direct naar inhoud van 2.4 Gemeentelijke beleid
Plan: Kruisbergseweg 181 - 2010
Status: vastgesteld
Plantype: projectbesluit
IMRO-idn: NL.IMRO.0222.R07P227A-0002

2.4 Gemeentelijke beleid

2.4.1 Nota Cultuurhistorie: Doetinchem, Cultuurhistorierijk!

In de nota cultuurhistorie, Doetinchem Cultuurhistorierijk, d.d. 25 september 2008, worden voorwaarden en kansen geschetst die het mogelijk maken om de Doetinchemse cultuurhistorie te behouden, te beheren en te ontwikkelen. De nota gaat in op de cultuurhistorische opgave voor de komende 10 jaar.

De cultuurhistorie moet weer op een positieve manier in beeld komen. Een aantal speerpunten daarbij zijn:

  • Besef van en waardering voor het cultuurhistorisch erfgoed;
  • Kennisvermeerdering over het cultuurhistorisch erfgoed;
  • Visualisatie en exposure van het cultuurhistorisch erfgoed;
  • Stimulering wisselwerking tussen cultuurhistorisch erfgoed, moderne stedenbouw en landschapontwikkeling.

De gemeente Doetinchem kent verschillende historische identiteiten, zoals landschap, wonen en werken, etc., welke de komende jaren een leidraad moeten vormen voor het cultuurhistorisch beleid. Daarnaast moet het cultuurhistorisch beleid zoveel mogelijk aansluiten op bestaande wetgeving.

Binnen de gemeente Doetinchem is op dit moment nog maar weinig in beeld van het cultuurhistorisch erfgoed. Voor wat betreft het beter in beeld brengen van de cultuurhistorie is het van belang om bij ruimtelijke ontwikkelingen onderzoek uit te voeren naar de ter plaatse aanwezige cultuurhistorie.

Ten behoeve van de ontwikkeling van het plangebied Kruisbergseweg 181 - 2010 is het monument aan de Nieuwestraat 13 te Wehl door de gemeente voor een symbolisch bedrag overgenomen van de initiatiefnemer. Hierdoor kan verdere verpaupering van het pand mogelijk voorkomen worden en deze maalderij, één van laatste binnen de gemeente Doetinchem, worden bewaard. Dit besluit heeft de gemeente uit cultuurhistorisch besef genomen. In paragraaf 3.3.3 Monumenten en archeologie van dit projectbesluit zal verder worden ingegaan op de archeologie. De voorgestelde ontwikkeling sluit daarmee aan op hetgeen is opgenomen in de nota cultuurhistorie.

2.4.2 Waterplan Doetinchem

Het Waterplan Doetinchem, december 2003, bestaat uit een Watervisie en een Waterprofiel. In de Watervisie wordt een beeld gegeven van het watersysteem van nu en in de toekomst. Het Waterprofiel is de routekaart van visie naar uitvoering.

Doetinchem bestaat uit vier belangrijke landschappelijke en hydrologische deelgebieden die bepalend zijn voor het functioneren van het watersysteem en de invloed van de waterketen daarop. Elk deelgebied heeft zijn eigen functie's en thema's. In onderstaand schema zijn de deelgebieden, functie's en thema's weergegeven:

  Functies         Thema's      
Deel gebied   Wonen   Werken   Natuur   Landbouw   Veiligheid   Recreatie   Commu- nicatie  
Oude IJssel   X   X     X   X     X  
Rivierduin   X   X   X       X   X  
Bielheimerbeek       X   X     X    
Grote beek         X        

Per deelgebied zijn naar aanleiding van de functie's en thema's in het Waterplan de aandachtspunten en de kansen per deelgebied beschreven.

Het moderne waterbeheer moet aan de volgende basisprincipes voldoen:

  • toepassen drietrapsstrategie: vasthouden, bergen en afvoeren van water;
  • water van schoon naar minder schoon water laten stromen (geen afwenteling in watersysteem);
  • met water de identiteit van de plek zichtbaar maken;
  • een goede communicatie opzetten (intern en extern);
  • water als mede-ordenend principe toepassen bij ruimtelijke plannen;
  • samenwerken en afstemmen;
  • balans in watersysteem en waterketen.

