direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Buitengebied - 2012 4e wijziging (IJzevoordseweg 38 Doetinchem)
Status: vastgesteld
Plantype: wijzigingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0222.R07W311A-0002

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding en doel

De eigenaar van het perceel IJzevoordseweg 38 te Doetinchem is van plan om zijn bedrijf uit te breiden. Daarvoor moet het bestaande agrarisch bouwvlak worden vergroot. De voorgestane ontwikkeling is in strijd met het geldende bestemmingsplan "Buitengebied - 2012". Een wijziging hiervan is derhalve noodzakelijk. Met het voorliggende bestemmingsplan 'Buitengebied - 2012 4e wijziging (IJzevoordseweg 38 Doetinchem) wordt hier inhoud aan gegeven. Bij het opstellen van bestemmingsplannen voor het grondgebied van de gemeente Doetinchem wordt in principe overal dezelfde plansystematiek gehanteerd. De bestemmingen en regels uit het voorliggende bestemmingsplan sluiten daardoor grotendeels aan op de bestemmingen en regels uit andere bestemmingsplannen. Daarmee wordt de rechtsgelijkheid en rechtszekerheid van de burgers vergroot. Daarnaast voldoet het voorliggende bestemmingsplan aan de normen zoals die zijn vastgelegd in de 'Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2008' (SVBP), onderdeel van de RO-standaarden, zoals deze landelijk zijn voorgeschreven.

1.2 Plangebied

Het plangebied is gelegen aan de IJzevoordseweg 38 te Doetinchem. De locatie is kadastraal bekend als sectie F, nummer 1958. De exacte begrenzing van het voorliggend plan is in de gml te zien.

afbeelding "i_NL.IMRO.0222.R07W311A-0002_0001.png"

afbeelding "i_NL.IMRO.0222.R07W311A-0002_0002.jpg" Luchtfoto vanuit het oosten

1.3 Geldende bestemmingsplannen

Het bestemmingsplan Buitengebied - 2012 4e wijziging (IJzevoordseweg 38 Doetinchem) is een wijziging van het bestemmingsplan Buitengebied - 2012, GML-bestand NL.IMRO.0222.R07B300A-0002.

Het bestemmingsplan Buitengebied - 2012, die de gemeenteraad op 18 juli 2013 had vastgesteld, is op 5 november 2014 door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vernietigd. De gemeenteraad heeft het bestemmingsplan op 29 oktober 2015 opnieuw vastgesteld.

Geldende bestemming

De gronden binnen het wijzigingsplan hebben de geldende bestemming "Agrarisch met waarden". De geldende dubbelbestemmingen zijn: "Waarde - Archeologische verwachting 1, 3 en 4". En de dubbelbestemming "Waarde - Natuur". Verder gelden de gebiedsaanduidingen "overige zone - waardevol landschap", "reconstructiewetzone - extensiveringsgebied" en "reconstructiewetzone - verwevingsgebied".

afbeelding "i_NL.IMRO.0222.R07W311A-0002_0003.jpg" Uitsnede geldend bestemmingsplan Buitengebied - 2012

Voor het veranderen en/of vergroten van een agrarisch bouwvlak is er met artikel 4.9.1. een wijzigingsbevoegdheid in het geldende bestemmingsplan opgenomen. Hier zijn diverse voorwaarden aan verbonden. In hoofdstuk 3 Beleidskader is het plan aan die voorwaarden getoetst.

Toekomstige planologische situatie

Om de geplande nieuwe bedrijfsbebouwing mogelijk te maken is het agrarisch bouwvlak aan de oostkant vergroot. Aan de noord- en zuidkant is het bouwvlak verkleind. De bestemmingen zijn exact overeenkomstig de bestemmingen in het geldend bestemmingsplan "Buitengebied - 2012".

afbeelding "i_NL.IMRO.0222.R07W311A-0002_0004.png"

Ontwerp bestemmingsplan Buitengebied - 2012 4e wijziging (IJzevoordseweg 38 Doetinchem)

Hoofdstuk 2 Planbeschrijving

2.1 Huidige situatie

Aard van het bedrijf

Melkveebedrijf de Steenhouwer is een grondgebonden melkveebedrijf. Het bedrijf beschikt over circa 62 hectare grond bestaande uit huis- en veldkavels. De melk wordt geleverd aan de zuivelverwerker ‘Royal FrieslandCampina’. Het bedrijf ontwikkelt en groeit door middel van eigen opfok. De ondernemers zijn hierdoor zeer vertrouwd met het vee en tevens wordt de kans op insleep van ziekten verkleind. Alle grondbewerkingen, de zaai- en oogst- werkzaamheden van de gewassen en het uitrijden van de rundveemest worden in eigen beheer uitgevoerd. Het bedrijf beschikt daarom over een uitgebreid machinepark. Initiatiefnemers voeren al de dagelijkse werkzaamheden in eigen beheer uit wat resulteert in een hoge arbeidsintensiteit.

