direct naar inhoud van Voorschriften
Plan: Slingeland Ziekenhuis, locatie A18 - 2017
Status: ontwerp
Plantype: exploitatieplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0222.R07E313A-0001

Voorschriften

Hoofdstuk 1 Voorschriften

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

1.1 Bestemmingsplan

Het bestemmingsplan “Ziekenhuis - 2017” van de gemeente Doetinchem, vervat in plankaart en regels, met identificatienummer NL.IMRO.0222.R07H303A-0001 (versie ontwerp).

1.2 Bouwweg

Een weg met een al dan niet tijdelijk karakter, ten behoeve van het ontsluiten van het bouwterrein, die voldoet aan de eisen zoals in dit plan beschreven.

1.3 Eigenaar

De rechthebbende van, inclusief zakelijk rechthebbenden op de eigendom van, een binnen de exploitatiegrens van het plan gelegen onroerende zaak.

1.4 Exploitatiegebied

De afbakening van het gebied binnen de grenzen van het bestemmingsplan.

1.5 Plankaart

Kaart met de bijbehorende verklaringen.

Artikel 2 Eisen aan de werken en werkzaamheden

  • Voorafgaand aan de uitvoering van de werken en werkzaamheden als genoemd in dit hoofdstuk, dienen de bestekken ter goedkeuring aan de gemeente te worden voorgelegd. Dit voorschrift geldt voor de hierna te noemen eisen met betrekking tot de werken en werkzaamheden maar ook voor uitvoering van werken en werkzaamheden waarvoor geen specifieke eisen zijn opgenomen.
  • Partijen die de werken en werkzaamheden uitvoeren dienen zich bij de uitvoering te houden aan de standaardnormen van de gemeente voor de uitvoering van openbare werken, zoals vastgelegd in de Standaard RAW Bepalingen 2010 van de CROW, incl U.A.V. 2012, ook wel “standaard 2010” genoemd. Voor zover deze standaardnormen voor het exploitatiegebied niet toereikend zijn geldt het gestelde in dit hoofdstuk.
  • Het is verplicht gemeentelijk (steekproefsgewijs) toezicht op de uitvoering toe te staan.
  • Partijen die de werken en werkzaamheden uitvoeren zijn verplicht tot het onderhouden van de bouwwegen in de fase van het bouwrijp maken van de wegen, parkeerstrook en voetpaden in de fase van het woonrijp maken tot 52 weken na de oplevering van de openbare werken aan de gemeente.
2.1 Eisen voor het bouwrijpmaken van het exploitatiegebied
2.1.1 Te slopen en te rooien elementen

Slopen dient plaats te vinden door sloop en afvoer ofwel - indien ter plekke door de gemeente aangegeven - met behulp van een mobiele puinbreekinstallatie met dien verstande dat hiervoor vergunning dient te worden aangevraagd.

In overleg met de gemeente dient te worden bepaald welke bomen gerooid worden en of herplant elders tot de mogelijkheden behoort.

