direct naar inhoud van 4.3 Cultuurhistorie
Plan: Happert en Kruisberg - 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0222.R19B050A-0003

4.3 Cultuurhistorie

4.3.1 Historisch erfgoed

De cultuurhistorie is in Doetinchem vastgelegd in de structuurvisie "Doetinchem, cultuurhistorierijk!" (vastgesteld 3 november 2008) en de Erfgoedverordening gemeente Doetinchem 2011 (vastgesteld 8 december 2011).
In het plangebied zijn een aantal monumenten aanwezig, zowel gemeentelijke als rijksmonumenten. Deze gebouwen zijn via de sectorale regelgeving voldoende beschermd. Verdere bescherming in het bestemmingsplan is niet nodig.

Ook zijn in het plangebied zijn diverse panden aanwezig die geïnventariseerd zijn als cultuurhistorisch waardevol (rapport "Happert/Kruisberg: quick scan cultuurhistorische waarden", Van Meijel, adviseurs in cultuurhistorie, februari 2011). Dit zijn de volgende locaties:

Alleen het gebouw:

  • Kruisbergseweg 6, voormalige conciergewoning school;
  • Kruisbergseweg 150, voormalige boerderij;
  • Leerinkstraat 43, voormalige kerk Het Anker;
  • Van der Grijnstraat 1-35 (oneven), woonbuurtje.

Voor deze adressen is de aanduiding 'cultuurhistorische waarde' opgenomen, op het betreffende gebouw zelf. Aan deze aanduiding wordt een sloopvergunningstelsel gekoppeld. Dit houdt in dat zonder vergunning van de gemeente geen sloopwerkzaamheden mogen plaatsvinden. De voornaamste doelen van de sloopvergunning zijn bescherming tegen ernstige aantasting en voorkomen van sloop van de cultuurhistorisch waardevolle panden.

Een sloopvergunning is geen sloopverbod. Er kunnen redenen zijn dat er toch tot geheel of gedeeltelijk sloop moet worden overgegaan. In dat geval moet die eventuele sloop in goede orde gebeuren, indien mogelijk met behoud van de cultuurhistorische waarden. De commissie cultuurhistorie of vergelijkbaar orgaan zal bij een aanvraag om een sloopvergunning eerst nagaan of de gewenste aanpassing aan het pand geen afbreuk doet aan de cultuurhistorische waarde.

Als de aanduiding geldt voor vrijstaande bijbehorende bouwwerken bij een woning, dan is ruimer gebruik mogelijk. De regeling voor ander gebruik (o.a. bedrijf/beroep aan huis) die normaal alleen voor aangebouwde bijbehorende bouwwerken bij woningen geldt, is dan ook toegestaan in vrijstaande bijbehorende bouwwerken. Voor woningen zelf die de aanduiding 'cultuurhistorische waarde' heeft, is het mogelijk een andere bouwaanduiding te krijgen. Dit wil zeggen dat een woning bijvoorbeeld van vrijstaand mogelijk een twee aaneengebouwde woning wordt.
De genoemde ruimere mogelijkheden zijn alleen mogelijk als duidelijk vaststaat dat dit bijdraagt aan het behoud van het cultuurhistorisch waardevolle pand.

De gemeente wil voorkomen dat een te ruime aanwijzings- en beschermingregime het enthousiasme bij eigenaren om de cultuurhistorische waarden van hun pand te koesteren zal doen afnemen. Met bovengenoemde beschermingsregime en regeling is de gemeente van mening dat de cultuurhistorische waarden in het bestemmingsplan voldoende worden beschermd.

4.3.2 Archeologisch erfgoed

Archeologische waarden zijn sporen en vondsten die door mensen(werk) in het verleden in de grond zijn achtergebleven. Bijvoorbeeld potscherven, resten van voedselbereiding, graven, maar ook verkleuringen in de grond waaraan te zien is dat er vroeger een huis heeft gestaan of een sloot heeft gelopen. Een verzamelterm is 'archeologische waarden'. Alle archeologische waarden bij elkaar noemen we het 'bodemarchief'. Het zal duidelijk zijn dat een betere bescherming van het bodemarchief en vooral ook het tijdig meewegen van de archeologische belangen vraagt om een zo goed mogelijk inzicht in de verwachte ligging, verspreiding en aard van het bodemarchief. Om deze reden heeft de gemeente Doetinchem (mede als uitvoering van de nota cultuurhistorie) een archeologische beleidskaart laten opstellen waarop de archeologische vindplaatsen en verwachtingszones zijn aangegeven. Afhankelijk van de (verwachtings)waarde in een (deel)gebied zal het beschermingsregime meer of minder streng zijn.