Inrichting perceel en bebouwing

Een luchtfoto van de bestaande situatie is in onderstaande afbeelding toegevoegd. Het bedrijf ligt circa 140 meter van de IJzevoordseweg af en beschikt over een eigen erftoegangsweg. In de huidige situatie zijn op de locatie een bedrijfswoning (nr. 1), een ligboxenstal (nr. 2), een ligboxenstal annex werktuigenberging (nr. 3), een werktuigenberging annex jongveestal (nr. 4), enkele sleufsilo’s (nr. 5), twee mestsilo’s (nrs. 6) en een voorziening voor de opslag van vaste mest (nr. 7) aanwezig.

afbeelding "i_NL.IMRO.0222.R07W311A-0002_0005.jpg"

Milieuvergunning

Op 7 juni 2011 is voor onderhavige veehouderij een revisievergunning ingevolgde de Wet milieubeheer verleend. Op grond hiervan mag binnen de inrichting de volgende veebezetting worden gehouden:

Tabel 1 Overzicht veebezetting revisievergunning d.d. 7 juni 2011

afbeelding "i_NL.IMRO.0222.R07W311A-0002_0006.png"

2.2 Gewenste situatie

Beoogde bedrijfsontwikkeling

Zoals reeds beschreven zijn initiatiefnemers voornemens een emissiearme ligboxenstal op te richten. Hetgeen is noodzakelijk om het familiebedrijf van een duurzame toekomst te voorzien. Om een goede en hoge melkproductie (tegen een zo laag mogelijke kostprijs) te behalen dienen de leefomstandigheden van de melk- & kalfkoeien optimaal te zijn. In de beoogde ligboxenstal wordt gestreefd naar een goede leefomgeving (o.a. meer 'koe-comfort', ruimte, licht en lucht) en een stabiel stalklimaat. Tevens wordt in de nieuwe stal een modern melksysteem geïnstalleerd. Het nieuwe melksysteem zorgt voor arbeidsverlichting en kan tevens bijdragen aan het leveren van een hogere klasse kwaliteitsmelk.

Met het realiseren van de beoogde ligboxenstal voor de melk- & kalfkoeien komt de bestaande ligboxenstal annex werktuigenberging (deels) vrij. Deze stal wordt intern verbouwd waarna het vrouwelijk jongvee hierin zal worden gehuisvest. Het jongvee krijgt in de beoogde situatie meer (bewegings-) ruimte en een beter geventileerde stal; beide dragen bij aan een goede gezondheid van het jongvee.

In de beoogde bedrijfsopzet worden 135 stuks melk- & kalfkoeien, 84 stuks vrouwelijk jongvee en 2 fokstieren gehouden. De melk- & kalfkoeien worden gehouden in de bestaande ligboxenstal en de nieuw op te richten stal. Het vrouwelijk jongvee wordt voornamelijk gehouden in de bestaande ligboxenstal annex werktuigenberging. Om voldoende ruwvoer te kunnen opslaan voor de beoogde aantallen worden tevens twee nieuwe kuilvoerplaten gerealiseerd.

Op termijn wordt de bestaande werktuigenberging annex jongveestalling aan de voorzijde van het erf en een mestsilo gesloopt. Tevens is men voornemens in de toekomst een nieuwe werktuigenberging te realiseren aan de achterzijde (zuidzijde) van het erf.

Inrichting perceel en bebouwing

Een volledige plattegrondtekening van de gewenste bedrijfsopzet is als bijlage 1 aan deze ruimtelijke onderbouwing toegevoegd. In navolgende afbeelding is een situatieschets opgenomen van de beoogde erfindeling.

