direct naar inhoud van 2.5 Gemeentelijk beleid
Plan: De Pas 2010
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0222.R06B077A-0004

2.5 Gemeentelijk beleid

2.5.1 Masterplan Schil

Het structuurplan Masterplan Schil, d.d. 13 december 2007, geeft een brede ruimtelijke visie over het gebied rondom het centrum van Doetinchem. Daarin zijn verschillende ontwikkellocaties opgenomen. Het Masterplan spreekt zich uit over de stedenbouwkundige kwaliteit in De Schil en schetst het plan, de agenda en spelregels voor de verschillende ontwikkellocaties. Centraal bij de gebiedsontwikkeling in De Schil staat een zodanige aanpak dat de ruimtelijke kwaliteit van De Schil verbetert, de centrumfunctie van Doetinchem sterker wordt, de investeringen en plankosten worden terugverdiend en er vanaf 2008 zichtbare resultaten zijn.

Het plangebied De Pas 2010 is gelegen binnen het plangebied van het Masterplan De Schil. In het Masterplan zijn drie ontwikkellocaties benoemd die relevant zijn voor dit bestemmingsplan.

  • (2) Bruisend stadsplein, inhoudende
    • 1. het ontwikkelen van het Raadhuisplein als het ontbrekende passtuk in de stadssingel;
    • 2. het faciliteren van grootschalige centrumversterkende voorzieningen;
    • 3. de stenen leegte rondom het stadhuis veranderen in een betekenisvolle openbare ruimte;
    • 4. het afronden van het bouwblok langs de Tjalmastraat.
  • (6) Straatje, inhoudende de herontwikkeling van verschillende percelen langs de J F Kennedylaan tussen de aansluiting met Holterweg en het Straatje. Het doel is te komen tot een samenhangende rand met een groene uitstraling in de richting van de J F Kennedylaan.
  • (15) Veemarkt, inhoudende het uitbouwen van de karakteristieke woonwijk De Pas waarbij de voormalige veemarkt veranderd in een plein ten behoeve van parkeren.

afbeelding "i_NL.IMRO.0222.R06B077A-0004_0005.jpg"

Uitsnede Masterplan Schil

Inmiddels is de ontwikkelingslocatie Veemarkt mogelijk gemaakt middels een artikel 19.2 WRO vrijstellingsprocedure. In het onderhavige bestemmingsplan zijn de verschillende kavelpaspoorten overgenomen in de bestemming Woongebied.

Voor de ontwikkelingslocatie voor het Straatje geldt dat hier nog geen nadere uitwerking aan is gegeven. Daarbij is door recente uitbreiding van de school in het projectgebied een groot deel van het plangebied komen te vervallen. Daarom is alleen een wijzigingsbevoegdheid opgenomen voor het resterende deel van het gebied.

Aan de ontwikkelingslocatie Bruisend stadsplein wordt op dit moment nog gewerkt. Het stadsplein is afgerond. En ook de bebouwing voor de hoek Tjalmastraat/Raadhuisstraat, waarvoor een artikel 19.2 WRO vrijstelling is verleend, is afgerond. Voor verdere afronding van deze hoek is het directe recht om woningen te kunnen bouwen aan de Tjalmastraat middels een wijzigingsbevoegdheid overgenomen in dit bestemmingsplan.

In paragraaf 3.3.1 wordt nader op de ontwikkelingen vanuit onder andere het Masterplan Schil ingegaan.

Het masterplan zet naast de ontwikkelingslocaties hoog in op het versterken van de groene kwaliteiten en het vertalen van de ambities uit het Toekomstperspectief. Een viertal onderdelen wordt onderscheiden:

  • Een groen lommerrijk karakter draagt bij aan ontspannen woonmilieus. Het 3000 bomenplan zet daarvoor in op twee te planten bomen bij elke nieuwe woning. Dit resulteert in een “groene waas” over de stad;
  • Een groen raamwerk van lanen, waarbij speciale aandacht uitgaat naar de historische linten en de entrees van de stad, zorgt voor samenhang in de stad en verblijfskwaliteit langs wegen;
  • De stadssingel, onderscheiden in vier deelgebieden worden versterkt in hun historisch karakter. De ”Visie stadssingel: met gepaste afstand “ geeft richting hieraan;
  • De aanwezigheid van water is net als groen een kwaliteit die optimaal benut wordt. Het ervaarbaar maken van de ondergrondse Slingebeek is hierbij een duidelijke ambitie;

Voorliggend bestemmingsplan De Pas 2010 voldoet aan hetgeen in het Masterplan Schil met betrekking tot dit plangebied is beschreven.

