direct naar inhoud van Artikel 4 Gemengd
Plan: Verheulsweide - Vredesteinterrein 2010
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0222.R04B102A-0005

Artikel 4 Gemengd

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. commerciële dienstverlening;
  • b. maatschappelijke voorzieningen;
  • c. horeca, uitsluitend in de vorm van een restaurant, bedrijfsrestaurant/kantine, café, dagzaak en een snackbar/cafetaria;
  • d. verkeer, verblijf en mogelijkheden voor ontmoeting;
  • e. groen- en nutsvoorzieningen;

en daarbij behorende gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde en voorzieningen.

4.2 Bouwregels
4.2.1 Algemeen

Op de in 4.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde ten dienste van de bestemming 'Gemengd' worden gebouwd.

4.2.2 Gebouwen en bijbehorende bouwwerken (overkappingen)

Voor het bouwen van gebouwen en bijbehorende bouwwerken gelden de navolgende regels:

  • a. realisatie is uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m) en maximum bebouwingspercentage (%)' gelden de weergegeven maatvoeringen. Deze bouwhoogte en bebouwingspercentage mogen niet worden overschreden;
4.2.3 Bouwwerken geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde gelden de navolgende regels:

  • a. de bouwhoogte mag achter (het verlengde van) de naar de weg gekeerde bouwgrens maximaal 2 m bedragen; indien geplaatst vóór (het verlengde van) de naar de weg gekeerde bouwgrens mag de bouwhoogte maximaal 1 m bedragen;
  • b. in afwijking van het bepaalde in sub a, mag de bouwhoogte van:
    • 1. speeltoestellen maximaal 6 m bedragen;
    • 2. verlichting, vlaggenmasten maximaal 10 m bedragen;
    • 3. antennes maximaal 15 m bedragen;
    • 4. de monumentale schoorsteen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - schoorsteen' maximaal 30 m bedragen;
  • c. de oppervlakte van een overkapping mag maximaal 20 m2 bedragen;
  • d. bouwwerken geen gebouwen zijnde dienen achter de voorgevel van een hoofdgebouw te worden opgericht.
4.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van het bepaalde in 4.2, op gronden met de bestemming 'Gemengd' nadere eisen stellen met betrekking tot:

  • a. dakvormen, dakhellingen en nokrichtingen van bouwwerken;
  • b. de bouw- en goothoogte van bouwwerken;
  • c. de afmetingen van bouwwerken;
  • d. het aantal en de situering van bouwwerken;
  • e. het aantal en de situering van parkeerplaatsen op eigen terrein;

onder voorwaarde dat de nadere eisen niet op onevenredige wijze aan een doelmatig gebruik van gronden en bouwwerken in de weg staan.

4.4 Afwijken van de bouwregels
4.4.1 Gebouwen en bijbehorende bouwwerken (overkappingen)

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.2.2 sub a voor het bouwen van gebouwen en bijbehorende bouwwerken buiten het bouwvlak tot een maximale oppervlakte van 50 m2, onder voorwaarden dat:

  • a. het bouwperceel aan de zijde waar het bouwvlak wordt overschreden grenst aan openbaar gebied, waarop een groen-, natuur-, water-, verkeers- of daarmee vergelijkbare bestemming rust;
  • b. de afstand tot het in sub a genoemde gebied minimaal 2 m bedraagt;
  • c. de ruimtelijke uitwerking van de afwijking aanvaardbaar is;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden aangetast;
  • e. de logistieke afwikkeling op eigen terrein blijft plaatsvinden;
  • f. het parkeren door gebruikers en bezoekers op eigen terrein gewaarborgd is;
  • g. de bouwregel in 4.2.2 sub b in acht worden genomen.
4.4.2 Luifels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.2.3 sub a voor het bevestigen van een luifel aan een hoofdgebouw, onder voorwaarden dat:

  • a. de luifel wordt bevestigd aan de voorgevel en/of de zijgevel van het hoofdgebouw;
  • b. de luifel maximaal 1,25 m uit de gevel van het hoofdgebouw mag steken;
  • c. de breedte van de luifel niet meer dan de totale breedte van de gevel waaraan de luifel wordt bevestigd mag bedragen met aan weerszijden een overstek van maximaal 0,75 m;
  • d. de ruimtelijke uitwerking van de afwijking aanvaardbaar is;
  • e. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden aangetast;
  • f. de logistieke afwikkeling op eigen terrein blijft plaatsvinden.
4.5 Afwijken van de gebruiksregels
4.5.1 Galerie, atelier

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.1 voor het toestaan van een galerie, atelier of een daarmee naar aard en omvang vergelijkbaar te stellen functie, onder voorwaarden dat:

  • a. de ruimtelijke uitwerking van de afwijking aanvaardbaar is;
  • b. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden aangetast.