direct naar inhoud van Artikel 3 Natuur
Plan: Buitengebied, Landgoed De Krael - 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0222.R07B271A-0003

Artikel 3 Natuur

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. instandhouding en ontwikkeling van ter plaatse voorkomende dan wel daar aan eigen natuur- en landschapswaarden;
  • b. extensieve dagrecreatie, voor zover de in sub a bedoelde waarden niet onevenredig worden aangetast;
  • c. waterlopen, waterbergingen en waterinfiltratievoorzieningen;
  • d. fiets- en wandelpaden;
  • e. één toegangsweg ten behoeve van de bestemming Wonen;
  • f. nutsvoorzieningen;

en bij de bestemming behorende bouwwerken en voorzieningen.

3.2 Bouwregels
3.2.1 Algemeen

Op de in lid 3.1 bedoelde gronden mogen alleen bouwwerken geen gebouwen zijnde ten dienste van de bestemming 'Natuur' worden gebouwd, met uitzondering van een veldschuur.

3.2.2 Veldschuur

Ter plaatse van de aanduiding [bg] mag een veldschuur staan. Daarvoor gelden de navolgende regels:

  • a. de inhoud van de veldschuur mag maximaal 152 m3 bedragen;
  • b. de goothoogte mag maximaal 3 m bedragen;
  • c. de bouwhoogte mag maximaal 7 m bedragen.
3.2.3 Bouwwerken geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde gelden de navolgende regels:

  • a. alleen erfafscheidingen en extensieve recreatieve inrichtingen zijn toegestaan, bijbehorende bouwwerken zijn niet toegestaan;
  • b. de bouwhoogte mag maximaal 2 m bedragen.
3.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van het bepaalde in lid 3.2, op gronden met de bestemming 'Natuur' nadere eisen stellen met betrekking tot:

  • a. de bouwhoogte van bouwwerken;
  • b. de afmetingen van bouwwerken;
  • c. het aantal en de situering van bouwwerken;

onder voorwaarde dat de nadere eisen niet op onevenredige wijze een doelmatig gebruik van gronden en bouwwerken in de weg staan.

3.4 Afwijken van de bouwregels
3.4.1 Verlichting

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.2.3 sub a voor de bouwhoogte van verlichting tot 4 meter, onder voorwaarden dat:

  • a. de natuur waarden van de betreffende gronden niet onevenredig worden aangetast, dan wel dat de mogelijkheden voor het herstel van die waarden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind;
  • b. vooraf advies is ingewonnen bij een deskundige op het gebied van natuurbeleid.
3.5 Specifieke gebruiksregels
3.5.1 Algemeen

Onverminderd het bepaalde in Artikel 9 Algemene gebruiksregels is het verboden de gronden met de bestemming 'Natuur' te gebruiken in strijd met de bestemming. Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan het gebruik ten behoeve van:

  • a. het racen of crossen met gemotoriseerde voertuigen en fietsen;
  • b. staanplaats voor wagens en/of onderkomens.
3.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
3.6.1 Algemeen

Het is verboden om zonder omgevingsvergunning op de gronden met de bestemming 'Natuur' de navolgende werken en werkzaamheden uit te voeren of uit te doen voeren:

  • a. het aanleggen en/of verharden van wegen en paden en het aanleggen en/of het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
  • b. het aanleggen van en/of het vellen of rooien van beplantingen;
  • c. het aanleggen en/of het dempen van watergangen, sloten en andere waterpartijen;
  • d. het verlagen van en/of het graven in de bodem en het afgraven, ophogen en egaliseren van gronden;
  • e. het verlagen van het (grond)waterpeil;
  • f. het uitvoeren van heiwerken of het indrijven van scherpe voorwerpen in de bodem;
  • g. het aanbrengen van ondergrondse kabels en leidingen en/of de daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur.
3.6.2 Uitzonderingen

Geen omgevingsvergunning is vereist als:

  • a. de werken en werkzaamheden het normale onderhoud betreffen, met inbegrip van onderhoudswerkzaamheden en van vervangingswerkzaamheden van verhardingen, beplantingen en (tracés van) kabels en leidingen;
  • b. het werken en werkzaamheden betreft die:
    • 1. reeds in uitvoering zijn ten tijde van de inwerkingtreding van het plan;
    • 2. mogen worden uitgevoerd op basis van een reeds verleende:
      • omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
      • omgevingsvergunning voor het kappen of
      • ontgrondingsvergunning.
3.6.3 Advies inwinnen

Alvorens te beslissen op een verzoek om een omgevingsvergunning winnen burgemeester en wethouders advies in bij een deskundige op het gebied van natuurbeleid.