Door het naleven van deze basisprincipes ontstaat voor 2030 het volgende algemene streefbeeld:

  • een robuust, veerkrachtig en gezond watersysteem;
  • een aantrekkelijke woonomgeving met optimale belevings- en gebruiksmogelijkheden van het water;
  • schoon, helder water met een gevarieerde natuurlijke begroeiing van oevers en watergangen;
  • een probleemloze waterbeheersing om overlast te voorkomen en veiligheid van de inwoners te garanderen;
  • evenwicht tuseen watersysteem en waterketen;
  • goede samenwerking en afstemming tussen bij waterbeheer betrokken parijen, waardoor niet alleen beheer, beleid en onderhoud goed verlopen, maar men bovendien ook van elkaar leert;
  • er vindt geen bestuurlijke, financiele en ruimtelijke afwenteling plaats, verantwoordelijkheden zijn gezamenlijk vastgesteld (evenwicht is ingesteld), problemen worden ter plaatse opgelost.

In het waterplan wordt het algemene streefbeeld per functie en thema nader uitgewerkt. in paragraaf 3.3.2 Water wordt nader op het aspect water ingegaan. Dit projectbesluit sluit aan op het gestelde in het waterplan.

2.4.3 VAB-beleid

De gemeente Doetinchem heeft op 19 april 2007 het beleidskader “Hergebruik Vrijgekomen Agrarische Bedrijfsbebouwing, Nieuwe landgoederen en Landelijk wonen in het buitengebied” vastgesteld (VAB-beleid). Onder meer het beleid van de gemeente ten aanzien van hergebruik van vrijkomende gebouwen voor wonen wordt in dit document behandeld. Daarbij is de regeling van toepassing dat voor de sloop van voormalige bedrijfsbebouwing en de vervangende nieuwbouw van woongebouwen of woningen de te slopen oppervlakte (m2) kan verruild worden tegen de inhoud (m3) van een nieuw woongebouw, of woning.

Hiervoor gelden de volgende regels:

  • minimale reductie van het bebouwd oppervlak van 50% (inclusief bijgebouwen);
  • vervangende nieuwbouw wordt begrensd op de muur; met andere woorden: er is geen verdere uitbreiding mogelijk;
  • per locatie mogen maximaal 4 wooneenheden opgericht worden;
  • per locatie maximaal 2 nieuwe gebouwen;
  • het bouwbesluit bepaald of sprake is van een volwaardige woning.

Daarnaast stelt de gemeente als voorwaarde dat de vervangende nieuwbouw qua vormgeving en uitstraling past in het buitengebied. Om de ruimtelijke en landschappelijke kwaliteit te waarborgen, gelden voor de bouw van nieuwe woongebouwen of woningen daarnaast de volgende voorwaarden:

  • alle op het perceel aanwezige voormalige bedrijfsgebouwen dienen te worden gesloopt, met uitzondering van monumentale of karakteristieke gebouwen;
  • indien twee woningen of woongebouwen worden gebouwd, dienen deze geclusterd en in de directe omgeving van de reeds aanwezige woonbebouwing gebouwd te worden;
  • nieuwbouw van een woning of woongebouw dient in dezelfde bouwstijl als het reeds aanwezige hoofdgebouw plaats te vinden. Deze voorwaarde wordt door welstand beoordeeld;
  • een zorgvuldige landschappelijke en stedenbouwkundige inpassing van de nieuwe woningen of woongebouwen.

Onderhavige ontwikkeling wijkt af van het gemeentelijk beleid. De gemeente ondersteunt onderhavig initiatief met onderstaande onderbouwing.

Door het slopen van voormalige bedrijfsbebouwing, het behoud van cultuurhistorisch waardevolle opstallen en de ontwikkeling van één hectare natuur werkt de gemeente mee aan de bouw van vier vrijstaande woningen. Deze ontwikkeling past binnen de gedachte van het geformuleerde beleid.

De gemeente Doetinchem heeft aangegeven mee te willen werken aan de ontwikkelingen, zoals besproken in dit projectbesluit. Burgermeester en Wethouders van de gemeente Doetinchem hebben, zoals verwoord in het collegebesluit van 29 september 2009 (met het kenmerk 2009.51130/ern) ingestemd dat de bestaande woning aan de Nieuwestraat 13, met een inhoud van 1.400 m3 en de twee bedrijfsgebouwen van in totaal 490 m2 de mogelijkheid biedt om 3 woningen met ieder een inhoud van 650 m3 met 100 m2 aan bijgebouwen per woning terug te bouwen.

