direct naar inhoud van 3.2 Ontwikkelingen
Plan: Wehl 2008 Didamseweg 30
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0222.R50H223A-0002

3.2 Ontwikkelingen

Als gevolg van demografische ontwikkelingen zal de komende 10 jaar de bevolkingsgroei langzaam stagneren. Door de vergrijzing neemt de komende jaren het aantal senioren toe en gaat het aandeel van de beroepsbevolking afnemen. Deze ontwikkeling heeft tot gevolg dat er een veranderende vraag naar type woon-/zorgeenheden ontstaat. Van belang is dat er gestreefd wordt naar een veilige, leefbare en vitale samenleving, waarin iedereen volop kan participeren. Hoofdlijn is dat mensen zelfstandig kunnen blijven of gaan wonen mét de nodige ondersteuning in de vorm van welzijnsvoorzieningen en zorgaanbod. Van belang is dat er voldoende vestigingsmogelijkheden zijn voor zowel zorgbehoevende ouderen als mensen met een beperking. Van belang is dat deze mensen midden in het leven kunnen blijven staan: niet afgesloten, maar tussen de mensen.

Op basis van de in dit bestemmingsplan besloten ontwikkeling worden er in eerste instantie 36 woonzorgeenheden ten behoeve van een zorginstelling gerealiseerd. De bewoners van deze woonzorgeenheden hebben een geestelijke- of lichamelijke beperking en krijgen intensieve zorg en begeleiding. Door op de desbetreffende locatie dit woonzorgconcept te realiseren wordt getracht de bewoners zo zelfstandig mogelijk te laten functioneren in hun eigen leefomgeving, maar wel met begeleiding in de buurt. Voor de gemeente Doetinchem zijn er diverse argumenten geweest om medewerking te verlenen aan het verzoek.
In begin 2011 is het bestemmingsplan "Norman Belvealstraat 2009" onherroeplijk geworden. Dit plan voorziet in de realisatie van maximaal 18 zorgeenheden ten behoeve van zorginstelling FatimaZorg. Deze locatie is gelegen op circa 130 meter ten opzichte van het plangebied. Door het realiseren van de in dit bestemmingsplan besloten ontwikkeling, op korte afstand van de bestaande zorgvoorzieningen, worden de voorzieningen meer gebundeld waardoor er een zorgcluster ontstaat. Vanuit bedrijfseconomisch en zorgtechnisch oogpunt zorgt dit voor een efficiëntere bedrijfsvoering voor de zorginstelling. In de omgeving van het plangebied bevinden zich naast zorgvoorzieningen tevens maatschappelijke en medisch gerelateerde voorzieningen zoals een fysiotherapie- en tandartspraktijk. Dit draagt tevens bij aan de locatiekeuze om binnen het plangebied woonzorgeenheden te realiseren.
Daarnaast is het handhaven van de bestaande bestemming "Groothandel" gezien recentlijke woningbouwontwikkeling aan de overzijde van het plangebied niet gewenst. De omgeving kenmerkt zich tegenwoordig als woongebied en grootschalige detailhandelsactiviteiten ter plaatse wordt dan ook niet wenselijk geacht. Daarnaast is het behoud van de bestaande loods vanuit stedenbouwkundig oogpunt niet gewenst aangezien het een negatieve invloed heeft op de omgeving.
Tot slot wordt opgemerkt dat de raad in het kader van de Taskforce Woningbouw heeft besloten om geen nieuwe woningbouwplannen meer te accepteren vanwege een overaanbod van woningen voor de langere termijn. Een invulling van het plangebied met reguliere woningen is dan ook niet mogelijk en gewenst. Zoals gebleken uit paragraaf 2.4 blijkt er nog wel vraag te zijn naar zorgwonen. Gezien het feit dat de zorg dat gaat worden verleend in de zwaarste categorie valt dient het op basis van gemeentelijk beleid te worden bestemd als "Maatschappelijk". Woningen die als zodanig worden bestemd tellen, zoals beschreven in het taskforce-besluit, niet mee bij de woningaantallen. Het voornemen vormt dan ook geen belemmering voor de doelstelling om het aantal te bouwen woningen in de gemeente Doetinchem terug te dringen.
Gezien de voorgenoemde argumenten voorziet de ontwikkeling in een passende en gewenste invulling van het plangebied. Overigens wordt op gemerkt dat het aantal woonzorgeenheden weliswaar hoog lijkt, maar dat het woonzorgeenheden van beperkte oppervlakte betreft, omdat de bewoners grotendeels buiten hun eigen eenheid verblijven vanwege dagtherapie en gezamenlijke activiteiten. De totale volume blijft daardoor binnen de stedenbouwkundige grenzen.