2.5.2 Mobiliteitsplan

Op 12 juli 2007 heeft de gemeenteraad het mobiliteitsplan vastgesteld.

Het Mobiliteitsplan schetst vanuit ruimtelijk-economisch-perspectief de opgaven voor het mobiliteitsbeleid op korte en middellange termijn. Aan de hand van een analyse van ontwikkelingen en knelpunten zijn vervolgens de concrete problemen en oplossingsrichtingen geformuleerd. Dit leidt tot een integraal pakket van bereikbaarheidsmaatregelen gericht op de auto, het openbaar vervoer, het langzame verkeer en een visie op de wegen en fietsstructuur. Parkeerbeleid is daarvan integraal onderdeel. Vervolgens wordt aangegeven hoe randvoorwaarden van leefbaarheid en veiligheid worden gewaarborgd. In het Mobiliteitsplan is ook aandacht voor de financiële consequenties en mogelijkheden en de wijze waarop de mobiliteit duurzaam wordt gemonitoord.

Voor het Centrum en de industriegebieden van Doetinchem is gekozen voor een extra accent op bereikbaarheid. Voor leefbaarheid en verkeersveiligheid geldt daar het minimumniveau. Voor de wijken, dorpen en het buitengebied is gekozen voor een extra accent op verkeersveiligheid. Voor bereikbaarheid en leefbaarheid geldt daar het minimumniveau.

In de gemeente worden vijf probleemclusters onderscheiden:

  • 1. probleemcluster centrum west (Keppelseweg-Hofstraat-Kruisbergseweg);
  • 2. probleemcluster corridor aansluiting 3 A18 - Europaweg;
  • 3. probleemcluster corridor aansluiting 4 A18 - Terborgseweg-J F Kennedylaan-kruising J F Kennedylaan/Varsseveldseweg;
  • 4. probleemcluster centrum zuidoost (Gaswal-Missetstraat-IJsselkade-Raadhuisstraat);
  • 5. probleemcluster Weemstraat (inclusief doorgaand verkeer regionaal bedrijventerrein-Zutphen).

De probleemclusters drie en vier zijn van toepassing op de wegen rondom het plangebied. Voor het plangebied zelf zijn geen probleemclusters aangewezen. Voor het bestemmingsplan De Pas 2010 is daarom geen onderzoek nodig. In paragraaf 4.3.4 wordt nader op het aspect verkeer en parkeren ingegaan. Dit bestemmingsplan sluit aan op de uitgangspunten van het Mobiliteitsplan.

2.5.3 Het besef van Doetinchem

De stadsvisie 'Het besef van Doetinchem' (2000) staat voor een duidelijk beleidsevenwicht op sociaal, economisch en fysiek gebied en beschrijft op hoofdlijnen hoe Doetinchem er over 10 jaar uit zal zien. De stadsvisie brengt lopende plannen en projecten bij elkaar en geeft een aanzet voor nieuwe plannen. Op basis van de sterke en de zwakke punten van Doetinchem zijn de ambities geformuleerd welke als grove kaders voor de beleidsformulering van de aankomende 10 à 15 jaar worden gehanteerd. De ambities zijn verdeeld in vier hoofdambities:

  • Hart voor de regio; uitbreiden en versterken van voorzieningen, versterken (financieel) draagvlak voorzieningen, verbeteren infrastructuur en bereikbaarheid, uitbreiden werkgelegenheid, uitbreiden woningbouw, promoten van de stad/ontwikkelen eigen identiteit.
  • Groeien in kwaliteit; vergroten van het woongenot, aantrekkelijker maken van de werkomgeving, waarborgen en verbeteren van groen, water en ecologie, ontwikkelen van recreatie.
  • Iedereen doet mee; opzetten van een digitaal centrum, ruimte creëren voor de jeugd, meer zorg voor ouderen, achterstanden allochtonen wegwerken, stimuleren van het gebruik van voorzieningen door lage inkomens.
  • Iedereen voelt zich thuis; bevorderen sociale contacten en ontmoetingen, verbeteren leefbaarheid.

