direct naar inhoud van 4.6 Externe veiligheid
Plan: Brandweerkazerne - 2012
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0222.R12B014A-0005

4.6 Externe veiligheid

Externe veiligheid betreft de beheersing van de risico's en richt zich op het gebruik, de opslag, de productie van gevaarlijke stoffen en het transport van gevaarlijke stoffen. De gevaarlijke stoffen kennen twee verschillende bronnen, stationaire bronnen zoals een chemische fabriek of een LPG vulpunt en mobiele bronnen zoals transport van gevaarlijke stoffen over wegen en door leidingen.

Voor inrichtingen (bedrijven) is het “Besluit externe veiligheid inrichtingen” van belang. In dit besluit wordt externe veiligheid omschreven als “de kans om buiten een inrichting te overlijden als rechtstreeks gevolg van een ongewoon voorval binnen de inrichting waar een gevaarlijke stof bij betrokken is”.

Voor transport is de “Wet vervoer gevaarlijke stoffen” van belang. Daarnaast zijn er een aantal besluiten en regelingen vastgesteld waarin het beleid verder uitgewerkt is.

In het kader van de externe veiligheid is door de regio Achterhoek een advies opgesteld. Deze is als bijlage 4 bijgevoegd. Het onderstaande is gebaseerd op het advies.

In het kader van het vooroverleg heeft de VNOG een advies uitgebracht. Meer hierover in paragraaf 7.3 en de daar bijgevoegde bijlage 10, deel A2.

Plaatsgebonden risico en groepsrisico

Bij externe veiligheid wordt een onderscheidt gemaakt tussen een plaatsgebonden risico (PR) en een groepsrisico (GR).

Het plaatsgebonden risico is de kans dat een persoon, die zich gedurende een jaar onafgebroken onbeschermd op een bepaalde plaats bevindt, overlijdt als gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen. Dit risico wordt per bedrijf vastgelegd in contouren. Er geldt een contour waarbinnen die kans 10-5 (één op 100.000) en een contour waarbinnen deze kans 10-6 (één op 1.000.000) bedraagt. Binnen deze contour mogen in ieder geval geen kwetsbare objecten (o.a. scholen, gebouwen waar zich veel mensen bevinden en gebouwen waar zich minder zelfredzame personen kunnen bevinden) aanwezig zijn of geprojecteerd worden.

Het groepsrisico is een berekening van de kans dat een groep personen binnen een bepaald gebied overlijdt tengevolge van een ongeval met gevaarlijke stoffen. De oriëntatiewaarde geeft hierbij de indicatie van een aanvaardbaar groepsrisico. Voor de contour van het groepsrisico geldt in ieder geval dat het niet wenselijk is om hier kwetsbare bestemmingen toe te staan. Het streven moet zijn om het aantal personen binnen het invloedsgebied onder de oriëntatiewaarde en waar mogelijk zo laag mogelijk te houden.

LPG-tankstation

Aan de Europaweg is een tankstation aanwezig, waar verkoop van LPG plaats vindt. De doorzet aan LPG is in de milieuvergunning vastgelegd op 500 m3 per jaar. Door limitering van deze doorzet blijft het ruimtebeslag van deze inrichting op de omgeving beperkt.

Vanaf het vulpunt van LPG is de contour van het plaatsgebonden risico 45 meter. Deze komt in het bestemmingsplan terug met een veiligheidszone. De nieuwe brandweerkazerne valt niet binnen de contour van het plaatsgebonden risico van het LPG-tankstation.

Uit de berekening van het groepsrisico voor de nieuwe brandweerkazerne blijkt dat de oriëntatiewaarde van het groepsrisico niet overschreden wordt.

Vanuit zowel het plaatsgebonden risico als vanuit het groepsrisico vormt het LPG tankstation aan de Europaweg 10 te Doetinchem geen belemmering voor de bouw van de brandweerkazerne op het hiervoor gekozen terrein.

Aardgasleiding

In de berm van de Europaweg ligt een aardgasleiding. De contour van het plaatsgebonden risico van de aardgasleiding is 0 meter. Het groepsrisico wordt bepaald binnen het invloedsgebied van de aardgasleiding. Dit invloedsgebied wordt begrensd door de afstand waarop nog 1% van de blootgestelde mensen in de omgeving komt te overlijden bij een calamiteit met gevaarlijke stoffen (1% letaliteitsgrens). Uit berekening van het groepsrisico moet blijken of de oriëntatiewaarde van het groepsrisico al dan niet overschreden wordt als gevolg van een plan. Uit de berekening van het groepsrisico volgt, dat door de ontwikkeling van de brandweerkazerne de oriëntatiewaarde van het groepsrisico niet overschreden wordt.

In het bestemmingsplan zal de aardgasleiding met een dubbelbestemming beschermd moeten worden, zodat met name bij werkzaamheden in de grond de leiding beschermd is.