direct naar inhoud van 2.3 Ontwikkelingen
Plan: Buitengebied, Landgoed De Krael - 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0222.R07B271A-0003

2.3 Ontwikkelingen

2.3.1 Algemeen

De initiatiefnemer wil de recent afgebrande boerderij en alle bijgebouwen op het adres Kraalslaan 5 slopen. Op ongeveer 100 m1 ten westen van de oorspronkelijke locatie zal een nieuwe woning worden teruggebouwd.

Een historische veldschuur, gelegen op ongeveer. 50 m1 ten zuidoosten van het oorspronkelijke erf (gelegen tegen de bosrand), wordt niet gesloopt maar zal worden gerestaureerd. Op het nieuwe erf wordt een nieuw hoofdgebouw opgericht met twee kleinere bijgebouwen in een 'U' opstelling.

De inhoudsmaat van de nieuwe woning bedraagt 2.500 m3. De oppervlakte van de beide nieuwe bijgebouwen bedraagt 300 m2.

Vanwege de verplaatsing van het erf komt de oorspronkelijke toegangsweg te vervallen en wordt een nieuwe toegangsweg aangelegd. Met uitzondering van het erf, wordt de totale bijbehorende agrarische grond (vijf hectare) ingericht ten behoeve van nieuwe natuur en als zodanig beheerd. De huidige agrarische functie van de grond en het agrarisch bouwblok komen te vervallen.

Het plangebied ligt in de Ecologische hoofdstructuur, specifiek gelegen in de EHS-Natuur. Het amoveren van een agrarisch bedrijf uit de EHS, het slopen van alle agrarische bijgebouwen en de inrichting van vijf hectare nieuwe natuur betekent een forse landschappelijke- en ecologische kwaliteitswinst voor de EHS ter plaatse.

Het initiatief, inclusief de inrichting van de nieuwe natuur is besproken in de commissie cultuurhistorie op 14 december 2010 en op 22 maart 2011 en in de welstandcommissie op 7 en 28 februari 2011. De welstandcommissie heeft een positieve advies gegeven over het ontwerp van de vijf hectare nieuwe natuur en de woning. Het voorliggende ontwerp zal worden uitgewerkt op basis van de bouwverordening.

De initiatiefnemer wil het gehele plangebied, dus de nieuwe natuur en de nieuw op te richten landgoedwoning en bijgebouwen, rangschikken onder de Natuurschoonwet (NSW). Een verzoek voor rangschikking is reeds ingediend. Deze rangschikking biedt een duurzame waarborging voor de instandhouding van het landgoed, inclusief bijbehorend beheer en openstelling voor extensieve vormen van recreatie. Uitgangspunt voor deze rangschikking is het inrichtings- en beheerplan. Deze is als bijlage bij dit bestemmingsplan gevoegd.

2.3.2 Stedebouwkundige uitgangspunten voor de bebouwing

De oprichting van een fors nieuw gebouw met allure en de inrichting van vijf hectare nieuwe natuur komen in hoge mate overeen met de uitgangspunten voor de oprichting van een nieuw landgoed. Qua bouwstijl en positionering van de woning wordt uitgegaan van de allure die nieuwe landgoederen dienen te hebben. Inspiratie voor het ontwerp is gevonden in reeds bestaande landgoederen en buitenverblijven in bosrijke gebieden in Nederland zoals op de Veluwe.

Ten aanzien van de binnen de bestemming toegelaten gebruiksvormen dient te worden gestreefd naar het instandhouden c.q. tot stand brengen van een, in stedenbouwkundig opzicht, samenhangend straat- en bebouwingsbeeld. In het algemeen zal bij bebouwing worden gestreefd naar:

  • een goede verhouding tussen bouwmassa en open ruimte;
  • een goede hoogte-breedteverhouding tussen de bebouwing onderling en een samenhang in bouwvorm/architectonisch beeld tussen bebouwing die ruimtelijk op elkaar georiënteerd is.

