direct naar inhoud van 4.2 Milieu
Plan: Belderstraat 2010
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0222.R07B210A-0004

4.2 Milieu

4.2.1 Bodem
4.2.1.1 Gronden rondom de voormalige stortlocatie

Bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen dient te worden aangetoond dat de bodem en het grondwater vrij zijn van verontreinigingen. Hiertoe is het uitvoeren van een verkennend bodem- en grondwateronderzoek noodzakelijk dat voldoet aan de eisen van NEN 5740.

In het kader van dit bestemmingsplan is een verkennend bodem- en grondwateronderzoek uitgevoerd door Adviesbureau Ecopart B.V. Dit onderzoek heeft betrekking op de locatie aan de Liemersweg naast 'De Belder', niet op de voormalige stortlocatie zelf.

Met betrekking tot de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem is uit de resultaten van het historisch onderzoek gebleken dat het om een onverdachte locatie gaat.

Tijdens het veldwerk zijn zintuiglijk geen afwijkingen waargenomen.

In de bovengrond (tot 0,5 mmv) is bij één mengmonster een licht verhoogd gehalte aan cadmium aangetoond. In de ondergrond (0,5 – 2 mmv) zijn verder geen verontreinigingen aangetroffen. In het grondwater is plaatselijk een licht verhoogd gehalte aan arseen aangetroffen, Waarschijnlijk heeft dit te maken met de regionaal verhoogde achtergrondconcentratie van metalen in het grondwater.

In het onderzoek wordt geconcludeerd dat nader onderzoek niet nodig is.

Geconcludeerd kan worden dat er vanuit de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem en het grondwater geen belemmeringen zijn voor de uitvoering van het plan.

4.2.1.2 De voormalige stortlocatie

'De Belder' is in 1984 gesloten en daarna afgewerkt en afgedekt met categorie 1-grond en beplanting langs de schuine taluds. Het terrein heeft sindsdien als groenvoorziening gefungeerd. Eerder bleek dat de bestaande afdeklaag onvoldoende was en het afval zichtbaar was. Daarom is extra grond opgebracht. De eerste fase hiervan is inmiddels afgerond. De grond is gestort en zal nog deels worden verplaatst over het terrein. Het terrein wordt afgedekt met een leeflaag, waarbij de opgebrachte grond moet voldoen aan de omgevingskwaliteit.

In de tweede fase wordt het talud aan de zijde van de Wehlse Beek worden uitgevlakt, zodanig dat het terrein met een hoogteverschil van circa 12 meter bespeelbaar en gemakkelijk overbrugbaar wordt.

In het kader van de aanleg van de pitch&putt baan zal niet worden gebouwd op de stortplaats. Bouwen vindt alleen plaats op de omliggende gronden buiten de stortplaats. Alleen beplanting wordt op de stortplaats aangebracht.

Geconcludeerd kan worden dat er vanwege de bodemkwaliteit op de voormalige stortlocatie geen belemmeringen zijn voor de uitvoering van het plan.

4.2.2 Luchtkwaliteit

In de “Wet luchtkwaliteit” (hoofdstuk 5 van de Wet milieubeheer) zijn luchtkwaliteitseisen opgenomen om o.a. de verkeersgerelateerde emissies (o.a. fijnstof en stikstofdioxide) te reguleren. Bij ieder project (bouwplan, wegaanleg e.d.) moet toetsing aan de grenswaarden voor luchtkwaliteit plaatsvinden, m.a.w. het moet duidelijk zijn welke gevolgen het project heeft voor de luchtkwaliteit. Uitgangspunt is dat de luchtkwaliteit niet verslechterd c.q. dat het project 'niet in betekenende mate' (NIBM) bijdraagt aan de luchtverontreiniging. Een project draagt NIBM bij aan de luchtverontreiniging als de 3% grens niet wordt overschreden.

De realisatie van het beoogde plan zal leiden tot een toename van de verkeersbewegingen op de wegen rondom het plangebied (Liemersweg/Belderstraat/Vogelstraat in Doetinchem/Wehl). Met behulp van het rekenmodel CAR II versie 10.0 is berekend wat het effect van de verkeerstoename is op de luchtkwaliteit t.p.v. het plangebied. Hieruit blijkt dat de luchtkwaliteitswaarden met (veel) minder dan 3% toenemen.

De functieverandering zal NIBM bijdragen aan de luchtkwaliteit en daarmee vormt luchtkwaliteit geen beletsel of beperking voor de beoogde planontwikkelingen.

4.2.3 Geluid

De mate waarin het geluid, veroorzaakt door het wegverkeer, het woonmilieu mag belasten, is geregeld in de Wet geluidhinder. De wet stelt dat in principe de geluidsbelasting op woningen niet de 48 dB mag overschrijden. Indien nieuwe geluidgevoelige functies worden toegestaan, stelt de Wet geluidhinder de verplichting akoestisch onderzoek te verrichten naar de geluidsbelasting ten gevolge van alle wegen binnen de wettelijke geluidzone van 250 meter van het plangebied.

Onderhavig bestemmingsplan maakt de nieuwbouw van een bedrijfswoning mogelijk. Omdat het nieuwbouwplan binnen de geluidzones van wegen wordt geprojecteerd, dient conform art. 76 van de Wet geluidhinder een akoestisch onderzoek te worden verricht. In het onderhavige geval gaat het om de toetsing van de geluidsbelasting op de nieuwe woning vanwege de Vogelstraat. In verband hiermee is een akoestisch onderzoek uitgevoerd door Grontmij Nederland bv, te weten 'Bedrijfswoning nabij Pitch&Putt-golfbaan, Akoestisch onderzoek' d.d. 23 juli 2008.

Uit het onderzoek blijkt dat nergens een overschrijding optreedt van de voorkeursgrenswaarde van 48 dB. De ten hoogst berekende geluidsbelasting bedraagt 45 dB ter plaatse van de gevel van de bedrijfswoning. Het is zonder aanvullende akoestische eisen mogelijk om de woning te realiseren.

4.2.4 Externe veiligheid

Door de gemeente Doetinchem is geïnventariseerd of in de directe omgeving van het plangebied belemmeringen in het kader van externe veiligheid aanwezig zijn. Conclusie was dat in de directe omgeving van het plangebied pitch&putt te Doetinchem geen hinderlijke bedrijfszoneringen aanwezig zijn. De hoogspanningsleiding circa 70 meter ten zuiden van de woonfunctie in het plangebied levert geen belemmering op voor onderhavig plan.