direct naar inhoud van Artikel 3 Groen - 1
Plan: Bosstraat 50 - 2011
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0222.R39B075A-0004

Artikel 3 Groen - 1

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. structurele groenvoorzieningen;
  • b. het behoud en de bevordering van de beeldkwaliteit van de in sub a genoemde voorzieningen;
  • c. dagrecreatieve mogelijkheden in de openlucht;
  • d. fietspaden, wandelpaden zonder een direct verbindend karakter en verhardingen, niet zijnde parkeervoorzieningen;
  • e. waterlopen, waterberging en waterinfiltratievoorzieningen;
  • f. nutsvoorzieningen,

met daarbij behorende andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

3.2 Bouwregels
  • a. Op de in lid 3.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming 'Groen - 1' worden gebouwd, waarbij de de navolgende regels in acht genomen moeten worden.
3.2.1 andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. de bouwhoogte van andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, uitsluitend toegelaten in de bestemming 'Groen - 1' mag maximaal 2 m bedragen;
  • b. in afwijking van het bepaalde lid 3.2.1, sub a, mag de bouwhoogte van:
  • 1. vlaggenmasten, lantaarnpalen en vergelijkbare bouwwerken, alsmede speeltoestellen maximaal 10 m bedragen;
  • 2. antennes maximaal 15 m bedragen;
  • c. de oppervlakte per bouwwerk geen gebouw zijnde mag maximaal 20m² bedragen.
3.3 Nadere eisen
  • a. Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van het elders in deze regels bepaalde, nadere eisen stellen met betrekking tot:
    • 1. dakvormen, dakhellingen en nokinrichtingen van de bebouwing;
    • 2. de (goot)hoogte van de gebouwen en andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
    • 3. de afmetingen van de gebouwen en andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
    • 4. de oriëntering van de gebouwen en andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
    • 5. de wijze van afdekking van de gebouwen en andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
    • 6. het aantal en de situering van parkeerplaatsen op het eigen terrein.
  • b. De nadere eisen mogen niet op onevenredige wijze het gebruik van bouwwerken en gronden aantasten.
3.4 Afwijken van de bouwregels
3.4.1 Parkeervoorzieningen

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.1, sub d, voor de aanleg van parkeervoorzieningen onder voorwaarden dat:

  • a. vooraf advies is ingewonnen bij de afdeling van de gemeente Doetinchem die verantwoordelijk is voor het groenbeleid;
  • b. geen onevenredige hinder ontstaat voor de omgeving;
  • c. er geen onevenredige toename van het aantal verkeersbewegingen plaatsvindt;
  • d. de oppervlakte maximaal 100m² per 2500m² bestemmingsvlak mag bedragen.
3.5 Specifieke gebruiksregels
3.5.1 Algemeen

Onverminderd het bepaalde in Artikel 11 Algemene gebruiksregels is het verboden de gronden met de bestemming 'Artikel 3 Groen - 1' te gebruiken in strijd met de bestemming. Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan het gebruik ten behoeve van:

  • a. verblijfsrecreatie;
  • b. intensieve dagrecreatie;
  • c. het racen of crossen met gemotoriseerde voertuigen en fietsen;
  • d. staanplaats voor wagens en/of onderkomens.
3.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
3.6.1 Algemeen

Het is verboden om zonder omgevingsvergunning op de gronden met de bestemming 'Artikel 3 Groen - 1' de navolgende werken en werkzaamheden uit te voeren of uit te doen voeren:

  • a. het aanleggen en/of verharden van wegen en paden en het aanleggen en/of het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
  • b. het aanleggen van en/of het vellen of rooien van beplantingen;
  • c. het aanleggen en/of het dempen van watergangen en waterpartijen;
  • d. het verlagen van en/of het graven in de bodem en het afgraven, ophogen en/of egaliseren van gronden;
  • e. het verlagen van het (grond)waterpeil;
  • f. het uitvoeren van heiwerken en/of het indrijven van scherpe voorwerpen in de bodem;
  • g. het aanbrengen van ondergrondse kabels en leidingen en/of de daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur.
3.6.2 Uitzonderingen

Geen omgevingsvergunning is vereist indien:

  • a. de werken en werkzaamheden het normale onderhoud betreffen, met inbegrip van onderhoudswerkzaamheden aan en vervangingswerkzaamheden van verhardingen, beplantingen en (tracés van) kabels en leidingen;
  • b. het werken en werkzaamheden betreft die:
    • 1. reeds in uitvoering zijn ten tijde van de inwerkingtreding van het plan;
    • 2. mogen worden uitgevoerd op basis van een reeds verleende:
      • omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
      • omgevingsvergunning voor het kappen of
      • ontgrondingsvergunning.
3.6.3 Voorwaarden

Alvorens te beslissen op een verzoek om een omgevingsvergunning winnen burgemeester en wethouders advies in bij een terzake deskundige op het gebied van groenbeleid en de inrichting van de openbare ruimte, omtrent de vraag of het verlenen van de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden tot aantasting van de groenstructuur leidt en past in het beeld van de openbare ruimte, en welke voorwaarden aan de vergunning moeten worden verbonden.