direct naar inhoud van Artikel 6 Natuur
Plan: Oostelijke Randweg 2009
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0222.R17B063A-0005

Artikel 6 Natuur

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. instandhouding en ontwikkeling van natuurwaarden en landschapswaarden;
  • b. extensieve landbouw;
  • c. extensieve dagrecreatie, voor zover de onder sub a bedoelde waarden niet onevenredig worden aangetast;
  • d. fiets- en wandelpaden zonder een direct verbindend karakter en verhardingen, niet zijnde parkeervoorzieningen;
  • e. waterlopen, waterbergingen en waterinfiltratievoorzieningen;
  • f. nutsvoorzieningen;

en daarbij behorende bouwwerken geen gebouwen zijnde en voorzieningen.

6.2 Bouwregels
6.2.1 Algemeen

Op de in 6.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming 'Natuur' worden gebouwd.

6.2.2 Bouwwerken geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde gelden de navolgende regels:

  • a. erfafscheidingen en bouwwerken voor extensieve dagrecreatie zijn toegestaan, overkappingen zijn niet toegestaan;
  • b. de bouwhoogte mag maximaal 2 m bedragen.
6.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van het bepaalde in 6.2, op gronden met de bestemming 'Natuur' nadere eisen stellen met betrekking tot:

  • a. de bouwhoogte van bouwwerken;
  • b. de afmetingen van bouwwerken;
  • c. het aantal en de situering van bouwwerken;

onder voorwaarde dat de nadere eisen niet op onevenredige wijze een doelmatig gebruik van gronden en bouwwerken in de weg staan.

6.4 Afwijken van de bouwregels
6.4.1 Verlichting

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 6.2.2 sub a voor de bouwhoogte van verlichting tot 4 meter, onder voorwaarden dat:

  • a. de natuurwaarden van de betreffende gronden niet onevenredig worden aangetast, dan wel dat de mogelijkheden voor het herstel van die waarden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind;
  • b. vooraf advies is ingewonnen bij de afdeling van de gemeente Doetinchem die verantwoordelijk is voor het groenbeleid.
6.4.2 Geluidwerende voorzieningen

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.1 voor de aanleg van geluidwerende voorzieningen, onder voorwaarden dat:

  • a. de geluidwerende voorzieningen geen onevenredige afbreuk doen aan de flora en fauna ter plekke;
  • b. uit akoestisch onderzoek blijkt dat de geluidwerende voorzieningen het noodzakelijke effect hebben;
  • c. de hoogte van de geluidwerende voorziening niet hoger is dan noodzakelijk, gebaseerd op het akoestisch onderzoek;
  • d. vooraf advies is ingewonnen bij de afdeling van de gemeente Doetinchem, die verantwoordelijk is voor het groenbeleid, het verkeersbeleid en het geluidbeleid.
6.5 Specifieke gebruiksregels
6.5.1 Algemeen

Onverminderd het bepaalde in artikel 17 Algemene gebruiksregels is het verboden de gronden met de bestemming 'Natuur' te gebruiken in strijd met de bestemming. Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan het gebruik ten behoeve van:

  • a. verblijfsrecreatie;
  • b. intensieve dagrecreatie;
  • c. het racen of crossen met gemotoriseerde voertuigen en fietsen;
  • d. staanplaats voor wagens en/of onderkomens.
6.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
6.6.1 Algemeen

Het is verboden om zonder omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden op de gronden met de bestemming 'Natuur' de navolgende werken en werkzaamheden uit te voeren of uit te doen voeren:

  • a. het aanleggen en/of verharden van wegen en paden en het aanleggen en/of het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
  • b. het aanleggen van en/of het vellen of rooien van beplantingen;
  • c. het aanleggen en/of het dempen van watergangenen waterpartijen;
  • d. het verlagen van en/of het graven in de bodem en het afgraven, ophogen en egaliseren van gronden;
  • e. het verlagen van het (grond)waterpeil;
  • f. het uitvoeren van heiwerken of het indrijven van scherpe voorwerpen in de bodem;
  • g. het aanbrengen van ondergrondse kabels en leidingen en/of de daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur.
6.6.2 Uitzonderingen

Geen omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden is vereist indien:

  • a. de werken en werkzaamheden noodzakelijk zijn voor de verwezenlijking van de bestemming
  • b. de werken en werkzaamheden het normale onderhoud betreffen, met inbegrip van onderhoudswerkzaamheden en van vervangingswerkzaamheden van verhardingen, beplantingen en (tracés van) kabels en leidingen;
  • c. het werken en werkzaamheden betreft die:
    • 1. reeds in uitvoering zijn ten tijde van de inwerkingtreding van het plan;
    • 2. mogen worden uitgevoerd op basis van een reeds verleende:
      • omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden;
      • omgevingsvergunning voor de activiteit kappen of
      • ontgrondingsvergunning.
6.6.3 Voorwaarden

Alvorens te beslissen op een verzoek om omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden winnen burgemeester en wethouders advies in bij de afdeling van de gemeente Doetinchem, die verantwoordelijk is voor het groenbeleid omtrent de vraag of het verlenen van de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden tot aantasting van het bos leidt, en welke voorwaarden aan de vergunning moeten worden verbonden.