direct naar inhoud van 4.9 Water
Plan: Buitengebied, Landgoed De Krael - 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0222.R07B271A-0003

4.9 Water

4.9.1 Watertoets

Eind 2000 heeft het kabinet het standpunt “Anders omgaan met water” vastgesteld. Het op een andere manier omgaan met water én ruimte is nodig om in de toekomst bescherming te bieden tegen overstromingen en wateroverlast. De watertoets is een instrument dat ruimtelijke plannen toetst aan de mate waarin zij rekening houden met het beleid om het water meer ruimte te geven. De watertoets heeft als doel om in een vroegtijdig stadium alle relevante partijen te betrekken bij het opstellen van een wateradvies. De toets heeft betrekking op alle wateren en alle waterhuishoudkundige aspecten die van betekenis zijn voor het gebruik en de functie van het plangebied en de directe omgeving van het gebied, bijvoorbeeld veiligheid (overstromingsgevaar), wateroverlast en waterkwaliteit.

Het Waterschap Rijn&IJssel voert als beleid de afkoppeling van schoon regenwater van projecten en gebieden. Voor het onderhavige bouwplan is de afkoppeling van hemelwaterafvoer in beginsel bij beschikbare ruimte en mogelijkheden vereist. Als thema's zoals vastgesteld in de “standaard waterparagraaf voor bestemmingsplannen” onderscheidt het Waterschap Rijn & IJssel voor een situatie zoals de onderhavige vooral: “Wateroverlast”.

Hierbij wordt als beleid gevoerd zo mogelijk af te koppelen en het hemelwater niet in de riolering af te voeren. Tevens is de doelstelling het oppervlaktewaterpeil en het grondwaterpeil duurzaam in stand te houden om enerzijds verdroging en bodemdalingen en anderzijds wateroverlast te voorkomen. Ten aanzien van de oppervlaktewaterkwaliteit mogen geen activiteiten plaatsvinden die tot extra belasting van de waterkwaliteit leiden. Door de ontwikkelingen in het plangebied blijft het bebouwde en verharde oppervlak min of meer gelijk.

4.9.2 Watersysteem

Om wateroverlast, kwantitatief en kwalitatief, nu en in de toekomst te voorkomen wordt het regenwater niet afgevoerd naar het rioolstelsel maar volgens de trits vasthouden - bergen – afvoeren behandeld. In het plan is ruimte gereserveerd voor buffering in de perceeloppervlakte en in een infiltratiegreppel. De terreinverharding zal mogelijk bestaan uit een doorlatende halfverharding of grasbetonstenen. In beide gevallen is er geen sprake van opvang en afvoer van regenwater maar van directe infiltratie in de ondergrond. Indien later gekozen wordt voor een gesloten verharding (nadere keuze eigenaar) zal het water oppervlakkig afstromen op het overige perceel (tuin en weide). In alle gevallen is er geen sprake van afvoer van hemelwater. Het dakwater zal worden geloosd op een te maken perceelgreppel. Deze is niet aangesloten op een externe riolering. Er is geen sprake van afvoer van water van het perceel. Alle hemelwater wordt geïnfiltreerd op het perceel. De bodem in het plangebied bestaat uit een veldpodzol met een vrij diepe ontwatering. Het gebied is een inzijgingsgebied en daardoor ook geschikt om hemelwater in te infiltreren. Er is geen sprake van toepassing van niet gecoate uitlogende bouwstoffen en er vinden geen activiteiten plaats die het watersysteem beïnvloeden of bedreigen. De infiltratie van hemelwater voor het plangebied zal op eigen terrein plaatsvinden met directe infiltratie in het vegetatiedek en de toplaag van de oprit en indirect in de perceelgreppel/wadi zonder rechtstreekse lozing op een waterschapssloot. Het plan voldoet aan de uitgangspunten van de gemeente en het Waterschap.

