direct naar inhoud van 3.4 Gemeentelijk beleid
Plan: Brandweerkazerne - 2012
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0222.R12B014A-0005

3.4 Gemeentelijk beleid

3.4.1 Masterplan Schil

Het structuurplan Masterplan Schil, d.d. 13 december 2007, geeft een brede ruimtelijke visie over het gebied rondom het centrum van Doetinchem. Daarin zijn verschillende ontwikkellocaties opgenomen. Het Masterplan spreekt zich uit over de stedenbouwkundige kwaliteit in De Schil en schetst het plan de agenda en spelregels voor de verschillende ontwikkellocaties. Centraal bij de gebiedsontwikkeling in De Schil staat een zodanige aanpak dat de ruimtelijke kwaliteit van De Schil verbetert, de centrumfunctie van Doetinchem sterker wordt, de investeringen en plankosten worden terugverdiend en er vanaf 2008 zichtbare resultaten zijn.

Het plangebied Brandweerkazerne - 2012 grenst aan een van de in het Masterplan benoemde ontwikkellocaties te weten: nr. 5 Doetinchem Haven. In het potentiële programma van deze ontwikkellocatie is rekening gehouden met de eventuele realisatie van een brandweerkazerne. Echter, in de nadere detaillering van die ontwikkellocatie en op basis van de uitkomsten van de locatiestudie door de brandweer, is de huidige locatie aangewezen. De realisatie van de brandweerkazerne op de nu aangewezen plek is daarmee een uitwerking van het masterplan en staat een eventueel toekomstige ontwikkeling van Doetinchem Haven niet in de weg.

afbeelding "i_NL.IMRO.0222.R12B014A-0005_0006.jpg"

Uitsnede Masterplan Schil

3.4.2 Mobiliteitsplan

Op 12 juli 2007 heeft de gemeenteraad het mobiliteitsplan vastgesteld.

Het Mobiliteitsplan schetst vanuit ruimtelijk-economisch-perspectief de opgaven voor het mobiliteitsbeleid op korte en middellange termijn. Aan de hand van een analyse van ontwikkelingen en knelpunten zijn vervolgens de concrete problemen en oplossingsrichtingen geformuleerd. Dit leidt tot een integraal pakket van bereikbaarheidsmaatregelen gericht op de auto, het openbaar vervoer , het langzame verkeer en een visie op de wegen en fietsstructuur. Parkeerbeleid is daarvan integraal onderdeel. Vervolgens wordt aangegeven hoe randvoorwaarden van leefbaarheid en veiligheid worden gewaarborgd. In het Mobiliteitsplan is ook aandacht voor de financiële consequenties en mogelijkheden en de wijze waarop de mobiliteit duurzaam wordt gemonitoord.

Voor het Centrum en de industriegebieden van Doetinchem is gekozen voor een extra accent op bereikbaarheid. Voor leefbaarheid en verkeersveiligheid geldt daar het minimumniveau. Voor de wijken, dorpen en het buitengebied is gekozen voor een extra accent op verkeersveiligheid. Voor bereikbaarheid en leefbaarheid geldt daar het minimumniveau.

In de gemeente worden vijf probleemclusters onderscheiden:

  • probleemcluster centrum west (Keppelseweg-Hofstraat-Kruisbergseweg);
  • probleemcluster corridor aansluiting 3 A18 - Europaweg;
  • probleemcluster corridor aansluiting 4 A18 - Terborgseweg-J.F. Kennedylaan-kruising J.F. Kennedylaan/Varsseveldseweg;
  • probleemcluster centrum zuidoost (Gaswal-Missetstraat-IJsselkade-Raadhuisstraat);
  • probleemcluster Weemstraat (inclusief doorgaand verkeer regionaal bedrijventerrein-Zutphen).

Het plangebied is niet direct gelegen aan een van de probleemclusters. Probleemcluster corridor aansluiting A18 - Europaweg is gesitueerd vanaf de aansluiting A18, maar loopt tot aan de Liemersweg. Wel is dit deel van de Europaweg van belang voor de bereikbaarheid van het centrum.

