direct naar inhoud van Artikel 6 Detailhandel - Tuincentrum
Plan: Dichteren - 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0222.R39B077A-0003

Artikel 6 Detailhandel - Tuincentrum

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Detailhandel - Tuincentrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. tuincentrum, met dien verstande dat kassen alleen zijn toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'kas';
  • b. horeca, alleen ondergeschikt aan de in sub a genoemde bestemming met een maximaal oppervlakte van 10% van het bebouwingspercentage;
  • c. kantoor- en personeelsruimten, alleen ondergeschikt aan de in sub a genoemde bestemming met een maximaal oppervlakvan 10% van het bebouwingspercentage;
  • d. opslag en stalling van goederen (binnen en buiten), gerelateerd aan een tuincentrum;
  • e. één bedrijfswoning, alleen ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' (één woning per aanduiding);
  • f. groen- en nutsvoorzieningen;

en bij de bestemming behorende bouwwerken en voorzieningen.

6.2 Bouwregels
6.2.1 Algemeen

Op de in lid 6.1 bedoelde gronden mogen alleen gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde ten dienste van de bestemming 'Detailhandel - Tuincentrum' worden gebouwd.

6.2.2 Gebouwen en bijbehorende bouwwerken

Voor het bouwen van gebouwen en bijbehorende bouwwerken gelden de navolgende regels:

  • a. realisatie is alleen toegestaan binnen het bouwvlak;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot-, bouwhoogte (m)' en 'maximum bebouwingspercentage (%)' gelden de weergegeven maten;
  • c. in afwijking van het bepaalde onder b mag ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' de goothoogte maximaal 6 m en de bouwhoogte maximaal 10 m bedragen;
  • d. in afwijking van het bepaalde onder b mag de goot- en bouwhoogte ter plaatse van de aanduiding 'kas' maximaal 5 m bedragen;
  • e. voor bijbehorende bouwwerken behorende bij een bedrijfswoning gelden de regels zoals vermeld in artikel 19.2.3 sub a en d t/m h, 19.2.4 en 19.2.5 van de bestemming 'Wonen' met dien verstande dat het bouwen van bijbehorende bouwwerken buiten het bouwvlak niet is toegestaan.
6.2.3 Bouwwerken geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde gelden de navolgende regels:

  • a. de bouwhoogte mag achter (het verlengde van) de naar de weg gekeerde bouwgrens maximaal 2 m bedragen; indien geplaatst vóór (het verlengde van) de naar de weg gekeerde bouwgrens mag de bouwhoogte maximaal 1 m bedragen;
  • b. in afwijking van het bepaalde in sub a, mag de bouwhoogte van:
    • 1. stellages voor sierbestrating, geplaatst vóór (het verlengde van) de naar de weg gekeerde bouwgrens, maximaal 3 m bedragen;
    • 2. speeltoestellen maximaal 6 m bedragen;
    • 3. overkappingen in de vorm van hooibergen maximaal 8 m bedragen;
    • 4. verlichting, vlaggenmasten maximaal 10 m bedragen;
    • 5. antennes maximaal 15 m bedragen;
  • c. de oppervlakte van een bouwwerk als bedoeld in 6.2.3.b.3 mag maximaal 20 m2 per bouwwerk bedragen.
6.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van het bepaalde in lid 6.2, op gronden met de bestemming 'Detailhandel - Tuincentrum' nadere eisen stellen met betrekking tot:

  • a. dakvormen, dakhellingen en nokrichtingen van bouwwerken;
  • b. de bouw- en goothoogte van bouwwerken;
  • c. de afmetingen van bouwwerken;
  • d. het aantal en de situering van bouwwerken;
  • e. het aantal en de situering van parkeerplaatsen op eigen terrein;

onder voorwaarde dat de nadere eisen niet op onevenredige wijze een doelmatig gebruik van gronden en bouwwerken in de weg staan.