De ambities zijn in de stadsvisie uitgewerkt in een concreet beleidsprogramma. Voor het onderhavige plangebied De Pas 2010 zijn in de stadsvisie geen concrete ontwikkelingen opgenomen. Het bestemmingsplan past binnen de uitgangspunten van dit beleid.

2.5.4 Groenstructuurplan Doetinchem

Het Groenstructuurplan Doetinchem (1992) heeft als doel richting te geven aan de gewenste opbouw en ontwikkeling van het groen in de stad. De hoofddoelstelling van het groenbeleid is het instandhouden en realiseren van groenvoorzieningen die bijdragen aan het welzijn van de inwoners van de gemeente. De waarde van het groen wordt bepaald door de kwaliteit – gevormd door de structurerende betekenis, functionele betekenis en beplantings- en onderhoudstechnische aspecten – en de kwantiteit (aantal vierkante meters per inwoner).

De groenstructuur in het plangebied De Pas 2010 bestaat uit een aantal historisch bepaalde plekken die verbonden zijn door oude linten. Deze oude radiale laanstructuur wordt omringd door de nieuwe ringstructuur van de J F Kennedylaan.
De groene invulling van de historische plekken heeft veelal een directe link met de oorspronkelijke betekenis. Het stramien van oude Linden op de Veemarkt bood schaduw aan het vee. De statige bomen en sierbeplanting op het Pasplein en het Julianaplein weerspiegelen het karakter van dit deel van de wijk en hebben een belangrijke visuele esthetische functie. De groene invulling van de ambtsbegraafplaats onderstreept het serene karakter van de plek en vormt samen met de graven een gemeentelijk monument.

De historische linten zoals de Oude Terborgseweg, de Dr. Huber Noodtstraat en de Holterweg, kennen een laanstructuur die het historisch patroon en daarmee het karakter van de stad versterkt. De ringstructuur van de J F Kennedylaan is van recentere datum. Het vormt door zijn verbindend karakter een oriëntatielijn in de stad. Het begeleidend groen bestaat uit een doorgaande bomenstructuur die zich pleksgewijs verbreed, versmald en aansluiting zoekt met parken en ander aanliggende groenzones. Naast deze hoofdstructuur is het privégroen erg bepalend voor het aanzicht van de wijk. Bij de uitvoering van het bomenplan in De Pas is in enkele woonstraten zelfs gekozen voor aanplant van bomen in voortuinen.

Voor het bestemmingsplan De Pas 2010 zijn in het groenstructuurplan geen concrete ontwikkelingen opgenomen. Het bestemmingsplan past binnen de uitgangspunten van dit beleid.

2.5.5 Bomenbeleid en de nieuwe Bomenverordening

De bescherming, de herplant en het kappen van bomen is geregeld in de gemeentelijke bomenverordening. De beleidsregels voor toepassing van deze regelgeving zijn opgenomen in de notitie “Beleidsregels bomenverordening gemeente Doetinchem” (2006). Deze notitie bevat het beleid ten aanzien van de beoordeling kapaanvragen en belangenafweging, bijzondere bomen en de duurzame instandhouding en bescherming van bomen. Het bomenbeleid is in essentie gericht op het behoud van (toekomstig) waardevolle bomen en boomstructuren. In de vorm van een lijst met Bijzondere bomen (moet nog vastgesteld worden) en een boomstructuurplan (planning 2010/2011) zal hieraan uitwerking worden gegeven.

Bomen dragen in belangrijke mate bij aan de structuur, identiteit, belevingswaarde, ecologische waarde en gebruikswaarde van de (woon)omgeving en worden dan ook beschouwd als de belangrijkste groenelementen in de stedelijke omgeving. Hierbij geldt dat naarmate bomen ouder zijn de waarde voor de omgeving toeneemt. Om deze reden is het van belang in de bestaande situatie en bij nieuwe ontwikkelingen met zorg om te gaan met aspecten van beheer en inrichting van de boom en zijn groeiplaats.

De aanwezige waardevolle bomen worden beschermd middels de kapverordening en de kapvergunning. In dit bestemmingsplan zijn derhalve geen maatregelen opgenomen.

Het onderhavige bestemmingsplan De Pas 2010 sluit daarmee aan op het bomenbeleid.

