direct naar inhoud van 4.3 Overige aspecten
Plan: Turfweg bij 36 - 2010
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0222.R07B231A-0006

4.3 Overige aspecten

4.3.1 Flora en fauna

In het kader van de Flora- en faunawet moeten de gevolgen van een wijziging in de ruimtelijke ordening worden onderzocht en zonodig nadelige gevolgen voorkomen of gecompenseerd worden.

Het plangebied Turfweg ligt direct buiten de bebouwde kom van IJzevoorde en valt buiten de Europese vogel- en habitatrichtlijngebieden en de provinciale Natura 2000 gebieden.

Het plangebied ligt buiten de kerngebieden van Ecologische Hoofdstructuur (EHS), maar wel binnen de ecologische verbindingszones (Kruisbergse bossen- Zelhemse Broek -Slangenburg).

afbeelding "i_NL.IMRO.0222.R07B231A-0006_0024.jpg"

Overzichtskaart EHS en EVZ Provincie Gelderland, fragment Doetinchem oost

Bouwen in een ecologische verbindingszone is alleen mogelijk indien er voldoende compensatie (verevening) voor natuur- en landschap zal plaatsvinden.

De voorkeur inrichtingsmodellen voor de ecologische verbindingszone zijn:afbeelding "i_NL.IMRO.0222.R07B231A-0006_0025.jpg"

Het landschapsplan van paragraaf 2.3 is ingericht op basis van het voorkeurmodel kamsalamander.

Het plangebied Turfweg betreft een intensief begraasde schapenweide en een beheer met regelmatige zodenbemesting.

De situatie is beoordeeld met een quickscan Flora en Fauna door ecologisch adviesbureau Regelink uit Rheden. Het rapport met nr. RA09113-01 is als bijlage toegevoegd aan het bestemmingsplan. Het bouwplan heeft eventueel alleen effect op vogels. Indien werkzaamheden worden uitgevoerd in de periode 15 maart tot en met 15 juli zullen vroegtijdig maatregelen worden getroffen om verstoring van nesten te voorkomen.

Uit het onderzoek zijn geen beschermde planten en dieren aangetroffen. Er hoeven geen compenseren maatregelen te worden getroffen of een ontheffing in het kader van de Flora- en faunawet te worden aangevraagd.

Ook bevindt het plangebied zich in het Waardevol Landschap Slangenburg. Een gebied dat wordt gekenmerkt door karakteristiek verspreide bebouwing van hoeven, landhuizen, gehuchten, dorpen en gave open essen en gave broekgebieden.

Er zijn geen belemmeringen voor het bouwplan Heusinkveld. De woning is ingepast met een landschapsplan op basis van het voorkeurmodel voor de ecologische verbindingszone en er zijn geen beschermde planten en dieren aangetroffen. Een ontheffing in het kader van de Flora- en faunawet is niet nodig. Het inrichtingsplan vormt een versterking van de kenmerken van het Waardevol Landschap Slangenburg.

4.3.2 Water

De watertoets

Eind 2000 heeft het kabinet het standpunt "Anders omgaan met water" vastgesteld. Het op een andere manier omgaan met water én ruimte is nodig om in de toekomst bescherming te bieden tegen overstromingen en wateroverlast. De watertoets is een instrument dat ruimtelijke plannen toetst aan de mate waarin zij rekening houden met het beleid om het water meer ruimte te geven. De watertoets heeft als doel om in een vroegtijdig stadium alle relevante partijen te betrekken bij het opstellen van een wateradvies. De toets heeft betrekking op alle wateren en alle waterhuishoudkundige aspecten die van betekenis zijn voor het gebruik en de functie van het plangebied en de directe omgeving van het gebied, bijvoorbeeld veiligheid (overstromingsgevaar), wateroverlast en waterkwaliteit.