2.1.2 Grondwerkzaamheden voor zowel openbare voorzieningen als uitgeefbare delen
  • Partijen die de werken en werkzaamheden uitvoeren dienen uit te gaan van een peilhoogte voor de vloerhoogte van gebouwen op de begane grond. Deze peilhoogte wordt voor dit exploitatieplan te zijner tijd, te ontlenen aan het bestemmingsplan en/of het waterhuishoudkundig plan. Omtrent de uitwerking van de waterhuishouding hebben partijen met Waterschap Rijn en IJssel een intentie-overeenkomst d.d. 10 april 2015 gesloten. Deze overeenkomst bevat afspraken over het proces van uitwerking.
  • Voor de fysische kwaliteit van het zand voor de grondwerkzaamheden ( voor wegen, fiets- en voetpaden) dient te worden voldaan aan de eisen gesteld in de eerdergenoemde "standaard 2010".
  • De waterdoorlatendheid van de bodem zal worden bepaald door middel van een doorlatendheidmeting. De resultaten daarvan komen in een geohydrologisch onderzoek en globale waterstructuur.
2.1.3 Aanleg van bouwweken (inclusief voet-, fietspaden en bermen)
  • Bouwwegen dienen overeenkomstig een te overleggen en door de gemeente goed te keuren verdichtingsproef c.q. proctorproef volgens de "standaard 2010" te worden aangelegd.
2.1.4 Aanleg riolering
  • Riolering dient overeenkomstig een te overleggen en door de gemeente goed te keuren rioolberekening te worden aangelegd, met als aanvullende eis dat de rioolbuizen ter controle dienen te worden beproefd door visuele inspectie. Voor de aanleg dient een verbeterd gescheiden rioolstelsel te worden toegepast.
    Voor de aanleg van riolering dient een dwa en IT-riool te worden toegepast.
    De riolering dient uitgevoerd te worden in beton / PP (kleur zwart (Ral 9011) voor VW en bruin voor IT-riool hemelwater en rinsstijfheidsklasse SN 8). De minimale afmeting voor hoofdriolering is rond 250 mm.
  • De rioleringsbuizen dienen zodanig te worden uitgevoerd dat de bovenkant zich 1.20 meter onder maaiveld bevindt (bedoeld wordt: het nieuw gecreëerde maaiveld).
2.1.5 Werkzaamheden met betrekking tot sanering van bodem en/of grondwater en/of gebouwen

In het voorkomend geval dient bij sanering - ook van eventueel asbest - te worden gehandeld conform de ter zake toepasselijke overheidsregelingen.

2.2 Eisen voor de aanleg van de nutsvoorzieningen
2.2.1 Aanleg en verleggen kabels en leidingen

Partijen die de werken en werkzaamheden uitvoeren, dienen te voorzien in de aanleg van kabels en leidingen voor gas, water, elektra, telefoon, centraal antenne systeem, openbare verlichting en dienen zonodig te voorzien in de verlegging van bestaande kabels en leidingen.

2.2.2 Situering kabels en leidingen

De in dit artikel bedoelde kabels en leidingen dienen te worden gesitueerd zoals aangegeven op de kaart, houdende het “standaardprofiel 3 nutsvoorzieningen” en volgens de algemene voorwaarden 1996 UNOG (definitieve versie 1 mei 2009).

2.2.3 Plaatsen lichtmasten

Partijen die de werken en werkzaamheden uitvoeren dienen te voorzien in het plaatsen van lichtmasten voor verlichting van openbare wegen, fietspaden en voetpaden uitgaande van de standaard normen van de gemeente voor de armaturen en de intensiteit en uitgaande van het politiekeurmerk.

2.2.4 Aanleg telefoonkabels, telecommunicatienetwerk

Het exploitatiegebied dient te worden voorzien van telefoonkabels ( en/of een eventueel ander telecommunicatienetwerk, waaronder mede begrepen glasvezel).

2.2.5 Toepassing mantelbuizen

Daar waar het onvermijdelijk is dat kabels en leidingen worden gelegd onder dan wel tussen boomwortels dient te worden voorzien in de toepassing van mantelbuizen teneinde beschadiging van en door boomwortels te voorkomen.

2.3 Eisen voor de inrichting van de openbare ruimte
2.3.1 Woonrijp maken van bouwwegen naar wegen (inclusief onbebouwde parkeervoorzieningen, voet-, en fietspaden en bermen).

De wegen dienen te worden uitgevoerd in asfalt, betonstraatstenen of straatbakstenen.

2.3.2 Aansluiting gebouwen op riolering

Schone hemelwaterafvoer dient niet aangekoppeld te worden op het vuilwaterstelsel.

2.3.3 Aanleg en beplanting groenvoorzieningen en aanbrengen laanbomen

Groenvoorzieningen en laanbomen dienen in het voorkomende geval te worden aangebracht in soorten en hoeveelheden zoals voorgeschreven in het bestemmingsplan en de ruimtelijke onderbouwing, en voorts na de vereiste grondverbetering. Voor laanbomen dient de te hanteren stamomvang in overleg met de gemeente te worden bepaald.

2.3.4 Aanbrengen bluswatervoorzieningen

Bluswatervoorzieningen dienen te worden aangebracht met inachtneming van de Handleiding bluswatervoorziening en bereikbaarheid september 2003 van het NVBR.

