direct naar inhoud van 2.3 Provinciaal beleid
Plan: De Pas 2010
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0222.R06B077A-0004

2.3 Provinciaal beleid

2.3.1 Streekplan Gelderland 2005

Het Streekplan Gelderland 2005, kansen voor de regio, d.d. 29 juni 2005, bevat de beleidskaders voor de ruimtelijke ontwikkeling in Gelderland voor de komende 10 jaar.

Hoofddoel van het streekplan is de ruimtebehoefte zorgvuldig in regionaal verband te accommoderen en te bevorderen. De publieke en private partijen moeten daarin de benodigde ruimte vinden, op een wijze die meervoudig ruimtegebruik stimuleert, duurzaam is en de regionale verscheidenheid versterkt, gebruik makend van de aanwezige identiteiten en ruimtelijke kenmerken. Concrete doelstellingen daarbij zijn:

  • Sterke stedelijke netwerken en regionale centra bevorderen;
  • Versterken van de economische kracht en de concurrentiepositie van Gelderland;
  • Bevorderen van een duurzame toeristische-recreatieve sector in Gelderland met een bovengemiddelde groei;
  • De vitaliteit van het landelijk gebied en de leefbaarheid van daarin aanwezige kernen versterken;
  • De waardevolle landschappen verbeteren en de Ecologische Hoofdstructuur realiseren;
  • De watersystemen veilig en duurzaam afstemmen op de veranderende wateraanvoer en waterafvoer en de benodigde waterkwaliteit;
  • Een gezonde en veilige milieu(basis)kwaliteit bewerkstelligen;
  • Met ruimtelijk beleid bijdragen aan de verbetering van de bereikbaarheid van en in de provincie;
  • Bijdragen aan een evenwichtige regionaal gedifferentieerde ruimtelijke ontwikkeling, door de cultuurhistorische identiteiten en ruimtelijke kenmerken als inspiratiebron te hanteren in de ruimtelijke planning.

afbeelding "i_NL.IMRO.0222.R06B077A-0004_0002.jpg"

Streekplankaart: Ruimtelijke ontwikkeling, uitsnede Doetinchem

De ruimtelijke hoofdstructuur in het streekplan is tweeledig; het rode raamwerk en het groenblauwe raamwerk. Het rode raamwerk heeft betrekking op de gebieden met hoogdynamische functies zoals de hoofdinfrastructuur en de intensieve vormen van ruimtegebruik. Algemene doelstellingen van het rode raamwerk zijn:

  • ontwikkeling van stedelijke netwerken en sterke regionale centrumsteden;
  • zorgen voor voldoende recreatie en (buffer)groen tussen en bij steden (GIOS);
  • realisering van landbouwontwikkelingsgebieden;
  • ontwikkeling intensieve teeltgebieden (ITG).

Specifiek voor de Achterhoek wordt genoemd:

  • Stedelijke transformatie: Doetinchem-Hamburgerbroek;
  • GIOS: Doetinchem-Wehl;
  • Uitvoering reconstructieplan.

Het groenblauwe raamwerk heeft betrekking op functies en kwaliteiten die afhankelijk zijn van een lage ruimtelijke dynamiek en welke kwetsbaar zijn voor intensieve vormen van ruimtegebruik. Algemene doelstellingen van het groenblauwe raamwerk zijn:

  • Bescherming bestaande natuur en waardevolle open gebieden;
  • Behoud en ontwikkeling ecologische verbindingszones (EVZ);
  • Afbakening en bescherming waterbergingsgebieden;
  • Maatregelen Ruimte voor de Rivier;

Specifiek voor de Achterhoek wordt genoemd:

  • Behoud en ontwikkeling EVZ: Groenblauwe as Graafschap-Winterswijk.

De delen die buiten het rode en groenblauwe raamwerk vallen liggen in het multifunctioneel gebied. Op dit gebied wordt door de provincie geen expliciete provinciale sturing gericht. Wel worden handreikingen gegeven ten aanzien van landbouw, landschap, recreatie en toerisme, functieverandering, verevening, nieuwe landgoederen en bossen.

Het plangebied De Pas 2010 is gelegen binnen het rode raamwerk. In het Streekplan Gelderland 2005 staan geen specifieke ontwikkelingen beschreven voor het plangebied. De ontwikkeling sluit aan op de doelstellingen zoals aangegeven in het streekplan.

2.3.2 Belvoir 3, Cultuurhistorisch beleid 2009 - 2012

De nota Belvoir 3 is op 23 februari 2009 door Provinciale Staten vastgesteld. Belvoir 3 is een vervolg op Belvoir 1 (draagvlak en besef) en Belvoir 2 (kaders). Belvoir 3 is volledig gericht op uitvoering van de in Belvoir 2 aangewezen Belvoirgebieden.

In de gemeente Doetinchem worden twee Belvoirgebieden onderscheiden:

Achterhoek rond het natte midden:

Huidige verschijningsvorm:

De Achterhoek is een bijzonder gebied dat bestaat uit afwisselend boerenland met dorpen en gehuchten. Het bestaat uit oost-west stromende riviertjes en beken, maar ook de Graafschap met zijn landgoederen, de IJsselstad Zutphen en veel over het land verspreide (voormalige) boerderijen. Vergeleken met de meeste andere Geldersche gebieden is het rustig, landelijk en nog sterk bepaald door de landbouw, vooral melkveeteeld. Door de vele lanen, houtwallen en bosjes is het een groen en tamelijk kleinschalig gebied.

