'veiligheidszone - lpg': deze is opgenomen voor de lpg tankstations die in het verordeninggebied liggen. Het gaat om het lpg station aan de Europaweg 10 (Esso Lukassen) en de Wijnbergseweg 43 (Wenting). Voor beide tankstations geldt dat binnen de contour van deze tankstations de personendichtheid onder de oriëntatiewaarde van het groepsrisico blijft. In de verordening is met het besluitsubvlak vastgelegd dat in dit gebied geen kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten zijn toegestaan.

Het aspect externe veiligheid vormt zodoende geen belemmering voor de uitvoering van deze verordening.

4.2.5 Rioolpersleiding

In het verordeninggebied is een rioolpersleiding aanwezig. De rioolpersleiding is in de verordening vertaald naar een regeling via een afzonderlijk besluitsubvlak 'leiding riool' en bijbehorende regeling. Het bestaande gebruik kan gewoon voortgezet worden.

4.2.6 Andere omgevingsaspecten

Er is geen onderzoek verricht naar de bodemkwaliteit en de aanwezige flora en fauna. Deze aspecten zijn alleen relevant als er nieuwe ontwikkelingen in het plangebied mogelijk zijn. De beheersverordening biedt hier geen ruimte voor. In het geval van sloop- of bouwwerkzaamheden, moet voor de bodemkwaliteit en de beschermde soorten uit de Flora- en faunawet in het kader van de omgevingsvergunning alsnog het benodigde onderzoek worden verricht. Ook bij afgraven of afvoeren van grond, moet aan de regels uit het Besluit bodemkwaliteit en de Wet bodembescherming worden voldaan.

Er worden in het gebied geen nieuwe geluidgevoelige bestemmingen toegestaan. Ook is uitgesloten dat bij veranderingen in het openbaar toegankelijk gebied herinrichting van wegen plaats kan vinden die in de zin van de Wet geluidhinder aan te merken zijn als reconstructie.

De bescherming van geluidgevoelige objecten in verband met het industrielawaai van Hamburgerbroek is geregeld in een afzonderlijk besluitsubvlak.

De waterkering van de Oude IJssel is geregeld in een afzonderlijk besluitsubvlak, zodat de het behoud en de bescherming van de waterkering vastligt.

Straalpaden en luchtkwaliteit spelen geen rol in het verordeninggebied.

De conclusie is dat geen van de genoemde omgevingsaspecten in het gebied aanleiding geeft tot het treffen van maatregelen. De bestaande situatie wordt gehandhaafd en er wordt voldaan aan de geldende wet- en regelgeving.