direct naar inhoud van 2.2 Gemeentelijk beleid
Plan: Binnenstad en De Veentjes - 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0222.R01B194A-0003

2.2 Gemeentelijk beleid

2.2.1 Masterplan Schil

Het structuurplan Masterplan Schil, d.d. 13 december 2007, geeft een brede ruimtelijke visie over het gebied rondom het centrum van Doetinchem. Daarin zijn verschillende ontwikkellocaties opgenomen. Het Masterplan spreekt zich uit over de stedenbouwkundige kwaliteit in De Schil en schetst het plan de agenda en spelregels voor de verschillende ontwikkellocaties. Centraal bij de gebiedsontwikkeling in De Schil staat een zodanige aanpak dat de ruimtelijke kwaliteit van De Schil verbetert, de centrumfunctie van Doetinchem sterker wordt, de investeringen en plankosten worden terugverdiend en er vanaf 2008 zichtbare resultaten zijn.

afbeelding "i_NL.IMRO.0222.R01B194A-0003_0002.jpg"

Uitsnede Masterplan Schil

Het gemeentelijk structuurplan Masterplan De Schil is van toepassing in het plangebied Binnenstad en De Veentjes - 2012. In het masterplan zijn vijf ontwikkellocaties binnen het bestemmingsplangebied benoemd.

  • Wonen op het randje (3, zie uitsnede): de historische rand van het "Ei" repareren met een tweezijdige bebouwingswand en een parkachtige herinrichting van het groen langs de Europaweg / Gaswal;
  • TCC (4, zie uitsnede): het realiseren van een compact Turks Cultureel Centrum (TCC) met een uitnodigende en laagdrempelige uitstraling langs de Kennedylaan, gelegen op een licht verzonken plein;
  • Doorbraak naar de rivier (7, zie uitsnede): de rand van het "Ei" repareren en transformeren naar een kleinschalig en afwisselend woon- en winkelgebied;
  • Doetinchem kade (8, zie uitsnede): (oever)gebonden vormen van waterrecreatie, zoals een strandje, botenverhuur, zweminrichting, horecagelegenheid en aanlegplaatsen; dit gebied ligt deels buiten het plangebied van dit bestemmingsplan;
  • Parkeren met een mooie toekomst (9, zie uitsnede): het gat in het "Ei" aan de Nieuwstad inzetten als strategische winkelreserve en tot die tijd in gebruik nemen als goed ingepaste parkeervoorziening;
  • Veentjes (11, zie uitsnede): transformeren van de wijk tot een nieuw woongebied;
  • Burg. van Nispenstraat (14, zie uitsnede): door middel van stadsreparatie de stedenbouwkundige en cultuurhistorische samenhang van dit deel van de stadssingel weer beleefbaar maken door o.a. reconstructie van de voormalige Rotterdamse bank en het lyceum.

Van de genoemde projecten is alleen het project Burg. van Nispenstraat gerealiseerd. TCC is momenteel in aanbouw. Voor deze locaties is een passende bestemming opgenomen. Ook zijn er ideeën voor een stadstrand langs de Oude IJssel. Omdat dit plan nog niet uitgewerkt is, is de mogelijkheid voor bebouwing bij het stadstrand ondergebracht bij de algemene afwijkingsbevoegdheden.
Door de huidige situatie op de woningmarkt zijn de overige projecten, tezamen met andere projecten van het Masterplan Schil voor onbepaalde tijd stopgezet. De gemeente heeft nog wel de wens om de projecten te realiseren. Aan ontwikkelingen van particuliere initiatiefnemers, welke passen binnen het Masterplan Schil, wil de gemeente wel haar medewerking verlenen.

In dit bestemmingsplan is verder met het Masterplan Schil geen rekening mee gehouden om dat op dit moment niet duidelijk is waar en wanneer en in welke vorm deze initiatieven worden opgepakt en gerealiseerd. Als een initiatief zich aandient zal hiervoor een aparte procedure op grond van de Wet ruimtelijke ordening worden doorlopen.