Dit onderzoek is inmiddels vastgesteld door de gemeenteraad op 18 november 2010 en opgenomen bij de erfgoedverordening. De erfgoedverordening is toetsingskader voor het verlenen van omgevingsvergunningen in deze archeologisch waardevolle gebieden.

De uitgangspunten voor het archeologiebeleid sluiten al aan op het nieuwe beleid, die regionaal is opgesteld. Dit beleid staat in de nota 'Archeologie met beleid. Afwegingskader voor archeologiebeleid in de Regio Achterhoek'. Dit beleid geeft een verlichting van de grenzen voor archeologisch onderzoek. De gebieden zoals deze in de archeologische beleidskaarten onderscheiden zijn, veranderen hier niet door. Wel zijn er nu in de basis vijf verschillende niveau's van becherming. Deze komen terug in de tabel.

De volgende archeologische gebieden, zoals opgenomen op de archeologische beleidskaart (oost), komen in het plangebied voor. Hierbij is gelijk de wijze van verwerking in het voorliggende bestemmingsplan aangegeven:

weergave op beleidskaart   uitgangspunten archeologiebeleid   dubbelbestemming  
Archeologisch waardevolle gebieden (AWG)  
AWG categorie 3 (bekende archeologische vindplaats met rondom attentiezone van 50 m);
locaties 72 (groenstrook Leerinkstraat) en 73 (op terrein PI De Kruisberg) op de archeologische beleidskaart  
bij bodemingrepen dieper dan 30 cm –Mv en bij plangebieden groter dan 100 m² vroegtijdig inventariserend archeologisch onderzoek   Waarde die op basis van onderliggende categorieën gegeven wordt op grond bij deze categorie; krijgt geen speciale dubbelbestemming op basis van deze categorie  
Archeologische waardevol verwachtingsgebieden (AWV)  
AWV categorie 5 (hoog + afgedekt)   bij bodemingrepen dieper dan 40 cm – Mv en bij plangebieden groter dan 250 m2 vroetijdig inventariseren archeologisch onderzoek   Waarde - Archeologische verwachting 1  
AWV categorie 6 (hoog)   bij bodemingrepen dieper dan 30 cm – Mv en bij plangebieden groter dan 250 m² vroegtijdig inventariserend archeologisch onderzoek   Waarde - Archeologische verwachting 2  
AWV categorie 7 (middelmatig)   bij bodemingrepen dieper dan 30 cm – Mv en bij plangebieden groter dan 1000 m² vroegtijdig inventariserend archeologisch onderzoek   Waarde - Archeologische verwachting 3  
AWV categorie 8 (laag)   bij bodemingrepen dieper dan 30 cm – Mv en bij plangebieden groter dan 5000 m² vroegtijdig inventariserend archeologisch onderzoek   Waarde - Archeologische verwachting 4  
Bodemverstoringen  
bovengrond afgegraven;
locatie 29 (villa Ruimzicht) op de archeologische beleidskaart  
n.v.t.   geen dubbelbestemming nodig  
boven- en ondergrond afgegraven;
locatie 86 (PI De Kruisberg) op de archeologische beleidskaart  
n.v.t.   geen dubbelbestemming nodig  
vergraven;
tussen Haareweg en J.G. Heuthorststraat en gebied rondom de Kelderlaan  
n.v.t.   dubbelbestemming baseren op AWG- of AWV-categorie  
Onderzoeksmeldingen  
geen vervolgonderzoek of behoud aanbevolen;
locatie 8660 (villa Ruimzicht en woningbouwlocatie nabij villa Ruimzicht) op de archeologische beleidskaart  
n.v.t.   geen dubbelbestemming nodig  
status onbekend;
locaties 15610 (oude deel van PI De Kruisberg) en 23222 (parkeerdek Slingeland Ziekenhuis) op de archeologische beleidskaart  
n.v.t.   dubbelbestemming baseren op AWG- of AWV-categorie  

AWG categorie 1, 2 en 4 en AWV categorie 9 komen niet voor in het plangebied.

Voor gebieden waar geen archeologische bescherming via het bestemmingsplan gaat gelden, moet te allen tijde rekening te worden gehouden met de wettelijke meldingsplicht (ex artikel 53 Monumentenwet 1988) bij toevalsvondsten.