De in dit bestemmingsplan besloten ruimtelijke ontwikkeling bestaat uit het slopen van de bestaande bedrijfshal, de realisatie van een woonzorgerf en de mogelijkheid om aan de voorzijde van het erf een multifunctioneel gebouw op te richten. De bestaande bedrijfswoning (met de nummer 30) wordt planologisch afgesplitst van het woonzorgerf en wordt bestemd als burgerwoning.

In onderstaande afbeelding is de inrichting van het plangebied opgenomen. Benadrukt wordt dat het een impressie betreft, de daadwerkelijke invulling en vormgeving kan hiervan afwijken.

afbeelding "i_NL.IMRO.0222.R50H223A-0002_0006.png"

Inrichtingsschets plangebied aan de Didamseweg


In de navolgende subparagrafen wordt nader ingegaan op de gebouwen, de invulling van deze gebouwen met woonzorgeenheden en de gewijzigde invulling van de buitenruimte.


Gebouwen

Op het achterterrein worden erfgebouwen gerealiseerd, deze krijgen een maatschappelijke functie 'gezondheidszorg' voor bedlegerige cliënten. Als interne programma van eisen voor de ruimtelijke indeling van die de gebouwen gelden vanuit de zorgvraag te hanteren zorgclusters van twee lagen x zes eenheden per gebouw, wat resulteert in minimaal 3 gebouwen met circa 36 cliënten.

Die minimale functionele zorgwens voor de oppervlakte van een erfgebouw bedraagt totaal ca. 880 m² bruto vloeroppervlak verdeeld over twee lagen te weten begane grond en eerste verdieping.

Vanuit oogpunt van architectuur wordt voor de erfgebouwen het uitgangspunt 'schuurwonen' in twee lagen gehanteerd, waarbij de van het erf afgekeerde achtergevel een lage goot krijgt en de gevel aan het erf een hoge goot krijgt. De twee erfgebouwen gelegen aan de westzijde worden onderling verbonden door een centraal trappenhuis. De uitstraling van de bebouwing herinnert aan boerenschuren rondom een gezamenlijk erf. Door de open ligging in het landschap zal het woonzorgerf, gezien vanaf de provinciale weg, een meer landelijk karakter krijgen.

Vanuit de vertaling van het zorgprogramma in de gebouwen en met de architectonische uitgangspunten, wordt uitgegaan van een maximale nokhoogte van 11 m¹ en een maximale goothoogte van 8 m¹ (maximale goothoogte = gerelateerd aan de goothoogte van de aan het erf gelegen gevel).


Woonzorgeenheden

In eerste instantie worden er 36 woonzorgeenheden gerealiseerd met de mogelijkheid tot uitbreiding met acht zorgeenheden in het gebouw gelegen op het voorerf. De bewoners van deze woonzorgeenheden hebben een geestelijke- of lichamelijke beperking en krijgen intensieve zorg en begeleiding. Overeenkomstig de wens van de gemeenteraad is de vestiging van een instelling voor verslavingszorg of zorg expliciet gericht op mensen met een justitiële achtergrond uitgesloten.

Elke verdieping van het erfgebouw biedt ruimte voor zes woonzorgeenheden (studio's) met gemeenschappelijke ruimten waaronder een woonkamer en een 'leef'keuken.


Buitenruimte

Gezien de nabije ligging van het bedrijf "Wildkamp" is er een akoestisch onderzoek uitgevoerd. Uit dit onderzoek is gebleken dat geluidswerende maatregelen noodzakelijk zijn. Daarom wordt er aan de oostzijde, over een lengte van circa 60 meter, een geluidsscherm van drie meter hoog geplaatst. Hierdoor komt de geluidbelasting op de gevels binnen de wettelijk toegestane normen te vallen en vormt het bedrijf geen belemmering voor het voornemen. Voor nadere informatie over het akoestisch onderzoek wordt verwezen naar subparagraaf 4.3.3.

De erfgebouwen met woonzorgeenheden worden gesitueerd rondom een gezamenlijke 'groene binnenplaats'. De buitenruimte wordt, net als bij de bebouwing, vormgegeven als boerenerf dat past bij het landelijke karakter. Het erf krijgt een open en groen karakter waar ruimte is voor ontmoeten en parkeren en is te bereiken zijn via een lange oprijlaan. In totaal worden 20 parkeerplaatsen aangelegd.

Het erf wordt op een adequate wijze landschappelijk ingepast, waarbij gebruik wordt gemaakt van streekeigen soorten. De voor- en zijgrenzen van het perceel worden grotendeels ingepast middels een beukenhaag. Op het geluidsscherm wordt tevens groen aangebracht. Aan de achterzijde wordt er een houten hekwerk geplaatst.

Daarnaast wordt op het perceel diverse bomen aangeplant, waaronder eiken, beuken en diverse fruitbomen. Voor het volledige beplantingsplan (erfinrichting.nl, dd. 27-11-2012) wordt verwezen naar Bijlage 1 van deze toelichting.