Het watersysteem van het plangebied
Het bouwplan ligt in het buitengebied van de gemeente Doetinchem ci. 75 meter ten westen van de buurtschap IJzevoorde op de zandige hogere delen (14,5 m. + NAP) op het zogenaamde "Oost-Nederlandse Plateau". In de direct omgeving van het plangebied is een waterloop van het waterschap aanwezig, direct teen noorden van het plangebied aan de Turfweg. Ten zuiden van het plangebied ligt de gorden van bossen van het natuurkerngebied De Slangenbrug. De afwatering en grondwaterstroming van het plangebied is richting Grote- of Rode Beek in westelijke richting.


Het bodemprofiel is zwak siltig, matig fijn tot matig grof zand en heeft een gemiddelde drooglegging van circa 1 meter. Uit het bodemonderzoek is gebleken dat het watervoerende pakket van ca. 20 meter wordt gevormd door de matig grove tot zeer grove en grindrijke formaties van Kreftenheye en Drente. Op deze fluvioglaciale en fluviatieleformaties liggen de fijnzandige, matig goed doorlatende dekzandafzettingen, behorende tot de Formatie van Boxtel, met een dikte van enkele meters.


Het is bekend dat de bodem in het buitengebied van Doetinchem op de zandige gronden voldoende tot goed doorlatend is. De aanwezige zandige bovenlaag tot 1,25 meter is doormin in principe geschikt voor infiltratie. Een aanvullend geo-hydrologisch onderzoek voor de bepaling van de zogenaamde 'k-waarde' voor de doorlatendheid wordt op basis van de beschikbare gebiedsgegevens niet nodig geacht. De k-waarde is op basis van gebiedskennis groter dan 1m/dag. Infiltratie zoals bij andere projecten in de omgeving technisch mogelijk. De projecten in het buitengebied van een gemeente kenmerking zich bovendien door het relatief grote oppervlak aan beschikbare ruimte voor infiltratie. Ook matig of slecht doorlatende gronden kunnen bij een grotere beschikbare oppervlakte voor toepassing van infiltratie geschikt zijn. Volgens het overzicht van het Waterschap heeft het plangebied een globale afvoercoëfficiënt van 0,5l/s/ha wat voor een maatgevend neerslagvolume volgens bui 100+ (T100 + 10%) een bergingscapaciteit van 85 mm in het bodemprofiel van het plangebied vergt.

Waterhuishoudkundige aspecten

Thema   Toetsvraag   Relevant  
Hoofdthema's  
Veiligheid   1. Ligt in of nabij het plangebied een primaire of regionale waterkering?
2. Ligt in of nabij het plangebied een kade?  
Nee

Nee  
Riolering en
afvalwaterketen  
1. Is er een toename van het afvalwater (DWA)?
2. Ligt in het plangebied een persleiding van WRIJ?
3. Ligt in of nabij het plangebied een RWZI van waterschap?  
Ja

Nee

Nee
 
Wateroverlast (oppervlakte- water)   1. Is er sprake van toename van het verhard oppervlak?
2. Zijn er kansen voor het afkoppelen van bestaand verhard oppervlak?
3. In of nabij het plangebied bevinden zich natte en laag gelegen gebieden, beekdalen, overstromingsvlaktes?  
Ja

Nee

Nee  
Grondwater- overlast   1. Is in het plangebied sprake van slecht doorlatende lagen in de ondergrond?
2. Bevindt het plangebied zich in de invloedzone van de Rijn of IJssel?
3. Is in het plangebied sprake van kwel?
4. Beoogt het plan dempen van slootjes of andere wateren?  
Nee

Nee

Nee
Nee  
Oppervlakte- waterkwaliteit   1. Wordt vanuit het plangebied water op oppervlaktewater geloosd?
2. Ligt in of nabij het plangebied een HEN of SED water?
3. Ligt het plangebied geheel of gedeeltelijk in een Strategisch actiegebied?  
Nee

Nee

Nee  
Grondwater- kwaliteit   1. Ligt het plangebied in de beschermingszone van een drinkwateronttrekking?   Nee
 
Volksgezond- heid   1. In of nabij het plangebied bevinden zich overstarten uit het gemengde of verbeterde stelsel?
2. Bevinden zich, of komen er functies, in of nabij het plangebied die milieuhygiënische of verdrinkingsrisico's met zich meebrengen (zwemmen, spelen, tuinen aan water)?  
Nee