Het beleid, zoals verwoord in het Masterplan Schil, is om die redenen niet vertaald in het voorliggend bestemmingsplan Binnenstad en De Veentjes - 2012.

2.2.2 Mobiliteitsplan

Op 12 juli 2007 heeft de gemeenteraad het mobiliteitsplan vastgesteld.

Het Mobiliteitsplan schetst vanuit ruimtelijk-economisch-perspectief de opgaven voor het mobiliteitsbeleid op korte en middellange termijn. Aan de hand van een analyse van ontwikkelingen en knelpunten zijn vervolgens de concrete problemen en oplossingsrichtingen geformuleerd. Dit leidt tot een integraal pakket van bereikbaarheidsmaatregelen gericht op de auto, het openbaar vervoer , het langzame verkeer en een visie op de wegen en fietsstructuur. Parkeerbeleid is daarvan integraal onderdeel. Vervolgens wordt aangegeven hoe randvoorwaarden van leefbaarheid en veiligheid worden gewaarborgd. In het Mobiliteitsplan is ook aandacht voor de financiële consequenties en mogelijkheden en de wijze waarop de mobiliteit duurzaam wordt gemonitoord.

Voor het Centrum en de industriegebieden van Doetinchem is gekozen voor een extra accent op bereikbaarheid. Voor leefbaarheid en verkeersveiligheid geldt daar het minimumniveau. Voor de wijken, dorpen en het buitengebied is gekozen voor een extra accent op verkeersveiligheid. Voor bereikbaarheid en leefbaarheid geldt daar het minimumniveau.

In de gemeente worden vijf probleemclusters onderscheiden:

  • probleemcluster centrum west (Keppelseweg-Hofstraat-Kruisbergseweg);
  • probleemcluster corridor aansluiting 3 A18 - Europaweg;
  • probleemcluster corridor aansluiting 4 A18 - Terborgseweg-J.F. Kennedylaan-kruising J.F. Kennedylaan/Varsseveldseweg;
  • probleemcluster centrum zuidoost (Gaswal-Missetstraat-IJsselkade-Raadhuisstraat);
  • probleemcluster Weemstraat (inclusief doorgaand verkeer regionaal bedrijventerrein-Zutphen).

De probleemclusters centrum west, aansluiting 4 en centrum zuidoost zijn van toepassing voor het plangebied Binnenstad en De Veentjes - 2012.

Wijken voor verkeer
Voor eventueel nieuwe ontwikkelingen, herinrichting van wegen, etc. in woonwijken geldt het in 2005 door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Doetinchem vastgestelde document Wijken Voor Verkeer. Dit document is richtinggevend voor de volgende onderdelen: wegontwerp, gedragsbeïnvloeding, handhaving, parkeren, bewegwijzering, beheer en langzaam verkeer.

Masterplan Schil
Op 13 december heeft de gemeenteraad het Masterplan Schil vastgesteld. Het Masterplan Schil geeft een visie op de ontwikkeling van het centrum van Doetinchem. In het Masterplan schil is in symbiose met het mobiliteitsplan richting gegeven aan de bereikbaarheid van de binnenstad. Het plan schetst de ruimtelijke ontwikkelingen die Doetinchem de komende jaren voorstaat en geeft de invloed daarvan aan op de bereikbaarheid met de auto (incl. parkeren), fiets en het openbaar vervoer

Ontsluitingsstructuur
Het centrumgebied is op de moment ontsloten door een aantal ontsluitingswegen, Europaweg, Keppelseweg, Varsseveldseweg, Havenstraat en de Terborgseweg. De overige wegen zijn gebiedstoegangswegen.

Aandacht voor woon- en leefmilieu: langzaam verkeer is bepalend voor structuur.

