direct naar inhoud van Artikel 10 Algemene gebruiksregels
Plan: Verheulsweide - Vredesteinterrein 2010
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0222.R04B102A-0005

Artikel 10 Algemene gebruiksregels

10.1 Verboden gebruik
  • a. overeenkomstig artikel 2.1, eerste lid onder c van de Wabo, is het verboden gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken in strijd met het plan. Onder verboden gebruik wordt in ieder geval beschouwd gebruik als:
    • 1. staan- en/of ligplaats voor wagens en/of onderkomens;
    • 2. wonen en bedrijfswonen;
    • 3. opslagplaats voor onklare voer-, vlieg- en/of vaartuigen en/of onderdelen daarvan;
    • 4. opslagplaats voor gerede en/of ongerede goederen, zoals vaten, kisten, bouwmaterialen, werktuigen, machines en/of onderdelen daarvan, niet zijnde de opslag van gerede en/of ongerede goederen behorende bij een normale bedrijfsvoering;
    • 5. stortplaats voor puin, mest- en/of afvalstoffen;
    • 6. seksinrichting en/of ten behoeve van prostitutiedoeleinden;
    • 7. verblijfsrecreatie;
    • 8. het racen en/of crossen met gemotoriseerde voertuigen of fietsen;
  • b. het bepaalde onder sub a is niet van toepassing op (tijdelijk) gebruik ten behoeve van de realisering en/of handhaving van de bestemmingen of het normale onderhoud van gronden en/of bouwwerken.
10.2 Afwijken verboden gebruik
10.2.1 Meest doelmatige gebruik

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 10.1 sub a indien strikte toepassing van deze regels leidt tot een beperking van het meest doelmatige gebruik van gronden en bouwwerken, die niet door dringende redenen gerechtvaardigd wordt.

10.3 Geluidgevoelige functies

De gronden met de bestemming 'Maatschappelijk' mogen enkel bebouwd en/of gebruikt worden ten behoeve van geluidgevoelige objecten onder de voorwaarde dat gevel(s) doof worden uitgevoerd, tenzij;

  • een ontheffing hogere grenswaarde voor industrielawaai is verleend ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'geluidzone - industrie'; en/of
  • een ontheffing hogere grenswaarde voor weg- en railverkeerslawaai is verleend; en/of
  • door middel van akoestisch onderzoek is aangetoond dat wordt voldaan aan de geluidnormen die de Wet geluidhinder stelt ten aanzien van geluidgevoelige objecten, alsmede het gemeentelijk geluidbeleid.

Wanneer een gevel doof uitgevoerd wordt, dient ten minste één andere gevel van het betreffende geluidgevoelige object geluidluw in de zin van de Wet geluidhinder te worden uitgevoerd.