2.5.6 Perspectief detailhandel Doetinchem 'De kern weer bijzonder'

Met de detailhandelsnota 'Perspectief detailhandel Doetinchem', d.d. 27 november 2006 beoogt de gemeente de bestaande detaihandelsstructuur te versterken. Daarnaast wil zij optimaal inspelen op de wensen van de consument en trends en ontwikkelingen en een kader bieden om toekomstige plannen voor detailhandel goed onderbouwd te beoordelen.

De detailhandelsnota heeft een tijdshorizon van 10 jaar voor het beleid op hoofdlijnen en een termijn van vijf jaar gericht op specifieke deelgebieden.

De structuur van het winkelaanbod in Doetinchem is vrij hiërarchisch.

  • Het Stadscentrum, het Ei, heeft een brede spreiding in aanbod. Het aanbod is compleet en gevarieerd in diverse branches. De Veentjes, ten noorden van het Ei maakt onderdeel uit van het centrumwinkelgebied;
  • De aanrijroutes in het Schilgebied, rondom het Ei, laat een diversiteit zien in kleinschalige detailhandel, dienstverlening en PDV-vestigingen. Naarmate de afstand tot het Ei toeneemt is de afwisseling met woningen groter;
  • Op Wijnbergen en Verheulsweide een tweetal PDV-locaties;

Verspreid over Doetinchem buurt- en wijkwinkelcentra t.b.v. de dagelijkse verzorging.

afbeelding "i_NL.IMRO.0222.R06B077A-0004_0006.jpg"

Structuur Detailhandel Doetinchem

De ontwikkelingsrichting voor de verschillende winkelgebieden is:

  • Primair inzetten op versterking van het Ei gericht op de verschillende bezoekersmotieven;
  • Grootschalige detailhandel met doelgerichte aankopen aan de aanrijroutes en in de Schil in onderlinge samenhang met het Ei;
  • Concentreren perifere detailhandel met doelgerichte volumineuze aankopen op aanwezige perifere locaties;
  • Handhaven en kwaliteitsverbetering wijk- en buurtwinkelcentra gericht op boodschappen.

In het bestemmingsplan De Pas 2010 is rekening gehouden met de uitgangspunten uit de detailhandelsnota. In de lijn van het detailhandelsbeleid is het de bedoeling dat solitaire detailhandel in de wijken helemaal niet meer plaatsvindt. De gemeente wil niet direct overgaan tot een algeheel verbod. Gedurende de planperiode van dit bestemmingsplan blijft nog ruimte geboden voor detailhandelsintiatieven. Waar in de oude bestemmingsplannen (zie paragraaf 1.3) nog op verschillende plekken in de wijk solitaire detailhandel was toegestaan is dit in het bestemmingsplan De Pas 2010 gekoppeld aan een mogelijkheid voor afwijking. Op deze wijze kan alleen onder specifieke voorwaarden detailhandel worden toegestaan. Uiteraard zijn reeds bestaande detailhandelsvestigingen positief bestemd.

Wanneer het bestemmingsplan De Pas in de toekomst weer wordt geactualiseerd zal de mogelijkheid voor solitaire detailhandelsvestigingen waarschijnlijk definitief uit het bestemmingsplan zal verdwijnen.

Het bestemmingsplan De Pas 2010 sluit daarmee aan op de uitgangspunten zoals beschreven in de detailhandelsnota.

2.5.7 Supermarktbeleid

In november 2009 is het Supermarktbeleid vastgesteld. Dit beleid is een nadere uitwerking van het in 2006 vastgestelde detailhandelsbeleid. Het supermarktbeleid geeft een visie op de ontwikkelingsrichting van de detailhandelstructuur van Doetinchem op wijk- en buurtniveau. De centrale vraag die in het beleid is gesteld is: Wat zijn de distributieve ontwikkelingsmogelijkheden voor het detailhandelsaanbod op wijk- en buurtniveau in de gemeente Doetinchem? Naast de visie is een aparte onderzoeksrapport gemaakt met de titel Analyse detailhandelstructuur op buurt- en wijkniveau. Elf winkelcentra zijn geanalyseerd. Per windrichting zijn uitgangspunten opgesteld om de betreffende winkelcentra te versterken.

