direct naar inhoud van Artikel 5 Groen
Plan: Oostelijke Randweg 2009
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0222.R17B063A-0005

Artikel 5 Groen

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. structurele groenvoorzieningen waaronder houtige opstanden;
  • b. extensieve dagrecreatie en mogelijkheden voor ontmoeting en spelen;
  • c. fiets- en wandelpadenzonder een direct verbindend karakter en verhardingen, niet zijnde parkeervoorzieningen;
  • d. waterlopen, waterbergingen en waterinfiltratievoorzieningen;
  • e. geluidwerende voorzieningen;
  • f. nutsvoorzieningen;

en daarbij behorende gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde en voorzieningen.

5.2 Bouwregels
5.2.1 Algemeen

Op de in lid 5.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming 'Groen' worden gebouwd.

5.2.2 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de navolgende regels:

  • a. er mogen maximaal twee gebouwen per bestemmingsvlak worden opgericht;
  • b. de afstand tot de bestemmingsgrens dient minimaal 2 m te bedragen;
  • c. de oppervlakte per gebouw mag niet meer dan 20 m2 bedragen;
  • d. de bouwhoogte mag maximaal 4 m bedragen.
5.2.3 Bouwwerken geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde gelden de navolgende regels:

  • a. de bouwhoogte mag maximaal 2 m bedragen;
  • b. in afwijking van het bepaalde in sub a, mag de bouwhoogte van:
    • 1. geluidwerende voorzieningen maximaal 6 m bedragen;
    • 2. verlichting, vlaggenmasten, speeltoestellen en vergelijkbare bouwwerken maximaal 10 m bedragen;
    • 3. antennes maximaal 15 m bedragen;
  • c. de oppervlakte per bouwwerk geen gebouw zijnde, niet zijnde geluidwerende voorzieningen, mag maximaal 20 m2 bedragen.
5.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van het bepaalde in lid 5.2, op gronden met de bestemming 'Groen' nadere eisen stellen met betrekking tot:

  • a. de bouw- en goothoogte van bouwwerken;
  • b. de afmetingen van bouwwerken;
  • c. het aantal en de situering van bouwwerken;

onder voorwaarde dat de nadere eisen niet op onevenredige wijze aan een doelmatig gebruik van gronden en bouwwerken in de weg staan.

5.4 Afwijken van de bouwregels
5.4.1 Geluidwerende voorzieningen

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.2.3 sub b voor de hoogte van geluidwerende voorzieningen, onder voorwaarden dat:

  • a. de geluidwerende voorzieningen geen onevenredige afbreuk doen aan de flora en fauna ter plekke;
  • b. uit akoestisch onderzoek blijkt dat de geluidwerende voorzieningen het noodzakelijke effect hebben;
  • c. vooraf advies is ingewonnen bij de afdeling van de gemeente Doetinchem, die verantwoordelijk is voor het groenbeleid, het verkeersbeleid en het geluidbeleid.
5.5 Specifieke gebruiksregels
5.5.1 Algemeen

Onverminderd het bepaalde in artikel 17, Algemene gebruiksregels, is het verboden de gronden met de bestemming 'Groen' te gebruiken in strijd met de bestemming. Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan het gebruik ten behoeve van:

  • a. verblijfsrecreatie;
  • b. intensieve dagrecreatie;
  • c. het racen of crossen met gemotoriseerde voertuigen en fietsen;
  • d. staanplaats voor wagens en/of onderkomens.
5.6 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijkenvan het bepaalde in lid 5.1 voor de aanleg van parkeer/passeerhavens of bushaltehavens, onder voorwaarden dat de havens de doorstroming van het verkeer bevorderen.

5.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
5.7.1 Algemeen

Het is verboden om zonder omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden op de gronden met de bestemming 'Groen' de navolgende werken en werkzaamheden uit te voeren of uit te doen voeren:

  • a. het aanleggen en/of verharden van wegen en paden en het aanleggen en/of het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
  • b. het aanleggen van en/of het vellen of rooien van beplantingen;
  • c. het aanleggen en/of het dempen van watergangen en waterpartijen;
  • d. het verlagen van en/of het graven in de bodem en afgraven, ophogen en/of egaliseren van gronden;
  • e. het verlagen van het (grond)waterpeil;
  • f. het uitvoeren van heiwerken en/of het indrijven van scherpe voorwerpen in de bodem;
  • g. het aanbrengen van ondergrondse kabels en leidingen en/of de daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur.
5.7.2 Uitzonderingen

Geen omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden is vereist indien:

  • a. de werken en werkzaamheden noodzakelijk zijn voor de verwezenlijking van de bestemming;
  • b. de werken en werkzaamheden het normale onderhoud betreffen, met inbegrip van onderhoudswerkzaamheden aan en vervangingswerkzaamheden van verhardingen, beplantingen en (tracés van) kabels en leidingen;
  • c. het werken en werkzaamheden betreft die:
    • 1. reeds in uitvoering zijn ten tijde van de inwerkingtreding van het plan;
    • 2. mogen worden uitgevoerd op basis van een reeds verleende:
      • omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden;
      • omgevingsvergunning voor de activiteit kappen of
      • ontgrondingsvergunning.
5.7.3 Voorwaarden

Alvorens te beslissen op een verzoek om omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden winnen burgemeester en wethouders advies in bij de afdeling van de gemeente Doetinchem, die verantwoordelijk is voor het groenbeleid en de inrichting van de openbare ruimte omtrent de vraag of het verlenen van de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden tot aantasting van de groenstructuur leidt en past in het beeld van de openbare ruimte, en welke voorwaarden aan de vergunning moeten worden verbonden.