De hoofdreden hiervoor is dat de locatie aan de Nieuwestraat 13 te Wehl (door de nabije ligging van de woning aan de A18) een onacceptabel kwaliteitsniveau kent voor een woonfunctie. In plaats van de gebouwen te slopen worden de grond en de gebouwen echter aan de gemeente overgedragen, zodat bestaande cultuurhistorische waarden behouden blijven. Het woongebouw met een inhoud van 1.400 m3 mag op een andere locatie worden gesplitst en 'teruggebouwd', waarbij ook voor de overig aanwezige opstallen een woning kan worden gerealiseerd in het kader van het VAB-beleid. In totaal worden voor deze ontwikkeling dus drie woningen met bijgebouwen gebouwd met een totale inhoud van circa 650 m3 per woning gebouwd.

De vierde woning, met een afmeting van 650 m3 en 75 m2 aan bijgebouwen, wordt gerealiseerd op basis van de sloop van 413 m3 aan stallen aan de Wardsestraat en de natuurontwikkeling (1 hectare) die de initiatiefnemer om niet inbrengt om de natuurontwikkeling rondom het voormalige AZC-terrein te versterken. Dit is verwoord in het collegebesluit van 15 juli 2008 (met het kenmerk 2008.46263 / 08i0009362/kbp). Door de ontwikkeling van de beoogde natuurwaarden op dit deel van het terrein wordt de omvang en kwaliteit van het door de gemeente Doetinchem beoogde natuur- en recreatiegebied vergroot en wordt de ontwikkeling van de EHS bevorderd.

De initiatiefnemer zal een gebied van 1 hectare dat naast het AZC-terrein ligt aan dit natuurontwikkelingsproject toevoegen, door de gronden om niet in te richten en open te stellen.

Gezien voorgaande is het plan voor de Kruisbergseweg 181 gewenst. De gemeente wijkt daarbij gemotiveerd van het vigerende beleid af. Door deze motivatie staat het beleid van de rijksoverheid, de provincie Gelderland, de regio Achterhoek en de gemeente Doetinchem de realisatie van het plan dan ook niet in de weg.

2.4.4 Bestemmingsplan parapluherziening buitengebied

De gemeente Doetinchem heeft het bestemmingsplan parapluherziening buitengebied vastgesteld op 10 september 2009. Dit bestemmingsplan heeft als doel het vigerende beleid inzake onder andere vrijgekomen agrarische bedrijfsbebouwing om te zetten in eenduidige, duidelijke en handhaafbare regels.

Voor onderhavige ontwikkeling is met name artikel 11.1 van de parapluherziening van belang. Dit artikel gaat in op algemene wijzigingsbevoegdheden, waarbij een wijzigingsmogelijkheid wordt geboden voor het bouwen van een woning op de andere dan de slooplocatie. Echter, doordat het slopen van dergelijke opstallen slechts een klein onderdeel van de totale ontwikkeling vormt (413 m2 aan de Wardsestraat) en ook deze ontwikkeling verevend wordt met natuurontwikkeling, is het met name van belang dat onderhavige ontwikkeling in het verlengde ligt van het vigerende beleid.

De parapluherziening gaat in op de relevante beleidspunten die voorgaand reeds zijn behandeld. Gezien het feit dat de aanvragen van onderhavige ontwikkeling van (ver) voor de vaststelling van de herziening liggen, is het met name van belang dat onderhavige ontwikkelingen in lijn zijn met de parapluherziening. Dit blijkt het geval; aan de Nieuwestraat 13 te Wehl worden een woning van 1.400 m3 en opstallen van 490 m2 behouden in verband met het behoud van cultuurhistorische waarden en voor een symbolisch bedrag aan de gemeente overgedragen. In ruil hiervoor mag de initiatiefnemer 3 woningen van 650 m3 bouwen, met 100 m2 bijgebouwen per woning.

Daarnaast worden er aan de Wardsestraat 413 m2 opstallen gesloopt en wordt er aan de Kruisbergseweg 181 één hectare ten behoeve van natuurontwikkeling ontwikkeld. De sloop van de opstallen aan de Wardsestraat en de natuurontwikkeling worden verevend met de bouw van een woning van 650 m3 en 75 m2 aan bijgebouwen aan de Kruisbergseweg 181.