direct naar inhoud van Artikel 11 Waarde - Archeologie
Plan: RBT 2009, gedeeltelijke herziening externe veiligheid
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0222.R52B003A-0003

Artikel 11 Waarde - Archeologie

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daarop rustende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en instandhouding van de archeologische verwachtingswaarde met dien verstande dat in geval van strijdigheid van de regels van de bestemming 'Waarde - Archeologie' met een andere op deze gronden rustende bestemming, de regels van de bestemming 'Waarde - Archeologie' vóór de regels van de andere bestemming gaan.

11.2 Bouwregels
11.2.1 Algemeen

Op de in 11.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken geen gebouwen zijnde, ten behoeven van terreinafscheiding worden gebouwd.

11.2.2 Bouwwerken geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde geldt dat de bouwhoogte maximaal 2 m mag bedragen.

11.2.3 Bouwen ten behoeve van andere voorkomende bestemming(en)

Het bouwen overeenkomstig andere ter plaatse voorkomende bestemming(en) is toegestaan, onder voorwaarden dat:

  • a. het bouwwerk geen belemmering vormt voor de bescherming en de instandhouding van de archeologische waarden;
  • b. vooraf advies is ingewonnen bij de afdeling van de gemeente Doetinchem die verantwoordelijk is voor het cultuurhistorisch beleid.
11.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
11.3.1 Algemeen

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie' de navolgende werken en werkzaamheden uit te voeren of uit te doen voeren:

  • a. het aanleggen en/of verharden van wegen en paden en het aanleggen en/of het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
  • b. het aanleggen en/of het vellen of rooien van beplantingen;
  • c. het aanleggen en/of het dempen van watergangen, sloten en andere waterpartijen;
  • d. het verlagen van en/of het graven in de bodem en het afgraven, ophogen en/of egaliseren van gronden;
  • e. het verlagen van het (grond)waterpeil;
  • f. het uitvoeren van heiwerken en/of het indrijven van scherpe voorwerpen in de bodem;
  • g. het aanbrengen van ondergrondse kabels en leidingen en/of de daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur.
11.3.2 Uitzonderingen

Geen omgevingsvergunning is vereist indien:

  • a. de werken c.q. werkzaamheden het normale onderhoud betreffen, met inbegrip van onderhoudswerkzaamheden aan en vervangingswerkzaamheden van verhardingen, beplantingen en (tracés van) kabels en leidingen;
  • b. de werken c.q. werkzaamheden beperkt blijven tot een gebied met een oppervlak van maximaal 100 m² of in geval het oppervlak meer dan 100 m² bedraagt de diepte van werken en werkzaamheden niet dieper reikt dan 0,30 m onder het bestaande maaiveld;
  • c. op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat eventueel aanwezige archeologische waarden niet onevenredig (kunnen) worden aangetast; of
  • d. het werken en werkzaamheden betreft die:
    • 1. reeds in uitvoering zijn ten tijde van de inwerkingtreding van het plan;
    • 2. mogen worden uitgevoerd op basis van een reeds verleende aanlegvergunning, kapvergunning of ontgrondingsvergunning.
11.3.3 Voorwaarden

Alvorens te beslissen op een verzoek om een omgevingsvergunning winnen burgemeester en wethouders advies in bij de afdeling van de gemeente Doetinchem die verantwoordelijk is voor het cultuurhistorisch beleid.