direct naar inhoud van Artikel 5 Cultuur en Ontspanning
Plan: Dichteren - 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0222.R39B077A-0003

Artikel 5 Cultuur en Ontspanning

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Cultuur en Ontspanning' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. de instandhouding en/of het herstel van de aanwezige molen, ter plaatse van de aanduiding 'museum';
  • b. instellingen ten behoeve van cultuur en ontspanning;
  • c. detailhandel, alleen ten dienste van en ondergeschikt aan de in sub a en b genoemde bestemming;
  • d. dienstverlening alleen ten dienste van en ondergeschikt aan de in sub a en b genoemde bestemming
  • e. horeca, alleen ten dienste van en ondergeschikt aan de in sub a en b genoemde bestemming;
  • f. groen- en nutsvoorzieningen;

en bij de bestemming behorende bouwwerken en voorzieningen.

5.2 Bouwregels
5.2.1 Algemeen

Op de in lid 5.1 bedoelde gronden mogen alleen gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde ten dienste van de bestemming 'Cultuur en Ontspanning' worden gebouwd.

5.2.2 Gebouwen en bijbehorende bouwwerken

Voor het bouwen van gebouwen en bijbehorende bouwwerken gelden de navolgende regels:

  • a. realisatie is alleen toegestaan binnen het bouwvlak,
    met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'museum' uitsluitend de bestaande molen met de bestaande bijbehorende bouwwerken op de bestaande plaats met de bestaande oppervlakte, goot- en bouwhoogte is toegestaan;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' gelden de weergegeven maten;
  • c. hoofdgebouwen dienen met de voorgevel op of maximaal 1 m achter de naar de weg gekeerde bouwgrens te worden geplaatst, voor zover niet voorzien van de aanduiding 'museum';
5.2.3 Bouwwerken geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde gelden de navolgende regels:

  • a. de bouwhoogte ter plaatse van de aanduiding 'museum' maximaal 1 m mag bedragen;
  • b. de bouwhoogte, voor zover niet voorzien van de aanduiding 'museum', mag achter (het verlengde van) de naar de weg gekeerde bouwgrens maximaal 2 m bedragen; indien geplaatst vóór (het verlengde van) de naar de weg gekeerde bouwgrens mag de bouwhoogte maximaal 1 m bedragen,
  • c. in afwijking van het bepaalde in sub b, mag de bouwhoogte van:
    • 1. verlichting, vlaggenmasten, speeltoestellen en vergelijkbare bouwwerken maximaal 10 m bedragen;
    • 2. antennes maximaal 15 m bedragen.
5.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van het bepaalde in lid 5.2, op gronden met de bestemming 'Cultuur en Ontspanning' nadere eisen stellen met betrekking tot:

  • a. dakvormen, dakhellingen en nokrichtingen van bouwwerken;
  • b. de bouw- en goothoogte van bouwwerken;
  • c. de afmetingen van bouwwerken;
  • d. het aantal en de situering van bouwwerken;
  • e. het aantal en de situering van parkeerplaatsen op eigen terrein;

onder voorwaarde dat de nadere eisen niet op onevenredige wijze een doelmatig gebruik van gronden en bouwwerken in de weg staan.

5.4 Afwijken van de bouwregels
5.4.1 Gebouwen en bijbehorende bouwwerken buiten bouwvlak

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.2.2 sub a voor het bouwen van gebouwen en bijbehorende bouwwerken buiten het bouwvlak, onder voorwaarden dat:

  • a. het gebouw of bijbehorend bouwwerk niet gesitueerd is binnen de aanduiding 'museum';
  • b. het bouwperceel aan de zijde waar de bouwgrens wordt overschreden grenst aan openbaar gebied, waarop een groen-, natuur-, water-, verkeers- of daarmee vergelijkbare bestemming rust;
  • c. de afstand tot het in sub b genoemde gebied minimaal 2 m bedraagt;
  • d. de naar de weg gekeerde bouwgrens niet wordt overschreden;
  • e. de ruimtelijke uitwerking van de afwijking aanvaardbaar is;
  • f. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden aangetast;
  • g. de logistieke afwikkeling op eigen terrein blijft plaatsvinden;
  • h. het parkeren door gebruikers en bezoekers op eigen terrein gewaarborgd is;
  • i. de bouwregels in lid 5.2.2 in acht worden genomen.
5.4.2 Luifels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.2.3 sub a voor het bevestigen van een luifel aan een hoofdgebouw, onder voorwaarden dat:

  • a. de luifel niet gesitueerd is binnen de aanduiding 'museum';
  • b. de luifel wordt bevestigd aan de voorgevel en/of de zijgevel van het hoofdgebouw;
  • c. de luifel maximaal 1,25 m uit de gevel van het hoofdgebouw mag steken;
  • d. de breedte van de luifel niet meer dan de totale breedte van de gevel waaraan de luifel wordt bevestigd mag bedragen met aan weerszijden een overstek van maximaal 0,75 m;
  • e. de ruimtelijke uitwerking van de afwijking aanvaardbaar is;
  • f. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden aangetast;
  • g. de logistieke afwikkeling op eigen terrein blijft plaatsvinden.
5.5 Wijzigingsbevoegdheid
5.5.1 Maatschappelijk, Bedrijf, Wonen

Burgemeester en wethouders kunnen, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, de bestemming 'Cultuur en Ontspanning' wijzigen in de bestemming 'Maatschappelijk', 'Bedrijf' of 'Wonen, onder voorwaarden dat:

  • a. de bouw- en de gebruiksregels van respectievelijk de bestemming 'Maatschappelijk', 'Bedrijf' of 'Wonen' gaan gelden, met dien verstande dat de bestaande bebouwing met de bestaande situering en maatvoering als uitgangspunt geldt en er (dus) niet mag worden bijgebouwd;
  • b. de wijziging naar de bestemming 'Bedrijf' alleen kan voor een bedrijf als genoemd in bijlage 1 Staat van bedrijfsactiviteiten;
  • c. de wijziging naar de bestemming 'Wonen' alleen kan als dit het behoud van de cultuurhistorisch waardevolle bebouwing ter plaatse van de aanduiding 'museum' waarborgt;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden aangetast;
  • e. de ruimtelijke uitwerking van de wijziging aanvaardbaar is;
  • f. de uitvoerbaarheid van het wijzigingsplan gewaarborgd is.