2.3.5 Zinkers dan wel gestuurde boringen bij aanleg riolering

Bij de aanleg van riolering dienen zinkers te worden aangebracht in geval van het kruisen van watergangen en gasleidingen.

2.3.6 Verkeerskundige voorzieningen

Verkeerskundige voorzieningen dienen te worden aangebracht zoals aangegeven op de grondgebruikskaart.

2.3.7 Technisch pragramma van eisen

Verder dienen de plannen te voldoen aan de laatste versie van het “technisch programma van eisen openbare ruimte” van de gemeente Doetinchem, afdeling ingenieursbureau”.

Artikel 3 Regels omtrent de uitvoering van werken, werkzaamheden en bouwplannen

Om de uitvoering van werken, werkzaamheden en bouwplannen als hiervoor omschreven te borgen, is in de navolgende artikelen een aantal regels gesteld.

Artikel 4 Verbod te handelen in strijd met faseringen, tijdvakken en koppelingen

Het is verboden werken of werkzaamheden uit te voeren in strijd met de faseringstijdvakken en koppelingen zoals aangegeven in dit hoofdstuk en bijlagen.

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van dit verbod , indien dit past in een in voorbereiding zijnde herziening van dit exploitatieplan.

Artikel 5 Fasering en tijdvakken

De fasering is als volgt: planvoorbereiding in de periode 2016 – 2018, aanvang werkzaamheden in de periode 2018 – 2020, en feitelijke bouw van het ziekenhuis in de jaren 2020 en volgende.

Voor iedere fase geldt dat de aanlegactiviteiten voorafgaan aan de bouwactiviteiten, en dat concrete situaties aanleiding moeten kunnen vormen om onderdelen in de fasering te verschuiven

Artikel 6 Koppelingen tussen werken, werkzaamheden en bouwplannen

Zolang direct aangrenzende openbare voorzieningen (d.w.z. voor zover deze nodig zijn voor de ontsluiting) niet zijn aangebracht, mogen de bouwactiviteiten niet worden gestart. De openbare voorzieningen worden vanwege de regie op deze delen van het werk, de integrale planuitvoering en kostenefficiency verricht door de initiatiefnemer, onder toezicht van de gemeente.

Het proces van bouwrijpmaken, aanleg nutsvoorzieningen en inrichting van eventuele openbare ruimte tot en met de overdracht van de openbare ruimte aan de gemeente dient te worden beschreven in een plan voor het bouwproces.

Het is verboden te starten met de uitvoering van werken en werkzaamheden voor het bouwrijpmaken van het exploitatiegebied, de aanleg van nutsvoorzieningen en de inrichting van de openbare ruimte, voordat het plan, als bedoeld in het eerste lid, ter goedkeuring is voorgelegd aan en is goedgekeurd door het college van burgemeester en wethouders.

Het is verboden de werken en werkzaamheden voor het bouwrijpmaken van het exploitatiegebied, de aanleg van nutsvoorzieningen en de inrichting van de openbare ruimte uit te voeren in strijd met het door het college van burgemeester en wethouders goedgekeurde plan voor het bouwproces.

Burgemeester en wethouders beslissen binnen zes weken na het indienen van het plan voor het bouwproces.

Artikel 7 Aanbestedingsplicht aanleg en inrichting openbare ruimte

Het is verplicht de voorzieningen, zoals beschreven in dit hoofdstuk en voor zover deze als openbaar gebied gaan dienen, aan te besteden volgens het gemeentelijk beleid. De desbetreffende voorzieningen worden vanwege de regie op deze delen van het werk, de integrale planuitvoering en kostenefficiency verricht door de initiatiefnemer.

Het is in het voorkomende geval verplicht de voorzieningen, zoals beschreven in dit hoofdstuk 4 namens de gemeente Europees openbaar aan te besteden volgens de richtlijn 2004/18/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten, zoals gepubliceerd in PbEG 2004, L 134/114, dd. 30 april 2004, voor zover de geraamde prijzen van deze voorzieningen boven de drempel uitkomen, zoals deze drempel geldt op het moment van de uitvoering.

