direct naar inhoud van 3.3 Provinciaal beleid
Plan: Happert en Kruisberg - 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0222.R19B050A-0003

3.3 Provinciaal beleid

3.3.1 Streekplan Gelderland 2005 en aanvullende herzieningen

Het Streekplan Gelderland 2005, kansen voor de regio, is op 29 juni 2005 vastgesteld. Daarna heeft de provincie drie herzieningen vastgesteld, waarvan de herziening voor de herbegrenzing van EHS, vastgesteld op 1 juli 2009, relevant is voor Doetinchem. Het Streekplan bevat de beleidskaders voor de ruimtelijke ontwikkeling in Gelderland voor de komende 10 jaar.

afbeelding "i_NL.IMRO.0222.R19B050A-0003_0003.jpg"

Streekplankaart: Ruimtelijke ontwikkeling, uitsnede Doetinchem

Het streekplan verdeelt Gelderland ruwweg in drie soorten gebieden. Voor elk van deze gebieden is het beleid verschillend:

  • Het rode raamwerk
    Hier moet vooral de verstedelijking van Gelderland plaatsvinden. Het gaat om de zogeheten stedelijke netwerken:
    - stadsregio Arnhem-Nijmegen
    - de Stedendriehoek Apeldoorn-Zutphen-Deventer
    - Wageningen-Ede-Rhenen-Veenendaal
    - de regionale centra Tiel, Doetinchem en Harderwijk.
    Ook de landbouw-ontwikkelings-gebieden (LOG's) worden tot het rode raamwerk gerekend vanwege het provinciale belang daarvan.
    Specifiek voor de Achterhoek wordt genoemd:
      • a. Stedelijke transformatie: Doetinchem-Hamburgerbroek;
      • b. GIOS: Doetinchem-Wehl;
      • c. Uitvoering reconstructieplan.
  • Het groen-blauwe raamwerk
    In het groen-blauwe raamwerk geeft de provincie alle ruimte aan natuur. Verstedelijking is hier niet toegestaan, tenzij er een groot belang in het geding is. Dan moeten er wel compensatie-maatregelen worden getroffen. Het groene raamwerk omvat onder meer de Veluwe, de grote rivieren en grote delen van de nationale landschappen in de Achterhoek, het Rivierenland en de Gelderse Poort.
    Specifiek voor de Achterhoek wordt behoud en ontwikkeling ecologische verbindingen genoemd.
  • Het multifunctionele gebied
    Het staat gemeenten vrij zelf het ruimtelijk beleid voor multifunctionele gebieden te bepalen. Wel wil de provincie dat gemeenten rekening houden met waardevolle landschappen in deze gebieden. In de Achterhoek zijn dit zes gebieden waarvan alleen Hummelo en Keppel, Slangenburg in het grondgebied van de gemeente ligt. Ook worden handreikingen gegeven ten aanzien van landbouw, landschap, recreatie en toerisme, functieverandering, verevening, nieuwe landgoederen en bossen.

Het plangebied Happert en Kruisberg - 2012 is deels gelegen in het rode raamwerk en deels in het multifunctioneel gebied. In het deel waar het multifunctionele gebied is sprake van waardevol landschap en van de EHS. Deze gebieden zijn op een juiste manier vertaald in het bestemmingsplan. Zie hiervoor de toelichting op de regels, paragraaf 5.3.2.2, de bestemming Bos. Voor het overige staan in het Streekplan Gelderland 2005 geen specifieke ontwikkelingen beschreven voor het plangebied.

3.3.2 Streekplanuitwerking kernkwaliteiten en omgevingscondities

De streekplanuitwerking Kernkwaliteiten en omgevingscondities van de Gelderse ecologische hoofdstructuur (EHS), d.d. 16 mei 2006, beschrijft gedetailleerd de kenmerken van de ecologische hoofdstructuur. De begrenzing en ruimtelijke bescherming van de EHS is geregeld in het Streekplan Gelderland 2005.

Bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen moeten afwegingen worden gemaakt. Om deze goed te kunnen maken is een gedetailleerde beschrijving van de eigenschappen van EHS in de streekplanuitwerking opgenomen. De streekplanuitwerking is daarmee voor gemeenten een middel waarmee zij weloverwogen afwegingen kunnen maken.

Het doel van de streekplanuitwerking is er voor te zorgen dat de gewenste natuurkwaliteit in de ecologische hoofdstructuur kan worden behouden en verbeterd. De provincie doet dit door plantoetsing en planbegeleiding. Met planbegeleiding kan de provincie actiever sturen op de door haar gewenste ontwikkelingen. Meedenken en meepraten in een vroeg stadium van planvorming is dan gewenst. De in de streekplanuitwerking geformuleerde ontwikkelingsdoelstellingen vormen hiervoor de inhoudelijke basis.