Voor het plangebied Brandweerkazerne - 2012 is wel onderzoek verricht naar hoe de aantakking van de kazerne op de Europaweg vorm moet krijgen. Dit onderzoek met de bijbehorende uitgangspunten en oplossingsrichtingen is opgenomen in hoofdstuk 4, paragraaf 4.10. Op basis van dit onderzoek en de daaruit voortvloeiende maatregelen kan worden gesteld dat dit bestemmingsplan Brandweerkazerne - 2012 aansluit op het Mobiliteitsplan.

3.4.3 Groenstructuurplan Doetinchem

Het Groenstructuurplan Doetinchem (1992) heeft als doel richting te geven aan de gewenste opbouw en ontwikkeling van het groen in de stad. De hoofddoelstelling van het groenbeleid is het in stand houden en realiseren van groenvoorzieningen die bijdragen aan het welzijn van de inwoners van de gemeente. De waarde van het groen wordt bepaald door de kwaliteit – gevormd door de structurerende betekenis, de functionele betekenis en beplantings- en onderhoudstechnische aspecten – en de kwantiteit (aantal vierkante meters per inwoner).

De brandweerkazerne is gelegen in Sportpark Zuid. Het groenstructuurplan geeft aan dat dit gebied een functie zou moeten krijgen als park voor de stad. Inrichting en voorzieningen kunnen hier meer op afgestemd worden. Voor het gebied is aangegeven dat het gewenst is om het sportpark in te richten tot stadspark met behoud van de sportfunctie. De brandweerkazerne is dusdanig in te passen dat het niet ten koste gaat van deze ontwikkelrichting. Doordat een van de andere velden wordt voorzien van kunstgras is het bewuste veld waar de brandweer is gedacht niet nodig voor een sportfunctie. Verder is in het programma van eisen aangegeven hoe het terrein qua inrichting aan moet sluiten op haar directe omgeving. De brandweerkazerne wordt daarmee in het stadspark opgenomen.

Het bestemmingsplan Brandweerkazerne - 2012 past binnen de uitgangspunten van dit beleid.

3.4.4 Bomenbeleid en de nieuwe Bomenverordening

De bescherming, de herplant en het kappen van bomen is geregeld in de gemeentelijke bomenverordening. De beleidsregels voor toepassing van deze regelgeving zijn opgenomen in de notitie “Beleidsregels bomenverordening gemeente Doetinchem” (2006). Deze notitie bevat het beleid ten aanzien van de beoordeling kapaanvragen en belangenafweging, bijzondere bomen en de duurzame instandhouding en bescherming van bomen. Het bomenbeleid is in essentie gericht op het behoud van (toekomstig) waardevolle bomen en boomstructuren.

Bomen dragen in belangrijke mate bij aan de structuur, identiteit, belevingswaarde, ecologische waarde en gebruikswaarde van de (woon)omgeving en worden dan ook beschouwd als de belangrijkste groenelementen in de stedelijke omgeving. Hierbij geldt dat naarmate bomen ouder zijn de waarde voor de omgeving toeneemt. Om deze reden is het van belang in de bestaande situatie en bij nieuwe ontwikkelingen met zorg om te gaan met aspecten van beheer en inrichting van de boom en zijn groeiplaats.

De aanwezige waardevolle bomen worden beschermd via de kapverordening en de kapvergunning. In dit bestemmingsplan zijn derhalve geen maatregelen opgenomen.

3.4.5 Nota Cultuurhistorie: Doetinchem, Cultuurhistorierijk!

In de nota cultuurhistorie, Doetinchem Cultuurhistorierijk, d.d. 25 september 2008, worden voorwaarden en kansen geschetst die het mogelijk maken om de Doetinchemse cultuurhistorie te behouden, te beheren en te ontwikkelen. De nota gaat in op de cultuurhistorische opgave voor de komende 10 jaar.