Er wordt een inrichting nagestreefd waarmee een bijdrage wordt geleverd aan het terugdringen van het autogebruik. De langzaam verkeersdeelnemer (met name fietser) is sterk bepalend voor de opzet van de verkeersstructuur. Aandachtspunten bij de ontsluitingsstructuur zijn:

  • Vanuit duurzaam veilig verkeersbeleid is bepaald dat alle verblijfsgebieden (lees woongebieden) worden ingericht als 30 km/h-zone;
  • Voor het fietsverkeer worden directe en veilige routes richting centrum en voorzieningen gecreëerd en wordt zoveel mogelijk aangesloten op bestaande routes;
  • Binnen de ontsluitingsstructuur worden doodlopende wegen en éénrichtingswegen alleen bij uitzondering toegepast;
  • De bereikbaarheid van de hulpdiensten (brandweer, ambulance, politie) moet worden gegarandeerd.

Uitgangspunten bij de inrichting van de wegen
Uitgangspunten bij de inrichting van de wegen binnen het plangebied zijn:

  • De functie van de weg conform het wegencategoriseringsplan (wegennetvisie), dit betekent voor het centrum grotendeels gebiedstoegangwegen (50 km/h) en enkele verblijfsgebieden 30km/h;
  • De inrichting van de weg (het wegbeeld) moet het gewenste rijgedrag en de rijsnelheid 'afdwingen';
  • Herkenbare inrichting van de verschillende verkeersruimtes door materiaal/kleur;
  • De (kwaliteit van de) leefomgeving staat centraal;
  • De weg dient na realisatie goed te beheren te zijn (beheerbewust ontwerpen);
  • Snelheidsremmende maatregelen worden getroffen in erftoegangsstraten en op gebiedstoegangsstraten waar kwetsbare verkeersdeelnemers de weg moeten kruisen.

Voetgangers
In drukke erftoegangsstraten (richtgetal > 1.000 mvt/dag) heeft de voetganger een eigen verkeersruimte. Voor de voetgangersverplaatsingen is het wenselijk dat de paden goed toegankelijk (obstakelvrij) zijn en dat er voldoende rustpunten aanwezig zijn. Tenminste binnen de goudmerkcirkel moet er een barrièrevrije voetgangerscirkel van 500 meter zijn (nota ouderenbeleid). Op dit moment een deel van het Ei een voetgangersgebied, gedacht moet worden aan de Hamburgerstraat, Boliestraat, Simonsplein, Catharinastraat e.d.

Fietsstructuur
Doetinchem is een fietsstad. Uit de fietsbalans (2004) blijkt dat Doetinchem in vergelijking met andere gemeenten een hoog fietsgebruik kent. 47% van de verplaatsingen tot 7,5 kilometer gebeurt op de fiets. Het fietsgebruik wordt gestimuleerd door directe en veilige fietsverbindingen tussen woongebied, voorzieningen en werkgebieden. In het masterplan Schil is aangegeven dat er een netwerk van fietsverbindingen moet komen met een maaswijdte van 250 meter. Binnen de schil worden de ontbrekende schakels in het fietsnetwerk aangevuld. Hierbij moet gedacht worden aan een kortsluiting tussen de Wilhelminastraat en de Stationsstraat

Openbaar vervoer
Doetinchem is met het openbaar vervoer bereikbaar per trein en bus. De rol van het openbaar vervoer is echter beperkt. Vanuit het oogpunt van vervoer, stedenbouwkundige ontwikkelingen en de bereikbaarheid per fiets en auto, gaat de voorkeur uit naar een compact knooppunt van openbaar vervoer aan de centrumzijde van het spoor. Voor de bereikbaarheid van het centrum is een juiste haltering voor buslijnen essentieel. De huidige buslijnen 22, 27, 29 en 82 rijden rijden door het plangebied via de volgende route: Raadhuisstraat, Plantsoenstraat, Burg. Van Nispenstraat en Hofstraat. De buslijnen 25 en 51 rijden over de Raadshuisstraat, Rozengaardseweg en J.F. Kennedylaan door het plangebied.. In het kader van de toegankelijkheid zullen de intensief gebruikte bushaltes aangepast worden aan de nieuwe eisen van toegankelijkheid.

