direct naar inhoud van 5.1 Rijks-, provinciaal-, regionaal- en gemeentelijk beleid
Plan: Oostelijke Randweg 2009
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0222.R17B063A-0005

5.1 Rijks-, provinciaal-, regionaal- en gemeentelijk beleid

Het rijksbeleid is gericht op een goede inpassing van infrastructuur. De verantwoordelijkheid voor het concreet gestalte geven aan het rijksbeleid wordt bij de provincie en de gemeente neergelegd. Met de realisatie van de Oostelijke Randweg wordt hier invulling aan gegeven.

Ten aanzien van de planologische kernbeslissing, kaart “Ecologische Hoofdstructuur”, is het van belang dat rekening wordt gehouden met de realisatie van de EHS. De Oostelijke Randweg is voor een deel gelegen binnen de EHS-verweving. Bescherming, instandhouding en ontwikkeling is een verantwoordelijkheid van de provincie en de gemeente.

In het provinciaal beleid is het plangebied van de Oostelijke Randweg deels gelegen binnen het gebied dat deels is aangewezen als Waardevol landschap en voor een klein deel in een gebied dat is aangeduid als EHS-verweving. Ook ligt het tracé in een gebied dat is aangeduid als beschermingszone 'natte landnatuur'. Daarnaast dient de ontwikkeling 'waterneutraal' te zijn.

De aanleg van de Oostelijke Randweg betekent geen grootschalige verstedelijking. De realisatie van de weg voorziet derhalve niet in een aantasting van het Waardevol landschap.

In de beschermingszone voor natte landnatuur moet rekening worden gehouden met de kwaliteit, waterstand en stroming van het grond- en oppervlaktewater met het oog op de natuurwaarden en -doelen van het betreffende natuurgebied. Dit wordt gewaarborgd doordat het gebied dat is aangewezen als natte landnatuur is opgenomen op de kaart en in de regels behorende bij dit bestemmingsplan.

Ten behoeve van de EHS-verweving vindt natuurcompensatie plaats conform de daaraan gestelde eisen en randvoorwaarden. Het natuurcompensatieplan maakt onderdeel uit van dit bestemmingsplan en is opgenomen in paragraaf 5.6 Natuur en landschap.

Op het gebied van water zijn in het kader van de planvorming diverse onderzoeken uitgevoerd. Deze onderzoeken vormen voldoende basis voor dit bestemmingsplan. Ten tijde van de realisatie van de Oostelijke Randweg is aanvullend onderzoek noodzakelijk. Uit dat onderzoek moet onder meer blijken welke maatregelen genomen moeten worden zodat de Oostelijke Randweg 'waterneutraal' kan worden aangelegd.

Het regionaal beleid is erop gericht dat in het hele plangebied het landschapsbeeld behouden dient te blijven. Hiertoe is een landschapsontwikkelingsplan uitgewerkt dat onderdeel uitmaakt van dit bestemmingsplan.

De Oostelijke Randweg vormt een oplossing voor probleemcluster 3 uit het gemeentelijk mobiliteitsplan, corridor aansluiting 4: A18 – Terborgseweg – J.F. Kennedylaan – kruising J.F. Kennedylaan/ Varsseveldseweg. De meest kansrijke maatregelen zijn in samenhang bekeken, wat heeft geleid tot een voorkeurspakket van maatregelen. Als oplossingrichting voor de ontsluiting van de oostelijke zijde van Doetinchem is in het Mobiliteitsplan 2007 voor een Oostelijke Randweg gekozen. De Oostelijke Randweg voorziet in een verbetering van de bereikbaarheid van het station, het centrum en een verbetering van de regionale verkeersstructuur richting de A18.