Voor de EHS geldt de 'nee tenzij'-benadering. Dit houdt in dat wijzigen van het bestemmingsplan uitsluitend wordt toegestaan als er groot maatschappelijk belang op het spel staat en er geen redelijke alternatieven zijn. De kernkwaliteiten en omgevingscondities vormen het toetsingskader.

Gemeenten moeten de bescherming van de natte delen van de EHS, de HEN-wateren en de bijbehorende beschermingszones in de bestemmingsplannen regelen. Voor Doetinchem zijn dit de volgende kernkwaliteiten:

  • De beken met hun landschappelijke, ecologische en hydrologische samenhang met hun omgeving;
  • De samenhang en verbindingen tussen de grote Oost-Gelderse natuurkernen via kleinere rivieren en beken en de daaraan gekoppelde ecologische verbindingszones, voor Doetinchem specifiek de Oude IJssel en Hummelo-Keppel/Slangeburg;
  • De verbinding tussen de restanten (natte) heideterreinen, heischrale terreinen en blauwgraslanden binnen de Graafschap;
  • Het vanuit ecologisch opzicht samenhangend geheel van landgoederen, natuurgebieden, bossen, beken en landschapselementen in het kleinschalige agrarische cultuurlandschap.

afbeelding "i_NL.IMRO.0222.R19B050A-0003_0004.jpg"

Streekplanuitwerking – Kernkwaliteiten EHS

In het plangebied Happert en Kruisberg - 2012 is een deel van de EHS gelegen. Dit is rondom het Huis van Bewaring De Kruisberg en het gebied ten noorden van de Kelderlaan, tussen de Kruisbergseweg en de 2e Loolaan. De ontwikkeling sluit aan op de doelstellingen zoals aangegeven in het streekplan. De EHS is, zoals al aangegeven in 3.3.1 op een juiste manier vertaald in het bestemmingsplan. Zie hiervoor de toelichting op de regels, paragraaf 5.3.2.2, de bestemming Bos.

3.3.3 Ruimtelijke verordening Gelderland

De provincie Gelderland heeft op 15 december 2010 de Ruimtelijke Verordening Gelderland (RVG) vastgesteld. Deze is op 27 juni 2012 is de eerste herziening ervan vastgesteld.

In de RVG staan de regels die de provincie stelt aan de bestemmingsplannen van gemeenten. Een Ruimtelijke Verordening is een juridische vastlegging van de provinciale structuurvisie (voorheen Streekplan Gelderland 2005), streekplanuitwerkingen en -herzieningen. De provincie voegt in de Ruimtelijke Verordening geen nieuw beleid toe.

De RVG heeft voor de ecologische hoofdstructuur invloed op het plangebied. Hiervoor zijn in de regels van het voorliggende bestemmingsplan voorzieningen getroffen. Zie hiervoor de toelichting op de regels, paragraaf 5.3.2.2, de bestemming Bos .

3.3.4 Waterplan Gelderland 2010-2015

In het Waterplan Gelderland 2010-2015 wordt met betrekking tot stedelijk gebied aangegeven, dat inrichting en beheer van het waterhuishoudkundig systeem gericht zijn op:

  • het voorkomen en beperken van wateroverlast;
  • de ontwikkeling en het behoud van de natuur in het stedelijk gebied;
  • het voorkomen van zettingen;
  • het herbenutten van ontwateringswater voor drink- en industriewatervoorziening of voor herstel van verdroogde natuur;
  • het weren van (diepe) drainage en het voorkomen van instroming van oppervlaktewater op de riolering;
  • het beperken van de vuilbelasting door riooloverstorten;
  • het beperken van de invloed van bronbemaling;
  • het realiseren van de basiskwaliteit voor oppervlaktewater.

De waterketen in stedelijk gebied is zodanig ingericht dat deze geen negatieve invloed heeft op het grond- en oppervlaktewater. Stedelijke ontwikkelingen en stedelijke herinrichting en herstructurering dient “waterneutraal” te zijn en wordt benut om het watersysteem waar nodig op orde te brengen en te verduurzamen.

Op het plangebied Happert en Kruisberg - 2012 heeft het waterplan invloed. In het noordelijke deel van het plangebied is een 'beschermingszone natte landnatuur'. In paragraaf 4.4 Water wordt nader op het aspect water ingegaan.