De optimale structuur voor Doetinchem zal bestaan uit:

  • Een sterk centrumaanbod, bestaande uit enkele nabij en goed gespreid rondom de binnenstad gelegen supermarkten van een moderne omvang;
  • Twee moderne wijkwinkelcentra met ieder een 'stadsdeelverzorgende' functie, één ten oosten en één ten westen van het centrum (Overstegen en De Bongerd). Deze centra hebben twee elkaar aanvullende supermarkten;
  • Vier buurtsteunpunten met een duidelijke eigen verzorgingsfunctie voor de omringende woongebieden (W Brandtplein; Slotlaan; Dennenweg en Haareweg/Surinamestraat).

Op deze manier ontstaat op langere termijn een duurzame structuur en daardoor een zo goed mogelijke consumentenverzorging. In de visie wordt daarnaast in eerste instantie ingezet op het behoud en de versterking van bestaande winkelcentra. Aan initiatieven voor nieuwe supermarkten wordt niet meegewerkt.

Al met al komt het supermarktbeleid neer op de volgende kaders:

  • Evenwichtige verdeling van supermarkten en formules over de stad;
  • Hoofdstructuur van centrumaanbod, twee wijkwinkelcentra en vier buurtsteunpunten;
  • Geen uitbreiding toestaan voor de kern Doetinchem als geheel;
  • Concentratie supermarkten aan oostkant van het centrum tegengaan;
  • Vernieuwende concepten die koopkrachtbinding vergroten positief benaderen;
  • Bij uitbreiding of vestiging eisen stelllen aan ruimtelijke inpassing.

In het plangebied van bestemmingsplan De Pas liggen de winkelcentra Dr. Bardetplaats en Terborgseweg. Voor deze winkelcentra is bepaald dat geen uitbreiding van het aantal m2winkelvloeroppervlak;

Binnen het bestemmingsplan De Pas 2010 is dit uitgangspunt overgenomen door uitsluitend de bestaande mogelijkheden wat betreft bebouwing en gebruik vast te leggen. Het bestemmingsplan sluit daarmee aan op hetgeen is opgenomen in de supermarktbeleid.

2.5.8 Ruimte voor kantoren

Op 7 februari 2008 is door de raad van de gemeente Doetinchem de kantorennota "Ruimte voor kantoren in Doetinchem" vastgesteld. Een van de uitgangspunten voor de gemeente Doetinchem is de versterking van de centrumfunctie voor kantoren in de regio Achterhoek. Binnen de regio vormt Doetinchem een concentratie aan economische activiteiten. Kantoren maken hier onderdeel van uit. Van belang is om zo optimaal mogelijk in te spelen op trends en ontwikkelingen en de behoefte van ondernemers aan kantoren.

Het aanbieden van voldoende kantorenlocaties van de juiste kwaliteit op de juiste plek is een van de middelen die de gemeentelijke overheid ten dienste staan om de lokale economie te stimuleren. Andere middelen zijn het creëren van een aantrekkelijk vestigingsklimaat door het zorgen voor een goede bereikbaarheid, het bieden van een goede omgevingskwaliteit en het aanbieden van aantrekkelijke woon- en werkmilieus. Het aanbieden van kantorenlocaties is onderhevig aan trends en ontwikkelingen. In de nota wordt een opsomming gegeven van deze trends en ontwikkelingen op zowel nationaal als regionaal niveau, voor zowel vraag als aanbod.

In het ruimtelijk scenario voor kantoorontwikkeling is gekozen voor het scenario 'Gematigde spreiding'. In dit scenario vinden groot- en kleinschalige kantoorontwikkeling in Hamburgerbroek-Zuid en langs de Terborgseweg/Koopmanslaan richting de A18 plaats. Zeer beperkte kantoorontwikkeling is voorzien voor het Ei en de Schil en in woonwijken. Een gemengde functie met kantoorruimte is mogelijk op specifieke toegangswegen naar de stad: de Bedrijvenweg, deel Verheulsweide. Hier ziet de gemeente toe op een uitmuntende stedenbouwkundige vormgeving, aangezien de bedrijven aan deze weg bijdragen aan de entreefunctie van de stad. Overige gemengde kantoorfuncties, ook van kleinschaliger aard, worden mogelijk in Hamburgerbroek-Zuid op het Vredesteinterrein.