Nee  
Verdroging   1. Bevindt het plangebied zich in of nabij beschermingszones voor natte natuur?   Nee  
Natte natuur   1. Bevindt het plangebied zich in of nabij een natte EVZ?
2. Bevindt het plangebied zich in of nabij beschermingszones voor natte natuur?  
Nee

Nee  
Inrichting en beheer   1. Bevinden zich in of nabij het plangebied wateren die in eigendom of beheer zijn bij het waterschap?
2. Heeft het plan herinrichting van watergangen tot doel?  
Ja


Nee  
Aandachtsthema's  
Recreatie   1. Bevinden zich in het plangebied watergangen en/of gronden in beheer van het waterschap waar actief recreatief medegebruik mogelijk wordt?   Nee  
Cultuur- historie   1. Zijn er cultuurhistorische waterobjecten in het plangebied aanwezig?   Nee  

Toelichting per relevant waterhuishoudkundig thema

Het Waterschap Rijn&IJssel voert als beleid de afkoppeling van schoon regenwater van projecten en gebieden. Voor het onderhavige bouwplan is de afkoppeling van hemelwaterafvoer in beginsel bij beschikbare ruimte en mogelijkheden vereist.

Als thema's zoals vastgesteld in de “standaard waterparagraaf voor bestemmingsplannen” onderscheidt het Waterschap Rijn & IJssel voor een situatie zoals de onderhavige vooral: “Wateroverlast”. Hierbij wordt als beleid gevoerd zomogelijk af te koppelen en het hemelwater niet in de riolering af te voeren. Tevens is de doelstelling het oppervlaktewaterpeil en het grondwaterpeil duurzaam in stand te houden om enerzijds verdroging en bodemdalingen en anderzijds wateroverlast te voorkomen. Ten aanzien van de oppervlaktewaterkwaliteit mogen geen activiteiten plaatsvinden die tot extra belasting van de waterkwaliteit leiden.

De overige waterthema's in de voornoemde standaard zijn niet relevant voor het plan.

Door de ontwikkelingen in het plangebied neemt het bebouwde en verharde oppervlak theoretisch toe met ca. 500 m2. Om wateroverlast, kwantitatief en kwalitatief, nu en in de toekomst te voorkomen wordt het regenwater niet afgevoerd naar het rioolstelsel maar volgens de trits vasthouden - bergen – afvoeren behandeld. In het plan is ruimte gereserveerd voor buffering in de perceeloppervlakte en in een infiltratiegreppel.

De terreinverharding zal mogelijk bestaan uit een doorlatende halfverharding of grasbetonstenen. In beide gevallen is er geen sprake van opvang en afvoer van regenwater maar van directe infiltratie in de ondergrond. Indien later gekozen wordt voor een gesloten verharding (nadere keuze eigenaar) zal het water oppervlakkig afstromen op het overige perceel (tuin en weide). In alle gevallen is er geen sprake van afvoer van hemelwater.

Het dakwater zal worden geloosd op een te maken perceelgreppel. Deze is niet aangesloten op een externe riolering.

Er is geen sprake van afvoer van water van het perceel. Alle hemelwater wordt geïnfiltreerd op het perceel.

Er is geen sprake van toepassing van niet gecoate uitlogende bouwstoffen en er vinden geen activiteiten plaats die het watersysteem beïnvloeden of bedreigen.

De infiltratie van hemelwater voor het plangebied Turfweg zal op eigen terrein plaatsvinden met directe infiltratie in het vegetatiedak en de toplaag van de oprit en indirect in de perceelgreppel/wadi zonder rechtstreekse lozing op een waterschapssloot. Het plan voldoet aan de uitgangspunten van de gemeente en het Waterschap.

