direct naar inhoud van 4.10 Molenbiotoop
Plan: Dichteren - 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0222.R39B077A-0003

4.10 Molenbiotoop

Ter waarborging van de windvang en het zicht op molens zijn door de provincie molenbiotopen vastgesteld. De molenbiotoop betreft het gebied rondom de molen dat beschermd wordt tegen het oprichten van bebouwing en beplanting in verband met de windvang en het zicht op de molen. De molenbiotopen worden berekend aan de hand van de hiervoor geldende formule, zoals opgenomen in de Gelderse Molenverordening.

H = X / N + c * Z

H = maximale obstakelhoogte
X = afstand tussen molen en obstakel
N = verhoudingsfactor (140 voor open, 75 voor ruw, 50 voor gesloten gebied)
c = constante = 0,2
Z = ashoogte

Voor de Auroramolen geldt bij N dat het gelegen is in ruw gebied. De verhoudingsfactor N is dus 75.
De ashoogte (Z) van de molen is 10,80 meter.

Terreinhoogteverschillen worden verdisconteerd. Dit betekent dat de hoogte van de terp, als deze er is, bij de berekende waarde mag worden opgeteld.

Tot in ieder geval 100 meter afstand van de molen mogen obstakels niet hoger zijn dan de hoogte van de molenstelling + terp. Op grotere afstand wordt de maximale obstakelhoogte berekend aan de hand van bovenstaande formule. Zie bijlage 2 voor het biotooprapport van de provincie, met de berekening.

De molenbiotoop wordt in dit bestemmingsplan met de gebiedsaanduiding 'vrijwaringszone - molenbiotoop' opgenomen. De bovenstaande regeling wordt in de regels behorend bij de aanduiding opgenomen. Ook geldt een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken/werkzaamheden voor de aanplant van hoogopgaand groen, hoger dan 5 meter.