direct naar inhoud van Artikel 3 Sport
Plan: Sportcentrum Rozengaarde 2009
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0222.R22B032A-0010

Artikel 3 Sport

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. sportvoorzieningen;
  • b. recreatie, uitsluitend ten dienste van en ondergeschikt aan de in sub a genoemde bestemming;
  • c. horeca, uitsluitend in de vorm van een bedrijfsrestaurant/kantine en ondergeschikt aan sportvoorzieningen;
  • d. groen- en nutsvoorzieningen;

en daarbij behorende gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde en voorzieningen.

3.2 Bouwregels
3.2.1 Algemeen

Op de in lid 3.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde ten dienste van de bestemming 'Sport' worden gebouwd.

3.2.2 Gebouwen en overkappingen

Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen op gronden met de bestemming 'Sport' gelden de navolgende regels:

  • a. realisatie is uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot-, bouwhoogte (m) en maximum bebouwingspercentage (%)' gelden de weergegeven maten;
3.2.3 Bouwwerken geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde op gronden met de bestemming 'Sport' gelden de navolgende regels:

  • a. de bouwhoogte mag achter (het verlengde van) de naar de weg gekeerde bouwgrens maximaal 2 m bedragen; indien geplaatst vóór (het verlengde van) de naar de weg gekeerde bouwgrens mag de bouwhoogte maximaal 1 m bedragen;
  • b. in afwijking van het bepaalde in sub a, mag de bouwhoogte van antennes, ballenvangers, speeltoestellen, verlichting, vlaggenmasten en vergelijkbare bouwwerken indien geplaatst achter de naar de weg gekeerde bouwgrens, maximaal 15 m bedragen;
  • c. de oppervlakte per bouwwerk geen gebouw zijnde mag maximaal 20 m2 bedragen.
3.2.4 Ontheffing bouwhoogte

Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 3.2.2 voor een maximale bouwhoogte van 14 meter, mits de bouw- en gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden niet worden aangetast.

Voor het verlenen van de ontheffing geldt de volgende procedure:

  • a. het voornemen ontheffing te verlenen ligt met de daarop betrekking hebbende stukken gedurende 2 weken voor een ieder ter inzage;
  • b. burgemeester en wethouders maken de terinzagelegging van te voren in één of meer dag- of nieuwsbladen, die in de gemeente worden verspreid, en voorts op de gebruikelijke wijze, bekend;
  • c. de bekendmaking houdt in de mededeling van de bevoegdheid voor een ieder om gedurende de termijn van de terinzagelegging schriftelijk dan wel mondeling zienswijzen tegen het voornemen in te dienen bij burgemeester en wethouders;
  • d. burgemeester en wethouders nemen zo spoedig mogelijk na bekendmaking en ter inzage legging een beslissing. Deze beslissing is, als tegen het voornemen zienswijzen zijn ingediend, met redenen omkleed. Zij delen hun beslissing mee aan degenen die zienswijzen hebben ingediend.
3.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van het bepaalde in lid 3.2, op gronden met de bestemming 'Sport' nadere eisen stellen met betrekking tot:

  • a. dakvormen, dakhellingen en nokrichtingen van bouwwerken;
  • b. de bouw- en goothoogte van bouwwerken;
  • c. de afmetingen van bouwwerken;
  • d. het aantal en de situering van bouwwerken;
  • e. het aantal en de situering van parkeerplaatsen op eigen terrein;

onder voorwaarde dat de nadere eisen niet op onevenredige wijze aan een doelmatig gebruik van gronden en bouwwerken in de weg staan.

3.4 Ontheffing van de bouwregels
3.4.1 Gebouwen en overkappingen

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 3.2.2 sub a voor het bouwen van gebouwen en overkappingen buiten het bouwvlak, onder voorwaarden dat:

  • a. het bouwperceel aan de zijde waar de bouwgrens wordt overschreden grenst aan openbaar gebied, waarop een groen-, natuur-, water-, verkeers- of daarmee vergelijkbare bestemming rust;
  • b. de afstand van gebouwen en overkappingen tot dat gebied minimaal 2 meter bedraagt;
  • c. de naar de weg gekeerde bouwgrens niet wordt overschreden;
  • d. de ruimtelijke uitwerking van de ontheffing aanvaardbaar is;
  • e. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden aangetast;
  • f. de logistieke afwikkeling op eigen terrein blijft plaats vinden;
  • g. het parkeren door gebruikers en bezoekers op eigen terrein gewaarborgd is;
  • h. de bouwregels van lid 3.2.2 in acht worden genomen.
3.4.2 Luifels

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 3.2.3 sub a voor het bevestigen van een luifel aan een hoofdgebouw, onder voorwaarden dat:

  • a. de luifel wordt bevestigt aan de voorgevel en/of zijgevel van het hoofdgebouw;
  • b. de luifel maximaal 1,25 m uit de gevel van het hoofdgebouw mag steken;
  • c. de ruimtelijke uitwerking van de ontheffing aanvaardbaar is;
  • d. de breedte van de luifel niet meer dan de totale breedte van de gevel waaraan de luifel wordt bevestigt met aan weerszijden een overstek van 0,75 m mag bedragen;
  • e. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden aangetast.
3.5 Specifieke gebruiksregels
3.5.1 Algemeen

Onverminderd het bepaalde in artikel 6, is het verboden de gronden met de bestemming 'Sport' te gebruiken in strijd met de bestemming. Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan het gebruik ten behoeve van:

  • a. het racen of crossen met gemotoriseerde voertuigen;
  • b. staanplaats voor wagens en/of onderkomens.