De cultuurhistorie moet weer op een positieve manier in beeld komen. Een aantal speerpunten daarbij zijn:

  • Besef van en waardering voor het cultuurhistorisch erfgoed;
  • Kennisvermeerdering over het cultuurhistorisch erfgoed;
  • Visualisatie en exposure van het cultuurhistorisch erfgoed;
  • Stimulering wisselwerking tussen cultuurhistorisch erfgoed, moderne stedenbouw en landschapontwikkeling.

De gemeente Doetinchem kent verschillende historische identiteiten, zoals landschap, wonen en werken, etc., welke de komende jaren een leidraad moeten vormen voor het cultuurhistorisch beleid. Daarnaast moet het cultuurhistorisch beleid zoveel mogelijk aansluiten op bestaande wetgeving.

Binnen de gemeente Doetinchem is op dit moment nog maar weinig in beeld van het cultuurhistorisch erfgoed. Voor wat betreft het beter in beeld brengen van de cultuurhistorie is het van belang om bij ruimtelijke ontwikkelingen onderzoek uit te voeren naar de ter plaatse aanwezige cultuurhistorie.

Ten behoeve van de ontwikkeling van het plangebied Brandweerkazerne - 2012 is onderzoek naar cultuurhistorie uitgevoerd. De uitkomsten van dit onderzoek zijn opgenomen in paragraaf 4.7 van dit bestemmingsplan. De voorgestane ontwikkeling sluit daarmee aan op hetgeen is opgenomen in de nota cultuurhistorie.

3.4.6 Waterplan Doetinchem

De gemeente Doetinchem heeft samen met het waterschap Rijn en IJssel het Waterplan Doetinchem opgesteld. In dit beleidsdocument is de integrale omgang met water in stedelijk en landelijk gebied aangegeven ter ondersteuning van het streven te komen tot veerkrachtige watersystemen en het scheiden van vuil- en schoonwaterstromen als principe. Sinds de gemeentelijke herindeling (2005) is dit beleid ook van toepassing op het gebied van de voormalige gemeente Wehl.

Het Waterplan Doetinchem bundelt op lokaal niveau het inzicht in de huidige situatie en geeft in de streefbeelden en ambities aan hoe duurzaamheids- en gidsprincipes van integraal waterbeheer in plannen vertaald kunnen worden. Hierin zijn belangen van ruimtelijke ordening, milieu, natuur en toerisme meegewogen.

Het waterplan is door de gemeente in samenwerking met waterschap, waterbedrijf, vertegenwoordigers van natuur en milieubelangen, inwoners en bedrijfsleven tot stand gekomen. In het waterplan zijn Rijksbeleid, provinciaal beleid en het beleid van het waterschap als fundamentele elementen opgenomen. Het Waterplan uit 2003 en het Gemeentelijk Rioleringsplan 2010-2015 vormen samen de basis voor de omgang met water in het algemeen en het rioleringsstelsel in het bijzonder.

Met betrekking tot de ruimtelijke ordening en het stedelijk gebied zijn de volgende gidsprincipes voor integraal waterbeheer van belang:

  • Het toepassen van de drietrapsstrategie: vasthouden, bergen en afvoeren;
  • Water van schoon naar minder schoon laten stromen (geen afwenteling);
  • Met water de identiteit van een plek zichtbaar maken;
  • Een goede communicatie opzetten (intern en extern);
  • Water als mede-ordenend principe toepassen bij ruimtelijke plannen;
  • Samenwerken en afstemmen;
  • Balans in watersysteem en waterketen.

Door het toepassen van deze principes wordt gewerkt aan de ontwikkeling van een robuust, veerkrachtig en gezond watersysteem binnen de gemeentegrenzen, gecombineerd met een aantrekkelijke woonomgeving met optimale belevings- en gebruiksmogelijkheden van het water. Er is een goede samenwerking en afstemming tussen alle bij het waterbeheer betrokken partijen, en er vindt geen bestuurlijke, financiële of ruimtelijke afwenteling plaats. Dit is het algemene streefbeeld voor 2030.

In het waterplan wordt het algemene streefbeeld per functie en thema nader uitgewerkt. in paragraaf 4.9 wordt nader op het aspect water ingegaan. Dit bestemmingsplan sluit aan op het gestelde in het waterplan.