6.4 Afwijken van de bouwregels
6.4.1 Gebouwen en bijbehorende bouwwerken buiten bouwvlak

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.2.2 sub a voor het bouwen van gebouwen en bijbehorende bouwwerken buiten het bouwvlak, onder voorwaarden dat:

  • a. het bouwperceel aan de zijde waar de bouwgrens wordt overschreden grenst aan openbaar gebied, waarop een groen-, natuur-, water-, verkeers- of daarmee vergelijkbare bestemming rust;
  • b. de afstand tot het in sub a genoemde gebied minimaal 2 m bedraagt;
  • c. de naar de weg gekeerde bouwgrens niet wordt overschreden;
  • d. de ruimtelijke uitwerking van de afwijking aanvaardbaar is;
  • e. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden aangetast;
  • f. de logistieke afwikkeling op eigen terrein blijft plaatsvinden;
  • g. het parkeren door gebruikers en bezoekers op eigen terrein gewaarborgd is;
  • h. de bouwregels in lid 6.2.2 gelden.
6.4.2 Verplaatsing bedrijfswoning

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.1 sub f en het bepaalde in lid 6.2.2 sub c, voor de uitbreiding of verplaatsing van een bestaande bedrijfswoning, onder voorwaarden dat:

  • a. hierdoor geen belemmeringen ontstaan in de bestaande bedrijfsvoering, dan wel in de ontwikkelingsmogelijkheden van de omringende bedrijven;
  • b. de akoestische situatie tengevolge van het (spoor)wegverkeerslawaai en het industrielawaai zodanig is, dat een aanvaardbaar woonmilieu en leefmilieu in de bedrijfswoning kan worden gerealiseerd;
  • c. de ruimtelijke uitwerking van de afwijking aanvaardbaar is;
  • d. de logistieke afwikkeling op eigen terrein blijft plaatsvinden;
  • e. de bouwregels in lid 6.2.2 gelden.
6.4.3 Luifels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.2.3 sub a voor het bevestigen van een luifel aan een hoofdgebouw, onder voorwaarden dat:

  • a. de luifel wordt bevestigd aan de voorgevel en/of de zijgevel van het hoofdgebouw;
  • b. de luifel maximaal 1,50 m uit de gevel van het hoofdgebouw mag steken;
  • c. de breedte van de luifel niet meer dan de totale breedte van de gevel waaraan de luifel wordt bevestigd mag bedragen met aan weerszijden een overstek van maximaal 0,75 m;
  • d. de ruimtelijke uitwerking van de afwijking aanvaardbaar is;
  • e. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden aangetast;
  • f. de logistieke afwikkeling op eigen terrein blijft plaatsvinden.
6.5 Specifieke gebruiksregels
6.5.1 Aan huis gebonden bedrijven en/of beroepen

Een woning of bedrijfswoning, inclusief eventueel aanwezige (bij de woning behorende) aangebouwde bijbehorende bouwwerken, mag ook worden gebruikt voor een aan huis gebonden bedrijf of beroep, mits voldaan wordt aan de voorwaarden zoals gesteld in artikel 19.5.1 van de bestemming 'Wonen'.

6.5.2 Parkeren

Binnen het bestemmingsvlak moet worden voorzien in minimaal 15 parkeerplaatsen op eigen terrein met dien verstande dat bij de bepaling van het feitelijk aantal parkeerplaatsen vooraf advies wordt ingewonnen bij de afdeling van de gemeente Doetinchem die verantwoordelijk is voor het ruimtelijk beleid, inclusief het parkeerbeleid.

6.6 Wijzigingsbevoegdheid
6.6.1 Wonen, Tuin

Burgemeester en wethouders kunnen, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, de bestemming 'Detailhandel - Tuincentrum' wijzigen in de bestemming 'Wonen' en in de bestemming 'Tuin', onder voorwaarden dat:

  • a. op het bouwperceel minimaal één bedrijfswoning aanwezig is;
  • b. het totale aantal woningen op het bouwperceel niet mag toenemen;
  • c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig wordt aangetast;
  • d. de ruimtelijke uitwerking van de wijziging aanvaardbaar is;
  • e. de uitvoerbaarheid van het wijzigingsplan gewaarborgd is
  • f. de bouw- en gebruiksregels van de bestemmings 'Wonen'en/of 'Tuin' gelden.