2.2.3 Perspectief detailhandel Doetinchem 'De kern weer bijzonder'

Met de detailhandelsnota 'Perspectief detailhandel Doetinchem', d.d. 27 november 2006 beoogt de gemeente de bestaande detaihandelsstructuur te versterken. Daarnaast wil zij optimaal inspelen op de wensen van de consument en trends en ontwikkelingen en een kader bieden om toekomstige plannen voor detailhandel goed onderbouwd te beoordelen.

De detailhandelsnota heeft een tijdshorizon van 10 jaar voor het beleid op hoofdlijnen en een termijn van vijf jaar gericht op specifieke deelgebieden.

De structuur van het winkelaanbod in Doetinchem is vrij hiërarchisch.

  • Het Stadscentrum, het “Ei”, heeft een brede spreiding in aanbod. Het aanbod is compleet en gevarieerd in diverse branches. De Veentjes, ten noorden van het Ei maakt onderdeel uit van het centrumwinkelgebied;
  • De aanrijroutes in het Schilgebied, rondom het Ei, laat een diversiteit zien in kleinschalige detailhandel, dienstverlening en PDV-vestigingen. Naarmate de afstand tot het Ei toeneemt is de afwisseling met woningen groter;
  • Op Wijnbergen en Verheulsweide een tweetal PDV-locaties;

Verspreid over Doetinchem buurt- en wijkwinkelcentra t.b.v. de dagelijkse verzorging.

afbeelding "i_NL.IMRO.0222.R01B194A-0003_0003.jpg"

Structuur Detailhandel Doetinchem

De Doetinchemse binnenstad is hét centrum in stad en regio voor recreatief winkelen. Het stadscentrum, het "Ei", heeft een brede spreiding in aanbod. Het aanbod is compleet en gevarieerd in diverse branches zoals kleding en mode, schoenen en warenhuis. Het uitgebreide aanbod aan horeca vormt een aantrekkelijke aanvulling op het kernwinkelapparaat. Het centrum heeft een sterke regionale functie: meer dan 50% van de niet-dagelijkse boodschappen wordt gedaan door consumenten van buiten Doetinchem. Aan de noordoostzijde van het "Ei" is aanvullend een winkelcluster, dat matig functioneert (De Veentjes).

De Detailhandelsnota geeft een ontwikkelingsrichting voor het plangebied die primair is gericht op versterking van het "Ei". Doel hiervan is om de bovenregionale functie van Doetinchem te versterken. Temeer daar de concurrentie met andere steden en de omliggende kernen verscherpt, kan Doetinchem zich onderscheiden door een dieper en breder winkelaanbod. Concentreren, verbinden en revitaliseren zijn de sleutelwoorden.

Door in het "Ei" winkelaanbod te concentreren, bestaande winkelgebieden beter met elkaar te verbinden en verouderde locaties te revitaliseren ontstaat een aantrekkelijk en compact winkelgebied. Naast het versterken van de centrumfunctie van Doetinchem is dit van belang om via een aantrekkelijk verblijfsklimaat van het "Ei" te kunnen concurreren met de goede locatiekwaliteiten (goede bereikbaarheid, ruime parkeermogelijkheden) van PDV-locaties. Deze ontwikkelingsrichting betekent ook dat bij projecten die een kwaliteitsimpuls geven aan de bestaande structuur, het distributieve vraagstuk binnen redelijke marges van ondergeschikt belang is. Het winkelaanbod in het "Ei" bepaalt immers het onderscheidende vermogen waaraan Doetinchem zijn centrumpositie in de regio ontleent en daarmee ook de omvang van het verzorgingsgebied.