Op bedrijventerreinen worden geen nieuwe kantoorclusters voorzien, noch worden 100% kantoren toegestaan. Voor kantoorontwikkeling op bedrijventerreinen geldt het volgende principe: van het te realiseren brutovloeroppervlak aan bedrijfsruimte mag in dit geval per bouwperceel maximaal 50% gebruikt worden voor kantoorruimte, mits de kantoorruimte zowel fysiek als procesmatig is gekoppeld aan de bedrijfsruimte.

In het plangebied De Pas 2010 is rekening gehouden met de uitgangspunten van het kantorenbeleid. In de lijn van het kantorenbeleid is het de bedoeling dat solitaire kantoren buiten de daarvoor aangewezen gebieden, in de wijken helemaal niet meer plaatsvindt. De gemeente wil niet direct overgaan tot een algeheel verbod. Gedurende de planperiode van dit bestemmingsplan blijft daarom nog ruimte geboden voor kantoorintiatieven. Waar in het oude bestemmingsplannen (zie paragraaf 1.3) nog op verschillende plekken in de wijk solitaire kantoren zijn toegestaan, is dit in het bestemmingsplan De Pas 2010 gekoppeld aan een ontheffing. Op deze wijze kan alleen onder specifieke voorwaarden kantoor worden toegestaan. Uiteraard zijn reeds bestaande kantoren positief bestemd.

Wanneer het bestemmingsplan De Pas in de toekomst weer wordt geactualiseerd zal de mogelijkheid voor solitaire kantoorvestigingen waarschijnlijk definitief uit het bestemmingsplan zal verdwijnen.

Het bestemmingsplan De Pas 2010 sluit daarmee aan op de uitgangspunten zoals beschreven in de kantorennota.

2.5.9 Nota Cultuurhistorie: Doetinchem, Cultuurhistorierijk!

In de nota cultuurhistorie, Doetinchem Cultuurhistorierijk!, d.d. 25 september 2008, worden voorwaarden en kansen geschetst die het mogelijk maken om de Doetinchemse cultuurhistorie te behouden, te beheren en te ontwikkelen. De nota gaat in op de cultuurhistorische opgave voor de komende 10 jaar.

De cultuurhistorie moet weer op een positieve manier in beeld komen. Een aantal speerpunten daarbij zijn:

  • Besef van en waardering voor het cultuurhistorisch erfgoed;
  • Kennisvermeerdering over het cultuurhistorisch erfgoed;
  • Visualisatie en exposure van het cultuurhistorisch erfgoed;
  • Stimulering wisselwerking tussen cultuurhistorisch erfgoed, moderne stedenbouw en landschapsontwikkeling.

De gemeente Doetinchem kent verschillende historische identiteiten, zoals landschap, wonen en werken. welke de komende jaren een leidraad moeten vormen voor het cultuurhistorisch beleid. Daarnaast moet het cultuurhistorisch beleid zoveel mogelijk aansluiten op bestaande wetgeving.

Binnen de gemeente Doetinchem is op dit moment nog maar weinig in beeld van het cultuurhistorisch erfgoed. Voor wat betreft het beter in beeld brengen van de cultuurhistorie is het van belang om bij ruimtelijke ontwikkelingen onderzoek uit te voeren naar de ter plaatse aanwezige cultuurhistorie.

De gemeente is op dit moment bezig met een grote inhaalslag wat betreft de cultuurhistorische waardering van de Doetinchemse wijken. Inmiddels hebben de cultuurhistorische verkenningen 1940-1965 en vooroorlogse woningbouw plaatsgevonden. Uit deze verkenning zijn enkele beeldbepalende panden naar voren gekomen. Bij deze panden is het belangrijk dat het aanzicht behouden blijft dan wel verbeterd. In de Erfgoedverordening van de gemeente Doetinchem zijn deze panden beschermd tegen sloop. In dit bestemmingsplan is hiertoe geen verdere regeling opgenomen.

Ter bescherming van eventueel aanwezige cultuurhistorische waarden in de ondergrond is voor het overgrote deel van het plangebied de dubbelbestemming Waarde-Archeologie opgenomen. Deze dubbelbestemming komt overeen met hetgeen is opgenomen in de archeologische waardenkaarten van Doetinchem. Met deze dubbelbestemming worden beperkingen opgelegd ten aanzien van bebouwing in de vorm van een aanlegvergunningenstelsel gekoppeld voor werken en werkzaamheden aan gekoppeld.

