direct naar inhoud van 4.9 Cultuurhistorie
Plan: Wehl 2008 Didamseweg 30
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0222.R50H223A-0002

4.9 Cultuurhistorie

4.9.1 Algemeen

Met het in werking treden van de Wet op de archeologische monumentenzorg in september 2007 is het verdrag wettelijk verankerd en is de Monumentenwet 1988 herzien. Het belangrijkste doel van deze wet is het behoud van het archeologisch erfgoed ter plekke. Het is verplicht om in het proces van ruimtelijke ordening tijdig rekening te houden met de mogelijke aanwezigheid van archeologische waarden en een afweging te maken. Vroegtijdig onderzoek maakt ruimte voor de overweging om archeologievriendelijke alternatieven toe te passen. Wie dan ondanks de aanwezigheid van archeologische waarden toch de grond in wil, moet archeologisch (voor)onderzoek doen en de kosten daarvan op zich nemen. Ook als het onderzoek uiteindelijk tot een opgraving leidt.

Het archeologiebeleid van de gemeente Doetinchem is er op gericht om het bodemarchief zoveel mogelijk te ontzien. Indien dat niet mogelijk is, wordt voorafgaande aan de bodemverstoring archeologisch onderzoek verricht. De wijze van onderzoek wordt bepaald op basis van de vast te stellen archeologische waarden en de aard en omvang van de bodemingrepen. De archeologische (in bredere zin: cultuurhistorische) kennis die hierbij wordt vergaard, levert informatie op die ook als inspiratiebron kan dienen voor het ontwerp van een gebouw of bij het inrichten van de openbare ruimte. Zo kan het 'verhaal van de plek' ook door toekomstige generaties nog worden gelezen.

Het zal duidelijk zijn dat een betere bescherming van het bodemarchief en vooral ook het tijdig meewegen van de archeologische belangen vraagt om een zo goed mogelijk inzicht in de verwachte ligging, verspreiding en aard van het bodemarchief. In haar rol van bevoegd gezag kan de gemeente van initiatiefnemers van ruimtelijke ontwikkelingen vragen aan te geven wat de effecten van de voorgenomen bodemingrepen zullen zijn op de eventueel aanwezige archeologische waarden. Om deze reden heeft de gemeente Doetinchem (mede als uitvoering van de nota cultuurhistorie) een archeologische beleidskaart laten opstellen waarop de archeologische vindplaatsen en verwachtingszones zijn aangegeven.

4.9.2 Onderzoeksresultaten

Hamaland Advies uit Zelhem heeft een bureauonderzoek uitgevoerd. Hiernavolgend zijn de onderzoekresultaten van het onderzoek opgenomen. Voor het volledige onderzoek zie Bijlage 6 van deze toelichting.

Het plangebied heeft een hoge archeologische verwachting op de beleidsadvieskaart van het "Land van Wehl". Conform de richtlijnen van gemeente Doetinchem geldt een onderzoeksvrijstelling voor bodemingrepen tot een diepte van 40 cm -Mv en een omvang tot 100 m². Omdat de ontwikkeling (7.100 m²) groter is dan de vrijstellingsgrens dient er een verkennend archeologisch onderzoek (karterende fase) uitgevoerd te worden.

Bij de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen van de erfgebouwen wordt een nader archeologisch onderzoek bijgevoegd. Om te voorkomen dat de grond wordt verstoord voordat dit nader onderzoek heeft plaatsgevonden is er in het plan een dubbelbestemming "Waarde - archeologie" opgenomen.

Opgemerkt wordt dat ten allen tijde rekening te worden gehouden met de wettelijke meldingsplicht (ex artikel 53 Monumentenwet 1988) in verband met de mogelijkheid tot toevalsvondsten.