Op het gebied van recreatief winkelen is het "Ei" dé locatie. Consumenten die winkelen zoeken een belevenis en komen om te kijken en vergelijken. Kwaliteit, keuzemogelijkheden, sfeer en een aantrekkelijk verblijfsklimaat zijn belangrijke aspecten. Kwaliteit betekent ook het continu actualiseren van het aanbod. Om consumenten te blijven verrassen moeten producten, formules en de openbare ruimtes zich voortdurend vernieuwen. Aan bereikbaarheid en parkeren worden door consumenten andere eisen gesteld (in tijd en geld meer moeite getroosten om het winkelgebied te bereiken), zolang het een aantrekkelijk winkelgebied met aangenaam verblijfsklimaat betreft. In combinatie met de warenmarkt, de horeca, toeristische attracties en het cultuurhistorisch decor is recreatief winkelen in het "Ei" een ijzersterke formule. Essentieel is dat de winkels in het centrum zich qua branchesegment, maat en schaal onderscheiden van de detailhandel op andere locaties (wijk- en buurtwinkelcentra, PDV).

Het grootste deel van de Binnenstad en een deel van De Veentjes krijgt met dit bestemmingsplan de bestemming 'Centrum'. Met de bestemming 'Centrum' wordt een grote diversiteit aan centrumfuncties in het centrumgebied van Doetinchem toegestaan. Deze bestemming en de bijbehorende mogelijkheden ondersteunen het behoud en de ontwikkeling van Doetinchem als regionaal verzorgende centrumstad. Daarmee wordt met dit bestemmingsplan Binnenstad en De Veentjes - 2012 aangesloten op de algemene doelstellingen uit de Detailhandelsnota.

2.2.4 Ruimte voor kantoren

Op 7 februari 2008 is door de raad van de gemeente Doetinchem de kantorennota "Ruimte voor kantoren in Doetinchem" vastgesteld. Een van de uitgangspunten voor de gemeente Doetinchem is de versterking van de centrumfunctie voor kantoren in de regio Achterhoek. Binnen de regio vormt Doetinchem een concentratie aan economische activiteiten. Kantoren maken hier onderdeel van uit. Van belang is om zo optimaal mogelijk in te spelen op trends en ontwikkelingen en de behoefte van ondernemers aan kantoren.

Het aanbieden van voldoende kantorenlocaties van de juiste kwaliteit op de juiste plek is een van de middelen die de gemeentelijke overheid ten dienste staan om de lokale economie te stimuleren. Andere middelen zijn het creëren van een aantrekkelijk vestigingsklimaat door het zorgen voor een goede bereikbaarheid, het bieden van een goede omgevingskwaliteit en het aanbieden van aantrekkelijke woon- en werkmilieus. Het aanbieden van kantorenlocaties is onderhevig aan trends en ontwikkelingen. In de nota wordt een opsomming gegeven van deze trends en ontwikkelingen op zowel nationaal als regionaal niveau, voor zowel vraag als aanbod.

In het ruimtelijk scenario voor kantoorontwikkeling is in de kantorennota gekozen voor het scenario 'Gematigde spreiding'. In dit scenario is zeer beperkte kantoorontwikkeling voorzien voor het "Ei", de "Schil" en in woonwijken. Dit beleidsstandpunt is vertaald in het bestemmingsplan Binnenstad en De Veentjes - 2012. Alleen de bestaande kantoren zijn bestemd. Nieuwe kantoorvestigingen, anders dan commerciële dienstverlening, worden niet meer toegestaan.

Dit bestemmingsplan Binnenstad en De Veentjes - 2012, sluit daarmee aan op hetgeen is opgenomen in de kantorennota.

2.2.5 Nota Cultuurhistorie: Doetinchem, Cultuurhistorierijk!

In de nota cultuurhistorie, Doetinchem Cultuurhistorierijk, d.d. 25 september 2008, (evaluatie november 2010) worden voorwaarden en kansen geschetst die het mogelijk maken om de Doetinchemse cultuurhistorie te behouden, te beheren en te ontwikkelen. De nota gaat in op de cultuurhistorische opgave voor de komende 10 jaar.