Het bestemmingsplan De Pas 2010 sluit daarmee aan op hetgeen is opgenomen in de nota cultuurhistorie: Doetinchem, Cultuurhistorierijk!

2.5.10 Nota monumentenbeleid

Het gemeentelijk monumentenbeleid is neergelegd in de Nota monumentenbeleid, U moet ze zien, 1997. Wettelijk is het beleid verankerd in de Monumentenwet en de gemeentelijke monumentenverordening.

Het plangebied De Pas 2010 kent verschillende monumenten. Deze monumenten worden beschermd door de monumentenverordening en zijn daarom niet opgenomen in het onderhavige bestemmingsplan. Naast monumenten kent het plangebied ook enkele potentiële monumenten. De komende jaren zullen ook deze onderzocht worden en zo nodig van een monumentale status worden voorzien.

Het bestemmingsplan De Pas 2010 sluit daarmee aan op het gemeentelijk monumentenbeleid.

2.5.11 Parkeernota: Kwaliteitsimpuls Parkeren Doetinchem

De parkeernota Kwaliteitsimpuls Parkeren Doetinchem, d.d. 25 september 2008, omvat een toekomstgerichte uitwerking van de beleidsrichtingen die in het mobiliteitsplan staan. Doelstelling van de parkeernota is het bereiken van een optimale afstemming van de parkeervraag en het parkeeraanbod gedurende de komende jaren.

Belangrijkste constateringen in de parkeernota zijn:

  • er is niet zo zeer sprake van een kwantiteitsprobleem, maar van een kwaliteitsprobleem rond het parkeren in Doetinchem;
  • er hoeven naar verwachting 400 parkeerplaatsen minder gerealiseerd te worden dan in het mobiliteitsplan genoemd staan;
  • de tijdsdruk om parkeerplaatsen te ontwikkelen is minder groot dan verondersteld;
  • door een goed monitoringsysteem kan adequaat worden ingesprongen op een veranderende parkeervraag.

Ten behoeve van een verbetering van het parkeersysteem worden in de parkeernota enkele ruimtelijke aanbevelingen gedaan.

  • De geplande parkeergarages Hamburgerbroek en nabij het stadhuis als strategische reservelocatie beschouwen;
  • Het plaatsen van een dynamisch parkeerverwijssysteem dat moet leiden tot een betere benutting en uitwisseling van de aanwezige parkeervoorzieningen;
  • Nieuwstad en omgeving handhaven als parkeerlocatie;
  • Verplaatsen weekmarkt naar voorzijde van het stadhuis voor optimale benutting van de parkeercapaciteit rondom het stadhuis, daarbij parkeerregulerende maatregelen treffen in de Spinbaan en de Melkweg;
  • Het parkeerterrein Varkensweide uitbreiden naar 900-1.000 parkeerplaatsen.

Ten tijde van de opstelling van dit bestemmingplan is de gemeente Doetinchem, in het kader van de uitwerking en realisatie van het Masterplan Schil bezig met de herinrichting van het gebied rondom het gemeentehuis. In dit bestemmingsplan is rekening gehouden met deze herinrichting door een ruime verkeersbestemming op te nemen rondom het gemeentehuis.

Voor het overige worden bij de verschillende bestemmingen parkeernormen opgenomen waarbij bij nieuwbouw of uitbreiding aan voldaan moet worden.

De ontwikkelingen in het plangebied De Pas 2010 voldoen aan het gestelde in de parkeernota. Het beleid omtrent parkeren vormt derhalve geen belemmering. In paragraaf 4.3.4 wordt nader op het aspect parkeren ingegaan.

2.5.12 Waterplan Doetinchem

De gemeente Doetinchem heeft samen met het waterschap Rijn en IJssel het Waterplan Doetinchem opgesteld. In dit beleidsdocument is de integrale omgang met water in stedelijk en landelijk gebied aangegeven ter ondersteuning van het streven te komen tot veerkrachtige watersystemen en het scheiden van vuil- en schoonwaterstromen als principe. Sinds de gemeentelijke herindeling (2005) is dit beleid ook van toepassing op het gebied van de voormalige gemeente Wehl.