Om te garanderen dat aan de genoemde plicht wordt voldaan dient de eigenaar de ramingen van de door hen aan te leggen voorzieningen dertien weken voorafgaand aan de geplande aanleg ter controle aan de gemeente voor te leggen

Artikel 8 (Overtreding van) verbodsbepalingen

Het is verboden de werken, werkzaamheden en bouwwerken, als omschreven in dit exploitatieplan, uit te voeren in strijd met de eisen zoals beschreven in dit exploitatieplan.

Overtreding wordt aangemerkt als een strafbaar feit in de zin van de Wet op de economische delicten artikel 1a lid 2 (Wet ruimtelijke ordening, artikel 7.2).

Artikel 9 Verbod uitvoering werken en werkzaamheden zonder uitwerkingsplan

Voor het gehele plangebied is het verboden alle werken en werkzaamheden, zoals vastgelegd in dit exploitatieplan, uit te voeren zonder te voldoen aan de voorwaarden en eisen die vanuit dit exploitatieplan zullen worden gehecht aan een eventuele omgevingsvergunning.

Hoofdstuk 2 Exploitatieopzet

Artikel 10 Verklaring van de exploitatieopzet

Van de kant van het betrokken Ministerie is een plankostenscan ontwikkeld die als basis kan dienen voor de berekeningen van een exploitatieplan. Bij het formuleren van de bijdrage hebben we deze scan toegepast.

In het exploitatieplan wordt bij de eerstvolgende herziening onderscheid gemaakt tussen enkele uitgiftecategorieën binnen de hoofdcategorie “Maatschappelijk, ziekenhuis”. Vooralsnog gaan we uit van de voorlopig door het Slingeland Ziekenhuis opgegeven m2.

Bij een eerstvolgende herziening van het exploitatieplan zal de vertaling volgen van uitgiftecategorieën naar basiseenheden, zoals benodigd voor de exactere berekeningen. Voor zover in de tekst van dit exploitatieplan niet anders aangeduid, gaat het om m2 uitgeefbaar.

De totaal te verhalen kosten zijn te berekenen vanuit de som van de totale kosten. Vooralsnog hebben het Slingeland Ziekenhuis en gemeente de afspraken over kostenverhaal vastgelegd in de pré-anterieure overeenkomst d.d. 10 april 2015. En op basis van de plankostenscan weergegeven in dit exploitatieplan.

Artikel 11 Toelichting op de raming van de kosten van inbrengwaarden en van de kostensoorten

De waarde van de gronden in het exploitatiegebied is te baseren op een taxatie zoals uitgevoerd door het onafhankelijk taxatiebureau Taxrekra te Wolfheze.

Als waardepeildatum is 1 januari 2017 gehanteerd. De verwervingswaarde per laatstgenoemde datum is ten behoeve van de exploitatieopzet berekend naar prijspeil 1 januari 2017.

Kostensoorten:

Tot de kosten, bedoeld in artikel 6.13, lid 1, sub c, onder 2, Wro, worden in het algemeen gerekend de ramingen van:

  • 1. De kosten van het verrichten van onderzoek, waaronder in ieder geval begrepen grondmechanisch en milieukundig bodemonderzoek, akoestisch onderzoek, nader milieu-onderzoek, archeologisch en cultuurhistorisch onderzoek;
  • 2. De kosten van bodemsanering, het dempen van oppervlaktewateren, het verrichten van grondwerken, met inbegrip van het egaliseren, ophogen en afgraven;
  • 3. De kosten van de aanleg van voorzieningen in een exploitatiegebied;
  • 4. De kosten van maatregelen, plannen, besluiten en rechtshandelingen met betrekking tot gronden, opstallen, activiteiten en rechten in het exploitatiegebied, waaronder mede begrepen het beperken van milieuhygiënische contouren en externe veiligheidscontouren;
  • 5. De in artikel 6.2.3 Bro en artikel 6.2.4 Bro, onder a tot en met d en g tot en met n, bedoelde kosten met betrekking tot gronden buiten het exploitatiegebied, waaronder mede begrepen de kosten van de noodzakelijke compensatie van in het exploitatiegebied verloren gegane natuurwaarden, groenvoorzieningen en watervoorzieningen;
  • 6. De in artikel 6.2.3 Bro en artikel 6.2.4 Bro, onder a tot en met d, bedoelde kosten, voor zover deze noodzakelijk zijn in verband met het in exploitatie brengen van gronden die in de naaste toekomst voor bebouwing in aanmerking komen;
  • 7. De kosten van voorbereiding, ontwikkeling, beheer en toezicht verband houdende met de aanleg van de voorzieningen en werken, bedoeld in artikel 6.2.3 Bro en artikel 6.2.4. Bro, onder a tot en met f;
  • 8. De kosten van het opstellen van gemeentelijke ruimtelijke plannen ten behoeve van het exploitatiegebied;
  • 9. De kosten van het opzetten en begeleiden van gemeentelijke ontwerpcompetities en prijsvragen voor het stedenbouwkundig ontwerp van de locatie, en de kosten van vergoedingen voor deelname aan de prijsvraag;
  • 10. De kosten van andere door het gemeentelijk apparaat of in opdracht van de gemeente te verrichten werkzaamheden, voor zover deze werkzaamheden rechtstreeks verband houden met de in dit besluit bedoelde voorzieningen, werken, maatregelen en werkzaamheden;
  • 11. De kosten van tijdelijk beheer van de door of vanwege de gemeente verworven gronden, verminderd met de uit het tijdelijk beheer te verwachten opbrengsten;
  • 12. De kosten van tegemoetkoming van schade, bedoeld in artikel 6.1 Wro;
  • 13. Niet-terugvorderbare BTW, niet-gecompenseerde compensabele BTW, of andere niet-terugvorderbare belastingen, over de kostenelementen, genoemd in artikel 6.2.4 Bro onder a tot en met l;
  • 14. Rente van geïnvesteerde kapitalen en overige lasten, verminderd met renteopbrengsten

Nadrukkelijk hier te benoemen zijn de volgende posten:

Onderzoeks- sloop- en saneringskosten (artikel 6.2.4 Bro)

Voor het voorliggend plan zal een scala aan onderzoeken worden uitgevoerd. Het Bro schaart de kosten en de ambtelijk bestede uren van het verrichten van onderzoek onder de verhaalbare kostensoorten. Hierbij kan onder andere worden gedacht aan milieukundig bodemonderzoek, onderzoek naar flora en fauna, archeologisch onderzoek en een planschaderisicoanalyse. Daarnaast zijn sloop- en saneringskosten geraamd.

Bouw- en woonrijpmaken (artikel 6.2.4 c Bro)

De kosten voor het bouwrijp- en woonrijp maken zijn gebaseerd op civiele ramingen van het ingenieursbureau van de gemeente. Deze ramingen zijn gebaseerd op de locatie-eisen die voor het plan gelden. Het bouwrijpmaken bestaat uit het terrein vrij maken, het ophogen van het terrein waar nodig, de aanleg van bouwwegen, de aanleg van riolering, de aanleg van voorlopige openbare straatverlichting, de aanleg van nutsvoorzieningen en andere gebruikelijke werkzaamheden. Het woonrijp maken bestaat uit de definitieve inrichting van het openbaar gebied, zoals de wegaanleg c.q. de afwerking daarvan, de aanleg van straatverlichting, de aanleg van fietspaden en groenvoorzieningen.

Voorzieningen waarvoor kosten kunnen worden opgenomen:

Blijkens artikel 6.2.5 Bro kunnen tot de voorzieningen, bedoeld in artikel 6.2.4 Bro, onder c en e, worden hiertoe gerekend:

  • 1. Nutsvoorzieningen met bijbehorende werken en bouwwerken, voor zover de aanlegkosten bij of door de gemeente in rekening worden gebracht en niet via de verbruikstarieven kunnen worden gedekt;
  • 2. Riolering met inbegrip van bijbehorende werken en bouwwerken;
  • 3. Wegen, ongebouwde openbare parkeergelegenheden, pleinen, trottoirs, voet- en rijwielpaden, waterpartijen, watergangen, voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding, bruggen, tunnels, duikers, kades, steigers, en andere rechtstreeks met de aanleg van deze voorzieningen verband houdende werken en bouwwerken;
  • 4. Infrastructuur voor openbaar vervoersvoorzieningen met bijbehorende werken en bouwwerken, voor zover de aanlegkosten bij of door de gemeente in rekening worden gebracht en niet via de gebruikstarieven kunnen worden gedekt; groenvoorzieningen, waaronder begrepen openbare parken, plantsoenen, speelplaatsen, trapvelden en speelweiden, natuurvoorzieningen en openbare niet-commerciële sportvoorzieningen;
  • 5. Openbare verlichting en brandkranen met aansluitingen;
  • 6. Straatmeubilair, speeltoestellen, sierende elementen, kunstobjecten en afrasteringen in de openbare ruimte;
  • 7. Gebouwde parkeervoorzieningen, voor zover deze leiden tot optimalisering van het grondgebruik en verbetering van de kwaliteit van de openbare ruimte, openbaar toegankelijk zijn en voornamelijk worden gebruikt door bewoners en gebruikers van het exploitatiegebied, voor zover de aanlegkosten bij of door de gemeente in rekening worden gebracht en niet via de gebruikstarieven kunnen worden gedekt;
  • 8. Uit milieuhygiënisch, archeologisch of volksgezondheidsoogpunt noodzakelijke voorzieningen.

Plankosten (artikel 6.2.4.f t/m j Bro)

De plankostenscan wordt voorgeschreven via een ministeriële regeling. Bij de eerste herziening van het exploitatieplan zal deze andermaal worden toegepast. De uitkomsten van de scan geven een forfaitair maximum aan de raming van de plankosten. Onder de plankosten vallen kosten voor het opstellen van ruimtelijke plannen.

Artikel 12 Toelichting op de raming van de opbrengsten: uitgifteprijzen c.a.

Blijkens artikel 6.2.7 Bro kunnen tot de opbrengsten van de exploitatie, bedoeld in artikel 6.13, lid 1, sub c, onder 3, Wro, worden gerekend de ramingen van de opbrengsten:

  • 1. van uitgifte van de gronden in het exploitatiegebied;
  • 2. van bijdragen en subsidies van derden;
  • 3. welke worden verkregen of toegekend in verband met het in exploitatie brengen van gronden die in de naaste toekomst voor bebouwing in aanmerking komen.

Artikel 13 Opbrengsten van gronduitgiften

De gronduitgifte is hier als P.M. te duiden omdat het Slingeland Ziekenhuis de uit te geven gronden voor eigen gebruik zal inzetten.

Artikel 14 Verklaring van opgenomen bovenplanse kosten

In dit plan is voorzien in een bijdrage in het FBW. Deze aanname vloeit voort uit een deel commerciële invulling als aanvulling op de maatschappelijke functie van het Ziekenhuis.

Artikel 15 Percentage gereliseerde kosten

De houder van een omgevingsvergunning (of zijn rechtsopvolger) kan een verzoek doen tot het opstellen van de afrekening indien tenminste 90% van de begrote kosten in het exploitatieplan zijn gerealiseerd. Om inzichtelijk te maken welk percentage van de geraamde kosten gerealiseerd is, wordt dit uitdrukkelijk opgenomen in het exploitatieplan.

Artikel 16 Exploitatiebijdrage

In de voorgaande tekst is een enkele keer verwezen naar de berekeningsmethodiek voor het vaststellen van de exploitatiebijdrage. Zoals eerder aangegeven is de exacte bepaling zeer afhankelijk van de verdere planvorming van het Slingeland Ziekenhuis, inbegrepen de aansluitingen op de hoofdweginfrastructuur. Vooralsnog benoemen we het resultaat derhalve als voorlopig en volstaan we voor het actuele kostenverhaal tevens naar de pre-anterieure overeenkomst d.d. 10 april 2015, in het bijzonder de regeling dat per jaarschijf de daadwerkelijke kosten tot op heden en ook voor volgende jaren in rekening worden gebracht.