De cultuurhistorie moet weer op een positieve manier in beeld komen. Een aantal speerpunten daarbij zijn:

  • besef van en waardering voor het cultuurhistorisch erfgoed;
  • kennisvermeerdering over het cultuurhistorisch erfgoed;
  • visualisatie en exposure van het cultuurhistorisch erfgoed;
  • stimulering wisselwerking tussen cultuurhistorisch erfgoed, moderne stedenbouw en landschapsontwikkeling.

De gemeente Doetinchem kent verschillende historische identiteiten, zoals landschap, wonen en werken, etc., welke de komende jaren een leidraad moeten vormen voor het cultuurhistorisch beleid. Daarnaast moet het cultuurhistorisch beleid zoveel mogelijk aansluiten op bestaande wetgeving.

Binnen de gemeente Doetinchem wordt gewerkt aan een inhaalslag op het gebied van informatie en kennis over de cultuurhistorie. Iedere ruimtelijke ontwikkeling moet benut worden om de kennisleemte verder aan te vullen. Daarnaast moet de reeds beschikbare kennis benut worden als belangrijk ingrediënt en inspiratiebron bij de betreffende ontwikkeling.

Voor het bestemmingsplan Binnenstad en De Veentjes - 2012 is onderzoek naar cultuurhistorie uitgevoerd. Daarnaast is Doetinchem breed onderzoek uitgevoerd naar de archeologische verwachtingswaarde op het grondgebied van Doetinchem. De onderzoeken zijn, samen met de erfgoedverordening, vastgesteld door de gemeenteraad. Met de erfgoedverordening wordt de onderzochte aanwezige cultuurhistorische waarde in de gemeente beschermd tegen aantasting en verdwijning. De uitkomsten van deze onderzoeken zijn opgenomen in paragraaf 4.9 van dit bestemmingsplan. Daarop zijn de te beschermen cultuurhistorische waarden vertaald in de juridische regeling van dit bestemmingsplan.

Dit bestemmingsplan sluit daarmee aan op hetgeen is opgenomen in de nota cultuurhistorie.

2.2.5.1 EIdentiteit

Op 30 oktober 2012 heeft het college ingestemd met het rapport "EIdentiteit - behoud, herstel en ontwikkeling van de buitenrand van het stadscentrum van Doetinchem" (Ruimte&Erfgoed, 27 juli 2012). Dit rapport is, tezamen met het rapport "Cultuurhistorische analyse en waardering van de buitenrand van het stadscentrum" (Ruimte&Erfgoed, 11 april 2012) een uitwerking van het gemeentelijke beleid van de structuurvisie "Doetinchem: Cultuurhistorierijk!" voor de rand van het stadscentrum.

Uit de twee onderzoeken is gebleken dat de middeleeuwse periode de dominante laag is in de centrumrand. Vorm en structuur van het centrum worden tot op de dag van vandaag bepaald door de historische opbouw van de binnenstad en de verdedigingswerken daar om heen. In het rapport wordt de Walstraat en het verlengde daarvan rondom het Ei (in het rapport "de Walstraten" genoemd) in samenhang met de plek van de voormalige poorten als de belangrijkste structuurdragers gezien. In het rapport "Eidentiteit" is aangegeven hoe deze structuurdragers verder versterkt zouden kunnen worden en wat dat kan betekenen voor de opbouw van het gehele centrum en de relatie tussen het centrum en zijn directe omgeving, de schil.

In het rapport zijn drie modellen (minimum, midden en maximumscenario) opgenomen, die weergeven op welke wijze de karakteristieken kunnen leiden tot een gewenst streefbeeld. Het is geen blauwdruk, maar een voorbeeld van hoe om te gaan met de geschetste karakteristieken om tot herstel van de stadsrand te komen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0222.R01B194A-0003_0004.jpg"

Het middenscenario in kaart.