Het Waterplan Doetinchem bundelt op lokaal niveau het inzicht in de huidige situatie en geeft in de streefbeelden en ambities aan hoe duurzaamheids- en gidsprincipes van integraal waterbeheer in plannen vertaald kunnen worden. Hierin zijn belangen van ruimtelijke ordening, milieu, natuur en toerisme meegewogen.

Het waterplan is door de gemeente in samenwerking met waterschap, waterbedrijf, vertegenwoordigers van natuur en milieubelangen, inwoners en bedrijfsleven tot stand gekomen. In het waterplan zijn rijksbeleid, provinciaal beleid en het beleid van het waterschap als fundamentele elementen opgenomen. Het Waterplan uit 2003 en het Gemeentelijk Rioleringsplan 2010-2015 vormen samen de basis voor de omgang met water in het algemeen en het rioleringsstelsel in het bijzonder.

Met betrekking tot de ruimtelijke ordening en het stedelijk gebied zijn de volgende gidsprincipes voor integraal waterbeheer van belang:

  • Het toepassen van de drietrapsstrategie: vasthouden, bergen en afvoeren;
  • Water van schoon naar minder schoon laten stromen (geen afwenteling);
  • Met water de identiteit van een plek zichtbaar maken;
  • Een goede communicatie opzetten (intern en extern);
  • Water als mede-ordenend principe toepassen bij ruimtelijke plannen;
  • Samenwerken en afstemmen;
  • Balans in watersysteem en waterketen.

Door het toepassen van deze principes wordt gewerkt aan de ontwikkeling van een robuust, veerkrachtig en gezond watersysteem binnen de gemeentegrenzen, gecombineerd met een aantrekkelijke woonomgeving met optimale belevings- en gebruiksmogelijkheden van het water. Er is een goede samenwerking en afstemming tussen alle bij het waterbeheer betrokken partijen, en er vindt geen bestuurlijke, financiële of ruimtelijke afwenteling plaats. Dit is het algemene streefbeeld voor 2030.

In het waterplan wordt het algemene streefbeeld per functie en thema nader uitgewerkt. In paragraaf 4.3.2 wordt nader op het aspect water ingegaan. Dit bestemmingsplan sluit aan op de uitgangspunten in het waterplan.

2.5.13 Planologisch Beleid 2011

Op 6 januari 2011heeft de gemeenteraad van Doetinchem ingestemd met het Planologisch Beleid 2011. Het planologisch beleid vormt het ruimtelijk beleidskader voor woningen en bijbehorende bouwwerken. In de nota wordt beleid geformuleerd voor kleine bouwplannen met betrekking tot woningen. Daarnaast voorziet de nota in een belangrijke verruiming en versoepeling van de tot nu toe gehanteerde bouwvoorschriften. In de voorgestelde regeling is een onderscheid gemaakt tussen ruimtelijke aspecten die betrekking hebben op het woonhuis en bijbehorende bouwwerken alleen en de ruimtelijke aspecten van de woning die alleen geregeld kunnen worden als de kenmerken van de omgeving daarbij betrokken worden. Daarnaast zijn een aantal relatief ondegeschikte bouwactiviteiten die voorheen als afwijking verleend kon worden, nu als 'bij recht' toegestane bouwactiviteiten opgenomen, zoals erkers, toegangspartijen en overkappingen in de voortuin van een woning. Voorts zijn versoepelingen doorgevoerd vor woonruimte in bijbehorende bouwwerken, overkappingen, erfscheidengen, beroepen en bedrijven aan huis en mantelzorg.

Met het planologisch beleid 2011 ligt er een vernieuwde basis voor omgevingsvergunningen en bestemmingsplannen. Daarnaast is het beleid de basis voor nieuwe planontwikkelingen.

De uitgangspunten van het Planologisch beleid 2011 zijn verwerkt in het onderhavige bestemmingsplan. Voor de bestemming Woongebied op het voormalig veemarktterrein is grotendeels vastgehouden aan de kavelpaspoorten zoals vastgesteld bij de doorlopen artikel 19.2 procedure voor ontwikkeling van het gebied. Daarnaast geldt voor de woningen binnen de bestemming Woongebied het collegebesluit ten aanzien van de versoepeling van de kavelpaspoorten d.d. 17 maart 2010.