direct naar inhoud van Artikel 5 Tuin
Plan: Wijnbergen - 2011 (nabij rioolgemaal)
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0222.R43B038A-0004

Artikel 5 Tuin

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. tuinen en erven;
  • b. nutsvoorzieningen;
  • c. een geluidscherm, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'geluidscherm';

en daarbij behorende bouwwerken bouwwerken geen gebouwen zijnde en voorzieningen behorende bij de op hetzelfde bouwperceel gelegen woning.

5.2 Bouwregels
5.2.1 Algemeen

Op de in lid 5.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde ten dienste van de bestemming 'Tuin' worden gebouwd.

5.2.2 Bouwwerken geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde gelden de navolgende regels:

  • a. de bouwhoogte mag maximaal 1 m bedragen;
  • b. in afwijking van het bepaalde in sub a, mag de bouwhoogte van antennes, verlichting, vlaggenmasten en vergelijkbare bouwwerken maximaal 6 m bedragen;
  • c. de oppervlakte mag maximaal 20 m2 bedragen, mits het bouwperceelsgedeelte voor (het verlengde van) de naar de weg gekeerde bouwgrens niet meer gedraagt dan 50%.
5.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van het bepaalde in lid 5.2, op gronden met de bestemming 'Tuin' nadere eisen stellen met betrekking tot:

  • a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • b. de afmetingen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • c. de situering van bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • d. het aantal en de situering van parkeerplaatsen op eigen terrein;

indien dit naar hun oordeel noodzakelijk is in verband met het realiseren van de met het plan beoogde stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit, zoals neergelegd in het vastgestelde Stedenbouwkundig Plan Wijnbergen, onder voorwaarde dat de nadere eisen niet op onevenredige wijze aan een doelmatig gebruik van gronden en bouwwerken in de weg staan.

5.4 Afwijken van de bouwregels
5.4.1 Overkappingen

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.2 voor de bouw van een overkapping, onder voorwaarden dat:

  • a. de oppervlakte van de overkapping maximaal 20 m² mag bedragen;
  • b. de bouwhoogte van de overkapping maximaal 3 m mag bedragen, mits die hoogte niet hoger is dan de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw;
  • c. de overkapping maximaal aan twee zijden gesloten mag zijn met wanden van een bestaand gebouw;
  • d. de bestemming Tuin voor maximaal 50% bebouwd mag worden;
  • e. indien met toepassing van de afwijkingsmogelijkheid in artikel 8.4.2 van de bestemming Wonen reeds omgevingsvergunning ter afwijking is verleend voor een overkapping met een oppervlakte van minder dan 20 m2, kan in afwijking van het bepaalde in sub e omgevingsvergunning worden verleend voor een overkapping met een maximale oppervlakte van het verschil tussen 20 m2 en de oppervlakte waarvoor reeds ingevolge artikel 8.4.2 omgevingsvergunning is verleend.

5.4.2 Erkers, toegangspartijen

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.2.1 voor het uitbreiden van de op hetzelfde bouwperceel gelegen woning aan de voorzijde met een erker of toegangspartij, onder voorwaarden dat:

  • a. de goothoogte van de erker/toegangspartij maximaal 3 m mag bedragen, mits die hoogte niet hoger is dan de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw;
  • b. de breedte van de erker/toegangspartij maximaal 2/3 van de breedte van de voorgevel van de woning mag bedragen;
  • c. de diepte van de erker/toegangspartij maximaal 25% mag bedragen van de diepte van de aanwezige ruimte tussen de voorgevel en de aan de weg gelegen perceelsgrens, met een maximum van 1,5 m.