Het rapport en de drie modellen vormen de komende tijd een leidraad bij ontwikkelingen in de stadsrand. In het voorliggende bestemmingsplan heeft nog geen concrete doorvertaling plaats gevonden van het rapport. Hiervoor zijn de plannen in het rapport nog te abstract en zijn de gevolgen nog niet volledig in beeld. Pas als dit in beeld is, zal verdere planologische vertaling naar een bestemmingsplan plaats vinden. Dit zal dan met een parapluherziening of facetplan zijn.
Bij welstandstoetsing van bouwplannen in het gebied (gevelveranderingen of sloop met nieuwbouw) zal het rapport wel een rol spelen. Dit valt buiten de reikwijdte van een bestemmingsplan.

2.2.6 Parkeernota: Kwaliteitsimpuls Parkeren Doetinchem

De parkeernota Kwaliteitsimpuls Parkeren Doetinchem, vastgesteld door de raad op 25 september 2008, omvat een toekomstgerichte uitwerking van de beleidsrichtingen die in het mobiliteitsplan staan. Doelstelling van de parkeernota is het bereiken van een optimale afstemming van de parkeervraag en het parkeeraanbod gedurende de komende jaren.

Belangrijkste constateringen in de parkeernota zijn:

  • er is niet zo zeer sprake van een kwantiteitsprobleem, maar van een kwaliteitsprobleem rond het parkeren in Doetinchem;
  • er hoeven naar verwachting 400 parkeerplaatsen minder gerealiseerd te worden dan in het mobiliteitsplan genoemd staan;
  • de tijdsdruk om parkeerplaatsen te ontwikkelen is minder groot dan verondersteld;
  • door een goed monitoringsysteem kan adequaat worden ingesprongen op een veranderende parkeervraag.

Ten behoeve van een verbetering van het parkeersysteem worden in de parkeernota enkele ruimtelijke aanbevelingen gedaan.

  • De geplande parkeergarages Hamburgerbroek en nabij het stadhuis als strategische reservelocatie beschouwen;
  • Het plaatsen van een dynamisch parkeerverwijssysteem dat moet leiden tot een betere benutting en uitwisseling van de aanwezige parkeervoorzieningen;
  • Nieuwstad en omgeving handhaven als parkeerlocatie;
  • Verplaatsen weekmarkt naar voorzijde van het stadhuis voor optimale benutting van de parkeercapaciteit rondom het stadhuis, daarbij parkeerregulerende maatregelen treffen in de Spinbaan en de Melkweg;
  • Het parkeerterrein Varkensweide uitbreiden naar 900-1.000 parkeerplaatsen.

In en om het centrum liggen op dit moment verschillende parkeermogelijkheden die plaats bieden aan 3600 plaatsen voor betaald parkeren zoals de Varkensweide, Veemarkt, omgeving Stadhuis en de Catharinagarage. Vanwege aangepaste prognoses is het uitbreiding van het parkeerterrein Varkensweide op dit moment niet meer aan de orde.

Voor parkeernormen uitgaan van de meest recente CROW-publicatie, op dit moment publicatie 182 en de nota parkeernormen (vaststelling 23 februari 2012). Bij nieuwbouw wordt aanbevolen om bij de invulling van de openbare ruimte en in het uitwerkingsplan, ruimte te reserveren voor extra parkeerplaatsen. Deze plaatsen kunnen voorlopig met groen worden ingevuld, maar als de parkeerbehoefte daarvoor aanleiding geeft, is er een mogelijkheid om parkeergelegenheid aan te brengen. Gestreefd moet worden naar een maximale loopafstand voor bewoners naar de parkeerplaats van 50 meter. Bij uitwerking van het plan dient een parkeerbalans opgesteld te worden, die door de gemeente (projectgroep) dient te worden goedgekeurd. Het beleid van de gemeente is erop gericht dat parkeeroplossingen bij woningen meer worden gezocht op eigen terrein of in clusters. Voorwaarde is wel dat de kwaliteit van de openbare ruimte gewaarborgd blijft. De gemeenteraad zal op 23 februari in stemmen met het parkeerbeleidsplan. Hierdoor wordt een parkeercompensatiefonds in het leven geroepen. Dit geeft de mogelijkheid om parkeerplaatsen die niet aangelegd kunnen worden (lees de binnenstad ) af te kopen middels een storting in het parkeercompensatiefonds.