De beoogde ligboxenstal ligt aan de oostzijde deels buiten het bestaande agrarische bouwvlak. Het huidige bouwvlak biedt ruimte aan de achterzijde van het erf. Echter is de nieuwbouw van een ligboxenstal achter de bestaande bebouwing om meerdere redenen ongewenst. De gewenste situering van de beoogde stal is zodanig gekozen dat de bereikbaarheid van de stal optimaal is (o.a. voor ophalen van de melk en aan- en afvoer van vee), de aanwezigheid van een mestsilo beperkt tevens de bereikbaarheid van het achtererf. Door de beoogde ligboxenstal naast de bestaande stal te situeren worden korte looplijnen gecreëerd. Het melkvee wat in de bestaande ligboxenstal is gehuisvest wordt gemolken in de nieuw geïnstalleerde melkput; de dieren worden twee maal daags overgedreven tussen de stallen. Door de beoogde stal op korte afstand van de bedrijfswoning te situeren kan het noodzakelijke toezicht gemakkelijk worden uitgevoerd.

De berging aan de voorzijde van het erf zal op korte termijn (met de bouw van de stal) naar de achterzijde worden verplaatst. Het dak van deze schuur bevat asbest en dient zodoende voor 2024 te worden gesaneerd; het bouwvlak "onder" de schuur aan de voorzijde komt te vervallen (en wordt verschoven). Tevens beschikt het bedrijf over een mestsilo welke op termijn zal worden gesaneerd, om voldoende mestopslag te behouden zal een nieuwe silo met een inhoud van tenminste 1.500 kuub en een doorsnede van circa 18 meter worden opgericht, hiervoor is ruimte "gereserveerd" binnen het beoogde bouwvlak. De latente ruimte aan de achterzijde van het bouwvlak blijft behouden voor het kunnen uitbreiden van de beoogde ligboxenstal in de toekomst en voor het realiseren van een kuilplaat (extra voeropslag is essentieel i.v.m. het vergroten van de veestapel). Achter de bestaande ligboxenstal is men voornemens de mestplaat, voer- en kunstmestsilo's te concentreren.

Ten aanzien van positionering van de voorgenomen kuilvoeropslag aan de achterzijde kan nog het volgende worden opgemerkt; deze opslag is zeer goed te bereiken vanaf achterliggende landbouwgronden. Initiatiefnemers zijn voornemens deze opslag te gebruiken voor een "natter" product. Een kenmerk van een natte graskuil is een zurige lucht, ondernemers vinden het niet wenselijk deze naast het woonhuis te positioneren.

De voorgenomen erfindeling geeft een overzichtelijk beeld van de bedrijfsgebouwen en een compacte erfopbouw. Alle gebouwen blijven, met de realisatie van de beoogde opzet, goed bereikbaar. De oppervlakte van het beoogde bouwvlak bedraagt 15.734 m2.

Hoofdstuk 3 Beleidskader

Voor het veranderen en/of vergroten van het agrarisch bouwvlak geldt de wijzigingsbevoegdheid in artikel 4.9.1. van de regels van bestemmingsplan Buitengebied - 2012. De wijzigingsbevoegdheid luidt als volgt (waarbij cursief de toetsing van het project aan de voorwaarde is opgenomen):

3.1 Veranderen en/of vergroten bouwvlak

3.1 Veranderen en/of vergroten bouwvlak

Burgemeester en wethouders kunnen, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, de vorm van het bouwvlak veranderen of het bouwvlak vergroten, onder voorwaarden dat:

  • a. de noodzaak voor een doelmatige agrarische bedrijfsvoering is aangetoond;
    De vergroting is noodzakelijk voor een doelmatige agrarische bedrijfsvoering. Aanleiding voor de gewenste bedrijfsontwikkeling en vernieuwing zijn onder meer de ontwikkelingen in de agrarische sector, de eisen op het gebied van dierenwelzijn alsmede de noodzakelijke schaalvergroting in de melkrundveesector. O.a. om de kostprijs per kilogram melk te kunnen reduceren is een uitbreiding van het melkrundveebedrijf noodzakelijk. Zodoende kan een duurzame toekomst voor het familiebedrijf worden gewaarborgd. De vervorming en vergroting leidt tot een meer doelmatige en efficiëntere bedrijfsvoering. 
  • b. vaststaat dat de ammoniakemissie vanuit de betreffende inrichting niet toeneemt ten opzichte van de bestaande situatie, zoals die blijkt of kan worden afgeleid uit:
    • 1. een aan het bedrijf op het moment van inwerkingtreding van het plan reeds verleende vergunning als bedoeld in artikel 19d van de Natuurbeschermingswet 1998, dan wel;
    • 2. als geen vergunning als bedoeld onder 1 is verleend, een aan het bedrijf op het moment van inwerkingtreding van het plan reeds verleende omgevingsvergunning voor het onderdeel milieu, danwel een melding op grond van het activiteitenbesluit;
      Er is geen toename van ammoniakemissie uit de betreffende inrichting. Het 'ammoniakemissieplafond' is 1.886,00 kg op grond van de revisievergunning 2011. In de beoogde situatie bedraagt de maximale ammoniakemissie maximaal 1.883,50 kg, aan de gestelde voorwaarde wordt voldaan.
  • c. het bouwvlak na wijziging voor minstens 50 % het oorspronkelijke bouwvlak overlapt;
    Het bouwvlak zal minimaal 50% van het oorspronkelijke bouwvlak overlappen, aan de gestelde voorwaarde kan worden voldaan.
  • d. geen gebouw door wijziging buiten het bouwvlak komt te liggen;
    De vergroting van het agrarisch bouwvlak leidt ertoe dat alle (beoogde) bouwwerken binnen het bouwvlak komen te liggen. Aan de gestelde voorwaarde kan worden voldaan.
  • e. de oppervlakte van het bouwvlak tot 1,25 hectare mag worden vergroot, met dien verstande dat wanneer de bestaande oppervlakte reeds meer bedraagt dan 1 hectare, die oppervlakte met ten hoogste 25 % mag worden vergroot;
    Het bestaande bouwvlak heeft een oppervlakte van 1,46 hectare. In de gewenste situatie bedraagt het bouwvlak maximaal 1,57 hectare (afgerond). De vergroting bedraagt hiermee < 25% waardoor wordt voldaan aan het gestelde.
  • f. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende bedrijven, gronden en bouwwerken niet onevenredig worden aangetast en het woon- en leefklimaat niet verslechtert;
    De gebruiksmogelijkheden van aangrenzende bedrijven, gronden en bouwwerken worden niet onevenredig aangetast. De ontwikkelingen zijn voorzien in directe aansluiting op het erf en betreft gronden die al onderdeel van de inrichting uitmaken c.q. in eigendom zijn. De vergroting leidt niet tot een onevenredige aantasting van omliggende bedrijven evenmin tot een aantasting van woon- en leefklimaat van omliggende woningen. 
  • g. de landschappelijke inpassing is gewaarborgd in een landschappelijk inrichtingsplan, die voldoet aan het bepaalde in bijlage 1, 2 en 3;
    De landschappelijke inpassing is gewaarborgd in een landschappelijk inrichtingsplan (zie ook bijlage 4 van de ruimtelijke onderbouwing).
  • h. aan een bestemmingsplanwijziging kan niet worden meegewerkt als de locatie waarvoor een bestemmingswijziging is gevraagd is gelegen binnen de aanduiding 'overige zone – gnn of 'overige zone – go', tenzij toepassing wordt gegeven aan het beschermingsregime Gelders Natuurnetwerk (GNN) en Groene Ontwikkelingszone (GO) zoals opgenomen in artikel 2.7.1 en 2.7.2 van de Omgevingsverordening Gelderland;
    De gronden c.q. het bedrijf is niet gelegen binnen de genoemde aanduidingen. Er wordt hiermee voldaan aan het gestelde.
  • i. de ruimtelijke uitwerking van het wijzigingsplan aanvaardbaar is;
    De gehele ruimtelijke onderbouwing dient hiervoor ter onderbouwing.
  • j. de uitvoerbaarheid van het wijzigingsplan gewaarborgd is;
    Hiertoe wordt verwezen naar hoofdstuk 7 van de onderbouwing. In dit hoofdstuk wordt de economische- en maatschappelijke uitvoerbaarheid aangetoond.
  • k. bij vergroting van het bouwvlak door het college advies wordt ingewonnen bij een extern deskundige adviesbureau.
    Aan deze voorwaarde is voldaan, het college heeft advies opgevraagd bij SAAB. SAAB is akkoord met het voorstel tot vergroting van het agrarisch bouwvlak. (Bijlage 2)

3.2 Dubbelbestemming Waarde - Natuur

Het perceel heeft in het bestemmingsplan tevens de dubbelbestemming 'Waarde – Natuur'. De regels behorende bij deze dubbelbestemming (artikel 35) gaan voor op regels uit de overige bestemmingen. Het bouwen overeenkomstig andere ter plaatse voorkomende bestemming(en) is toegestaan, onder voorwaarden dat (waarbij in cursief de toetsing van het project aan de voorwaarden is opgenomen):

35.2.4 Bouwen ten behoeve van andere voorkomende bestemming(en)

Het bouwen overeenkomstig andere ter plaatse voorkomende bestemming(en) is toegestaan, onder voorwaarden dat:

  • a. het bouwwerk geen belemmering vormt voor de bescherming en de instandhouding van de vochtgebonden natuurlijke waarden in het gebied;
    De beoogde ligboxenstal wordt uitgevoerd met vloeistof- c.q. mestkerende putten, vloeren en wanden. De bescherming en instandhouding van de vochtgebonden natuurlijke waarden in het gebied komen hiermee niet in het geding.
  • b. vooraf advies is ingewonnen bij de afdeling van de gemeente Doetinchem die verantwoordelijk is voor het natuur- en waterbeleid;
    De beoogde bedrijfsopzet is besproken met de medewerkers van de gemeente Doetinchem welke verantwoordelijk zijn voor het natuur- en waterbeleid binnen de gemeente Doetinchem. Het advies van gemeente Doetinchem is gebundeld opgenomen in bijlage 3 van deze ruimtelijke onderbouwing en zal worden betrokken bij de uitvoering van het plan. Ten aanzien van het aspect water kan nog worden opgemerkt dat de stal slechts gedeeltelijk onderkelderd zal worden, er zal daarom gebruik worden gemaakt van een kleine bronering. Het water wordt ter plekke weer in het watersysteem teruggebracht waardoor geen blijvende schade zal ontstaan aan op afstand gelegen natte natuur.
  • c. in aanvulling op sub b kunnen burgemeester en wethouders advies inwinnen bij een extern deskundige, als er geen verantwoorde belangenafweging kan worden gemaakt.
    Deze voorwaarde is niet van toepassing.

3.3 Conclusie

Door middel van deze ruimtelijke onderbouwing wordt aangetoond dat kan worden voldaan aan de voorwaarden zoals gesteld in de wijzigingsbevoegdheid 4.9.1, behorende bij het bestemmingsplan Buitengebied – 2012. Door tevens het advies van gemeente Doetinchem omtrent het natuur- en waterbeleid in acht te nemen kan ook worden voldaan aan de voorwaarden zoals benoemd in artikel 35.2.4 behorende bij de dubbelbestemming 'Waarde – Natuur'.

Voor de overige aspecten betreffende het hoofdstuk Beleidskader zie hoofdstuk 4 van de ruimtelijke onderbouwing, Bijlage 1.

Hoofdstuk 4 Haalbaarheid

In de ruimtelijke onderbouwing (bijlage 1) is de haalbaarheid van de uitbreidingsplannen van het bedrijf aan de IJzevoordseweg 38 aangegeven. Voor de onderbouwing van de haalbaarheid wordt voor dit deel daarnaar verwezen, hoofdstuk 5 van de ruimtelijke onderbouwing.

Hoofdstuk 5 Wijze van bestemmen

Dit bestemmingsplan heeft tot doel het wijzigen van het bestemmingsplan Buitengebied - 2012. De regels van het bestemmingsplan Buitengebied - 2012, GML-bestand NL.IMRO.0222.R07B300A-0003, zijn van toepassing.

Voor de landschappelijke inpassing van de verandering van het bouwvlak aan de IJzevoordseweg 38 is een voorwaardelijke verplichting in het plan opgenomen.

Hoofdstuk 6 Economische uitvoerbaarheid

Dit plan, Buitengebied - 2012 4e wijziging (IJzevoordseweg 38 Doetinchem) regelt primair de ruimtelijke situatie in het plangebied zoals is overeengekomen met de eigenaren. Daarnaast vooral bedoeld om de burger voldoende rechtszekerheid te bieden. Het plan voorziet in één concrete nieuwe ontwikkeling die financieel onderbouwd is en waarvoor een overeenkomst gesloten is.

Hoofdstuk 7 Procedure

7.1 Algemeen

Dit bestemmingsplan doorloopt de procedure als bedoeld in afdeling 3.2 van de Wet ruimtelijke ordening. Afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht is van toepassing. Ook wordt het plan op grond van artikel 3.1.1. Besluit ruimtelijke ordening overlegd worden met de besturen van waterschap, provincie en Rijk. In dit hoofdstuk zullen de resultaten van deze procedure en overleggen worden behandeld.

De resultaten van de ter inzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan worden niet toegevoegd aan dit hoofdstuk. Dit maakt onderdeel uit van het collegevoorstel en -besluit omtrent de vaststelling.

7.2 Overleg

Bij de voorbereidingen is de ontwikkeling besproken met het waterschap. Deze opmerkingen zijn in de ruimtelijke onderbouwing, Bijlage 1, verwerkt. Het plan is vervolgens akkoord bevonden.

Op basis van provinciale en rijksoverheidsrichtlijnen is vooroverleg met deze instanties niet nodig.