4.9.3 Waterhuishoudkundige aspecten
Thema   Toetsvraag   Relevant  
Hoofdthema's  
Veiligheid   1. Ligt in of nabij het plangebied een primaire of regionale waterkering?
2. Ligt in of nabij het plangebied een kade?  

nee
nee  
Riolering en
afvalwaterketen  
1. Is er een toename van het afvalwater (DWA)?
2. Ligt in het plangebied een persleiding van WRIJ?
3. Ligt in of nabij het plangebied een RWZI van waterschap?  
nee
nee

nee  
Wateroverlast (oppervlaktewater)   1. Is er sprake van toename van het verhard oppervlak?
2. Zijn er kansen voor het afkoppelen van bestaand verhard oppervlak?
3. In of nabij het plangebied bevinden zich natte en laag gelegen gebieden, beekdalen, overstromingsvlaktes?  
ja

ja

nee  
Grondwater- overlast   1. Is in het plangebied sprake van slecht doorlatende lagen in de ondergrond?
2. Bevindt het plangebied zich in de invloedzone van de Rijn of IJssel?
3. Is in het plangebied sprake van kwel?
4. Beoogt het plan dempen van slootjes of andere wateren?  

nee

nee
nee
nee  
Oppervlaktewater- kwaliteit   1. Wordt vanuit het plangebied water op oppervlaktewater geloosd?
2. Ligt in of nabij het plangebied een HEN of SED water?
3. Ligt het plangebied geheel of gedeeltelijk in een Strategisch actiegebied?  

nee
nee

nee  
Grondwater- kwaliteit   Ligt het plangebied in de beschermingszone van een drinkwateronttrekking?  
nee  
Volksgezondheid   1. In of nabij het plangebied bevinden zich overstarten uit het gemengde of verbeterde stelsel?
2. Bevinden zich, of komen er functies, in of nabij het plangebied die milieuhygiënische of verdrinkingsrisico's met zich meebrengen (zwemmen, spelen, tuinen aan water)?  

nee



nee  
Verdroging   Bevindt het plangebied zich in of nabij beschermingszones voor natte natuur?  
ja  
Natte natuur   1. Bevindt het plangebied zich in of nabij een natte EVZ?
2. Bevindt het plangebied zich in of nabij beschermingszones voor natte natuur?  
nee

ja  
Inrichting en beheer   1. Bevinden zich in of nabij het plangebied wateren die in eigendom of beheer zijn bij het waterschap?
2. Heeft het plan herinrichting van watergangen tot doel?  

ja
ja  
Aandachtsthema's  
Recreatie   Bevinden zich in het plangebied watergangen en/of gronden in beheer van het waterschap waar actief recreatief medegebruik mogelijk wordt?  

nee  
Cultuurhistorie   Zijn er cultuurhistorische waterobjecten in het plangebied aanwezig?  
nee  

Wateroverlast
Er is sprake van een toename van het verhard oppervlak en voldoende kansen voor het afkoppelen van bestaand verhard oppervlak. Voor het plangebied geldt dat de hoeveelheid afvalwater niet toeneemt. Het afvalwater wordt afgevoerd via het rioolstelsel en niet geloosd op het oppervlaktewater. Binnen het plangebied wordt het hemelwater rechtstreeks of via het verharde en bebouwde oppervlak in de bodem geinfiltreerd.

Verdroging
De inrichting en functies in hydrologische beïnvloedingszones rond natuurgebieden zijn afgestemd op deze natuur. In de beschermingszones van natte natuur bevinden zich geen functies die de aanvoer van water richting het natuurgebied negatief beïnvloeden.

Natte natuur
Het plangebied bevindt zich in de beschermingszone voor natte natuur of Natura 2000-gebieden. De beoogde ontwikkelingen hebben geen negatieve invloed op de waterkwantiteit en –kwaliteit in relatie tot deze natte natuurgebieden.

Inrichting en beheer
Aan de noordzijde van het plangebied ligt de IJzervoordse waterleiding die in beheer is bij waterschap Rijn en IJssel en waarop de keur van dit waterschap van toepassing is.
De voorgenomen ontwikkeling is geen belemmering voor het reguliere beheer en onderhoud van deze watergang.
Met het waterschap vindt - in het kader van de planuitvoering - overleg plaats over de aanpassing van de watergang in/bij het plangebied.