Het bestemmingsplan Binnenstad en De Veentjes - 2012 voldoet aan het gestelde in de parkeernota. Het beleid omtrent parkeren vormt derhalve geen belemmering. In paragraaf 4.11 wordt nader op het aspect parkeren ingegaan.

2.2.7 Planologisch Beleid 2011

Op 30 juni 2011 heeft de gemeenteraad van Doetinchem ingestemd met het Planologisch Beleid 2011. Het planologisch beleid vormt het ruimtelijk beleidskader voor woningen en bijbehorende bouwwerken. In de nota wordt beleid geformuleerd voor kleine bouwplannen met betrekking tot woningen. Ook voorziet de nota in een belangrijke verruiming en versoepeling van de tot nu toe gehanteerde bouwvoorschriften. In de voorgestelde regeling is een onderscheid gemaakt tussen:

  • a. ruimtelijke aspecten die betrekking hebben op het woonhuis en bijbehorende bouwwerken alleen;
  • b. de ruimtelijke aspecten van de woning die alleen geregeld kunnen worden als de kenmerken van de omgeving daarbij betrokken worden.

Daarnaast zijn een aantal relatief ondergeschikte bouwactiviteiten die voorheen als afwijking verleend kon worden, nu als 'bij recht' toegestane bouwactiviteiten opgenomen. Dit zijn bijvoorbeeld erkers, toegangspartijen en overkappingen in de voortuin van een woning. Verder zijn versoepelingen doorgevoerd voor:

  • woonruimte in bijbehorende bouwwerken,
  • overkappingen,
  • erfafscheidingen,
  • beroepen en bedrijven aan huis,
  • mantelzorg.

Met het Planologisch Beleid 2011 ligt er een vernieuwde basis voor omgevingsvergunningen en bestemmingsplannen voor wat betreft de bestemming 'Wonen'. Daarnaast is het beleid de basis voor nieuwe planontwikkelingen bij woningbouw.

De uitgangspunten van het Planologisch Beleid 2011 zijn verwerkt in het bestemmingsplan Binnenstad en De Veentjes - 2012.

2.2.8 Terrassenbeleid

In het Terrassenbeleid zijn de regels voor het gebruik van de openbare ruimte voor exploitatie van terrassen beschreven. Uitgangspunt voor het terrassenbeleid is de oorspronkelijke functie van het openbaar gebied te borgen en waar nodig te herstellen. De doorgangsruimte en de veiligheid voor de voetganger moet onder alle omstandigheden gegarandeerd blijven en de kwaliteit van de openbare ruimte moet gehandhaafd blijven en waar mogelijk worden verbeterd.

De belangrijkste doelstellingen voor de verbetering van het beleid zijn:

  • voldoende ruimte voor alle gebruikers met aandacht voor veiligheid;
  • goede uitstraling, open terrassen met terughoudend gebruik van terrasobjecten, geen verplichte uniformiteit, maar wel eenheid in kwaliteit;
  • heldere regels om overlast te vermijden.

In het terrassenbeleid zijn de gebieden aangegeven waar en in welke vorm terrassen zijn toegelaten.

Op basis van dit beleid zijn in het bestemmingsplan Binnenstad en De Veentjes - 2012 terrassen zonder semi-permanente inrichting (dus alleen tafels, stoelen en losse parasols) via 'mogelijkheden voor ontmoeting' toegelaten. Terrassen met semi-pemanente inrichting, zoals windschermen, semi-permanente parasols en vlonders zijn alleen mogelijk als dit ligt in de aanduiding 'terras'. Natuurlijk horen hier ook tafels en stoelen bij. Dit zijn echter geen bouwwerken en hoeven dus niet geregeld te worden in het bestemmingsplan. Deze terrassen zijn toegelaten in het horeca-concentratiegebied, op een deel van De Veentjes, bij de dagzaak aan de Hamburgerstraat 63 en het terras van La Place/V&D aan de Nieuwstad.