direct naar inhoud van 7.3 Overleg
Plan: Binnenstad en De Veentjes - 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0222.R01B194A-0003

7.3 Overleg

Het plan is met de volgende instanties overlegd:

  • Provincie Gelderland;
  • Waterschap Rijn en IJssel;
  • Ondernemersvereniging Doetinchem;
  • Gasunie;
  • Vitens;
  • TenneT.

Op basis van rijksoverheidsrichtlijnen is vooroverleg met deze instantie niet nodig.

De Gasunie en het Waterschap Rijn en IJssel hebben schriftelijk laten weten geen opmerkingen op het bestemmingsplan te hebben.

Van de Ondernemersvereniging Doetinchem (OVD) is ook een reactie ontvangen. De volgende opmerkingen zijn gemaakt:

opmerking   reactie gemeente  
De OVD vind de opzet voor een eenvoudig bestemmingsplan goed.   De gemeente heeft kennis genomen van deze opmerking.
De opmerking heeft niet geleid tot aanpassing van het bestemmingsplan.  
De OVD is van mening dat in de toelichting, paragraaf 2.2.3 de PDV-locatie duidelijk omschreven moet worden (met kaart en bestemming) en dat er geen uitbreding komt aan verkoopvloeroppervlakte, inclusief een omschrijving van hoeveel branchevreemde artikelen verkocht mag worden.   De gemeente geeft aan dat in het bestem- mingsplan Binnenstad en De Veentjes - 2012 geen PDV-locaties liggen. Het gevraagde hoort thuis in de bestemmingsplannen waar wel PDV-locaties liggen. Verder is er op dit moment geen sprake van uitbreiding.
De opmerking heeft niet geleid tot aanpassing van het bestemmingsplan.  
De OVD vraagt om het definiëren van 'wijkcentra' en 'buurtcentra' zodat onderscheid duidelijk is.   Dit is een vraag die niet thuis hoort in het bestemmingsplan Binnenstad en De Veentjes - 2012, maar bij het detailhandelsbeleid zelf. De functie van wijk- en buurtcentra (inclusief kwaliteit en toekomst ervan) wordt in de actualisatie van het detailhandelsbeleid opgenomen.
Voor bestemmingsplannen hanteert de gemeente het uitgangspunt dat binnen de bestemming Detailhandel en bestemmingen waar detailhandel ook is toegelaten (zoals Centrum), er geen verfijning van branche plaats vindt. Dit met uitzondering van PDV en GDV. De gemeente bepaald dus niet of er een groenteboer, kapsalon of kledingwinkel mag zitten. Deze regulering wordt aan de markt overgelaten.
De opmerking heeft niet geleid tot aanpassing van het bestemmingsplan.  
Wat is het politieke beleid van de gemeente voor De Veentjes   Het Masterplan De Schil is nog steeds leidend in de ontwikkelingen voor De Veentjes. Daarop zijn ook aanpassingen in dit gebied doorgevoerd, in overleg met de eigenaren, bewoners en gebruikers. Maar door de economische situatie is de woningbouwontwikkeling 'on hold' gezet. Zie ook paragrafen 2.2.1 en 3.2.
Voor de komende tien jaar (of meer) wordt niet voorzien dat er woningbouw plaats zal vinden. Daarom is dit ook niet in het bestem- mingsplan Binnenstad en De Veentjes - 2012 verwerkt met directe bestemmingen of met wijzigingsbevoegdheden.
Voor de bestaande bebouwing is voor het grootste deel gekozen voor de bestemming 'Centrum'. Het deel waar de C1000 gevestigd was krijgt de bestemming 'Detailhandel'. Op deze manier geven we de huidige panden voldoende ruimte voor veranderingen die passen voor een locatie nabij de binnenstad.
Het terrein waar de schouwburg heeft gestaan en het achterliggende gebied wordt (tijdelijk) in gericht als stadspark. Hierin voorziet het bestemmingsplan.  
De OVD geeft aan dat de genoemde richtlijnen voor routes (fiets/auto) en parkeren goed zijn. Ze merkt hierbij op dat de routing moet worden aangepast om een betere doorstroming van het gemotoriseerde verkeer te krijgen.   Dit is een opmerking en vraag die niet thuishoort in het bestemmingsplan Binnenstad en De Veentjes - 2012, maar bij het gemeentelijke verkeersbeleid. Welk soort verkeer waar mag komen en via welke route wordt niet via het bestemmingsplan geregeld, maar met verkeersbesluiten op grond van de Wegenverkeerswet.
De opmerking heeft niet geleid tot aanpassing van het bestemmingsplan.  

Van de andere instanties is binnen de gestelde termijn van zes weken geen reactie ontvangen. We gaan er dus vanuit dat deze instanties ook geen opmerkingen op het plan hebben.