Streefbeeld Achterhoek rond het natte midden 2016:

De Achterhoek rond het natte midden is herkenbaar als afwisselend boerenland met concentraties van landgoederen en het industrieel erfgoed van de ijzerindustrie. De kenmerkende lappendeken aan boerderijen, essen, bossen, gecombineerd met kleinschalig wonen en werken is alom beleefbaar. De landgoederen vormen een toegankelijke rijke structuur met veel natuur en cultuur. De monumenten van ijzerindustrie zijn herkenbaar en leven voort in nieuw functies.

Oude riviervlakte: Liemers:

Huidige verschijningsvorm:

De Liemers is aan de ene kant druk door de nabijheid van Arnhem en de vanaf Arnhem langs de A12 aaneengeschakelde woon- en werkgebieden van Westervoort en Zevenaar, maar aan de andere kant rustig en groen zoals in de Rijnstrangen. Dat het land door het (leven met het) rivierwater is gemaakt is overal merkbaar: dijkzones van Rijn en IJssel met uiterwaarden en steenfabrieken, het Pannerdensch Kanaal, tal van oude rivierarmen, vlak grasland doorsneden met sloten. Een afwijkend deel is Montferland dat als beboste hoogte in het rivierenlandschap ligt.

Streefbeeld de Liemers 2016:

De historische dimensie van de Rijnstrangen is instand gehouden en in Montferland is de verbinding tussen historische bebouwing en landerijen versterkt. De Rijnstrangen zijn Gelders Erfgoed geworden als overblijfselen van tijden met wateroverlast. Kasteel Bergh samen met de landerijen zijn beschermd.

Doelstelling en uitvoering

De centrale doelstelling van de nota is het realiseren van betekenisvolle plekken en daarmee een duurzame leefomgeving. Met betekenisvolle plekken bedoelt de provincie wenselijke, zich onderscheidende, sociaal en economisch succesvolle plaatsen. In de nota worden drie opgaven geformuleerd om de doelstelling te behalen:

  • 1. Realisatie van duurzaam functioneel gebruik van de cultuurhistorie. Wat heb ik aan cultuurhistorie en wat kan ik ermee? de provincie streeft naar een duurzame wijze van zorgen, borgen en genieten van de cultuurhistorie;
  • 2. Op basis van de streefbeelden 2016 realisatie van de gezamenlijke cultuurhistorische programma's en projecten;
  • 3. Realisatie van definitieve maatschappelijke verankering van cultuurhistorie en borging met behulp van geldende regelgeving.

Voor realisatie is bij de nota is een interim-kader opgesteld over hoe de provincie de komende vier jaar (2009-2012) haar medeverantwoordelijkheid voor het Gelders archelogisch erfgoed wil invullen. Het interim-kader deelt Gelderland op in gebieden van groot provinciaal belang, de parels en gebieden van potentieel provinciaal belang, de ruwe diamanten.

Voor de parels stuurt de provincie via samenwerking met de gebiedspartners op verantwoord onderzoek, behoud door ontwikkeling en en bescherming. Voor de ruwe diamanten laat de provincie de verantwoordelijkheid voor archeologische onderzoek aan de gemeenten.

afbeelding "i_NL.IMRO.0222.R06B077A-0004_0003.jpg"

Uitsnede interim-kader parels en ruwe diamanten

Het plangebied De Pas 2010 is niet gelegen in een van de parels of ruwe diamanten. Wel worden er vanuit cultuurhistorie door de gemeente verschillende waarden toegekend aan het plangebied. In paragraaf 2.5.9, wordt hier nader op in gegaan. De ontwikkeling sluit aan op de doelstellingen zoals aangegeven in het beleidskader.

2.3.3 Waterplan Gelderland 2010-2015

In het Waterplan Gelderland 2010-2015 wordt met betrekking tot stedelijk gebied aangegeven, dat inrichting en beheer van het waterhuishoudkundig systeem gericht zijn op:

  • het voorkomen en beperken van wateroverlast;
  • de ontwikkeling en het behoud van de natuur in het stedelijk gebied;
  • het voorkomen van zettingen;
  • het herbenutten van ontwateringswater voor drink- en industriewatervoorziening of voor herstel van verdroogde natuur;
  • het weren van (diepe) drainage en het voorkomen van instroming van oppervlaktewater op de riolering;
  • het beperken van de vuilbelasting door riooloverstorten;
  • het beperken van de invloed van bronbemaling;
  • het realiseren van de basiskwaliteit voor oppervlaktewater.

De waterketen in stedelijk gebied is zodanig ingericht dat deze geen negatieve invloed heeft op het grond- en oppervlaktewater. Stedelijke ontwikkelingen en stedelijke herinrichting en herstructurering dient “waterneutraal” te zijn en wordt benut om het watersysteem waar nodig op orde te brengen en te verduurzamen.

Voor het plangebied De Pas 2010, staan in het waterplan geen specifieke doelstellingen beschreven. De ontwikkeling sluit aan op de algemene doelstellingen zoals aangegeven in het plan. In de paragrafen 2.4.2, 2.5.12 en 4.3.2 wordt nader op het aspect water ingegaan.