Het bouwplan bestaat uit een forse vrijstaande woning met twee vrijstaande (bij)gebouwen, opgetrokken in de stijl van een landhuis. De bijgebouwen staan los van het hoofdgebouw en vormen als het ware een 'U' opstelling. Het aantal wooneenheden op het adres Kraalslaan 5 blijft gelijk aan het huidige aantal (1 woning). Door de bijgebouwen wat lager te houden en opbouwend naar de woning toe te werken komt het geheel vloeiend over. Het erf wordt daardoor wat compacter zodat er geen lintbebouwing ontstaat. De vormentaal in de bijgebouwen komt overeen met die van de woning. Dat houdt in dat daarvoor de nokhoogte van het bijgebouw op respectievelijk 7,5 meter wenselijk is om een goede verhouding te behouden. De woning krijgt een nokhoogte van 12 meter en een goothoogte van 7 meter. Hiermee trachten we het erf compact en samenhangend te houden, zodat de natuur beter tot uiting komt rondom de woning.

De bouwstijl voor de nieuw te bouwen woning is niet streekeigen; zowel qua omvang als qua bouwstijl. Vanwege de ligging, naast de bossen van kasteel De Slangenburg, is gekozen voor de sfeer van een buitenverblijf-jachthuis. Dit betekent een versterking van de identiteit van het naastgelegen landgoed 'De Slangenburg'. Bosbouw, jacht en landbouw vormden vroeger op en rondom kasteel 'De Slangenburg' het hoofdgebruik. De ligging in een groene kamer komt overeen met het historische landschapsbeeld van het plangebied anno 1860-1880. Door de beschutte ligging van het erf in een groene kamer, omgeven door houtsingels en bos, is het gebouw vanaf de openbare weg niet of nauwelijks zichtbaar, uitgezonderd het aanzicht via de centrale oprijlaan.

Het landgoed, is niet via de Kraalslaan bereikbaar. De Kraalslaan 5 is een zandweg die afgesloten is voor alle verkeer. Het erf wordt ontsloten via een nieuw aan te leggen erftoegangsweg vanaf de IJzevoordseweg.

afbeelding "i_NL.IMRO.0222.R07B271A-0003_0003.jpg"

2.3.3 Erfinrichting

Het erf wordt aan alle zijden omsloten door natuurlijke graslanden. Het erf zal door middel van een scheerhaag rondom het erf begrenst worden met de omliggende graslanden. Op minder dan 50 m1 ten zuiden van het erf gaat het plangebied over in de opgaande bossen van De Slangenburg.

Met betrekking tot de erfinrichting wordt er gestreefd naar een geleidelijke overgang van bos-bosmantel-zoom-grasland naar het erf. De erfbeplanting zal daarom hoofdzakelijk laag blijven en met name bestaan uit een grazige vegetatie, struiken en heesters, ingebed in een gazon. Struiken en heesters in de siertuin bestaan naast inheems plantmateriaal, tevens uit uitheems plantmateriaal.

In de zuidoosthoek worden drie solitaire zomereiken geplant die de laanbeplanting als het ware 'verbinden' met het achterliggende bos. De haag bestaat uit een knip/scheerhaag van beuk of meidoorn en wordt door regelmatig onderhoud laag gehouden (<1,5 m1) waardoor het erf passend in de natuurlijke graslanden wordt ingepast en de woning vanuit alle richtingen zichtbaar blijft.

Aan de voorzijde van de woning wordt erfverharding aangebracht tussen de drie gebouwen, in aansluiting op de erftoegangsweg. Aan de zijkant en achterzijde van het hoofdgebouw wordt een minimale erfverharding aangebracht. Erfverharding beperkt blijven tot een strook direct om de woning en een terras. De maximale erfverharding aan de zij- en achterzijde van de woning bedraagt niet meer dan 10% van de totale oppervlak van het privé gedeelte rondom de landgoedwoning.

afbeelding "i_NL.IMRO.0222.R07B271A-0003_0004.jpg"

Vanaf de straatzijde is er een verdeling van “3 kamers”. Hiermee wordt gestreefd naar een samenhangend visuele symmetrie in het landschappelijk plan. De inrit naar de woning deelt de kamers op naar een gelijkvormigheid in grootte. Daarnaast zouden de kamers respectievelijk even diep moeten zijn. Vanuit dat oogpunt zou het wenselijk zijn om in het achter de kamers gelegen gedeelte van het kavel de woning dan wel een bijgebouw te plaatsen. Zo komt de nieuwe natuur het beste tot zijn recht en de woning ook doordat het erf meer aan de achterzijde van de woning ligt. De monumentale eik die in de rechter kamer staat, willen we niet in het bouwvlak plaatsen, omdat dit juist een karakteristiek element is in de nieuwe natuur.