4.3.3 Monumenten en archeologie

Historisch landschappelijk erfgoed

Het plangebied is gelegen in een smalle zone van jonge Heideontginningen op de grens van de landschappelijke zone “Kampen” of “Oude Hoevenlandschap” aan de noordzijde (gemeente Bronckhorst). Het zijn in de onderhavige situatie beiden gebieden die zich kenmerken als een kleinschalig landschap met reliëf met gemengd akkers en weiden en het geheel gescheiden door en omzoomd met landschappelijke beplantingen van bosjes, singels, houtwallen en hagen. De wegen hebben een slingerend verloop en lopen overwegend van boerderij naar boerderij. De wegen waaieren stervorming uit vanuit de buurtschap IJzevoorde.

In de aangrenzende buurtschap staan gemengd diverse dorpse bouwvormen en ook historische kleine en soms voormalige agrarisch bebouwing. Deze “keuterboerderijen” zijn nu in alle gevallen burgerwoningen.

Het bouwplan Heusinkveld is een in architectuur op landelijke woningen geïnspireerd ontwerp en van vergelijkbare omvang en bouwhoogte als naburige bebouwing. Daarmee past het bouwplan in de aard en het karakter van het historische landschap en haar cultuurhistorie.

Er is geen sprake van naburige monumenten en dus ook geen mogelijkheid dat het bouwplan de aard hiervan schaadt.

Archeologisch erfgoed

Het plangebied Turfweg in IJzevoorde ligt in een zone die op de provinciale "cultuurhistorische waardenkaart" is aangemerkt als een gebied met een "middelhoge trefkans" voor archeologische waarden (donker geel).

Voor de gebieden met een middelhoge trefkans moet in principe op basis van provinciale criteria een nader archeologisch onderzoek worden uitgevoerd.

In de afgelopen decennia zijn echter diverse diepe grondwoelingen uitgevoerd om storende bodemlagen te breken. De kans op de aanwezigheid van ongestoorde bodemlagen was gering. afbeelding "i_NL.IMRO.0222.R07B231A-0006_0026.jpg"

Ter plaatse van de geprojecteerde bouwkavel is een archeologische bureauonderzoek uitgevoerd met een aansluitend verkennend booronderzoek door bureau Synthegra uit Doetinchem, rapportnummer S090375 d.d. 2 november 2009. Het rapport is als bijlage bij het bestemmingsplan gevoegd.

Hierbij is geconstateerd dat er sprake is van verstoorde bodemprofielen en dat geen nader archeologisch onderzoek nodig is.

Indien bij grondwerken toch cultuurhistorische waarden worden aangetroffen geldt de wettelijke meldingsplicht.

Geconcludeerd kan worden dat het bouwplan Heusinkveld past in de cultuurhistorische omgeving. Voor het plangebied Turfweg hoeft geen nader archeologisch onderzoek te worden uitgevoerd.

4.3.4 Verkeer en parkeren

De bouwplannen zijn gelegen op een private kavel in het buitengebied van de gemeente Doetinchem.

Het parkeren kan en zal op eigen terrein/erf plaatsvinden. Op het verharde erf is ruimte voor ca. 5 parkeerplaatsen. Daarmee voldoet het plan ruimschoots aan de norm van 1,7 parkeerplaats per woning volgens de CROW norm voor kernen. Er is geen sprake van een belasting van de openbare weg.

De bouwplannen hebben een zeer beperkte beïnvloeding van de verkeerssituatie en verkeersintensiteit tot gevolg. Als gevolg van het bouwplan worden maximaal 2x2 extra autobewegingen per dag verwacht. De gevolgen voor de verkeersintensiteit in de directe omgeving zijn nihil.

4.3.5 Duurzaam bouwen

Het bouwplan Heusinkveld zal nader worden uitgewerkt op basis van de bouwverordening. Daarnaast zal het bouwplan in nadere uitwerking van de schetsen met de welstandscommissie afgestemd worden.

De uitwerking zal plaatsvinden op basis van de principes van “duurzaam bouwen”. Er zal geen gebruik worden gemaakt van uitlogende stoffen of andere milieubelastende bouwmaterialen. Er is sprake van een passende landelijke vormgeving en aard van de bouwvorm. Het initiatief is bedoeld en ontwikkeld voor een inrichting en gebruik voor onbepaalde tijd en derhalve een duurzame planontwikkeling.