direct naar inhoud van 2.1. Gebruiksregels
onherroepelijk
NL.IMRO.0222.R34KE035A-0001

2.1. Gebruiksregels

2.1.1 Bestaand gebruik en bestaande bouwwerken
  • a. De in het verordeningsgebied gelegen gronden en bestaande bouwwerken mogen worden gebruikt overeenkomstig het bestaande gebruik, waarbij de hoofdfuncties zijn aangegeven in bijlage 4, 5, en 6.
  • b. De in het verordeningsgebied gelegen gronden en bestaande bouwwerken voor zover het betreft de hoofdfunctie gemengd, mogen uitsluitend worden gebruikt overeenkomstig de functie zoals in bijlage 11 van de regels;
  • c. De in het verordeningsgebied gelegen gronden en bestaande bouwwerken voor zover het betreft de hoofdfunctie detailhandel, mogen uitsluitend worden gebruikt overeenkomstig de functie zoals in bijlage 11 van de regels;
  • d. bestaande bouwwerken mogen worden vervangen door bouwwerken van dezelfde afmetingen en op dezelfde plek;
  • e. voor braakliggende terreinen gelden de gebruiksmogelijkheden voor het hoofdgebruik als beschreven in de artikelen paragrafen 2.1.2, 2.1.3, 2.1.4, 2.1.5, 2.1.6 of 2.1.7.
2.1.2 Aanvulling op 2.1.1 ten aanzien van functie bedrijventerrein
2.1.2.1 Aanvulling op 2.1.1 ten aanzien van bouwen van hoofdgebouwen

In aanvulling op het bepaalde in lid 2.1.1 is het toegestaan om hoofdgebouwen van bedrijven te veranderen, waarbij de volgende voorwaarden gelden:

  • a. een uitbreiding mag niet vóór de voorgevel plaats vinden;
  • b. de bouwhoogte bedraagt maximaal 10 m en het bebouwingspercentage bedraagt maximaal 70%, met uitzondering van:
    • 1. besluitsubvlak 1, hier geldt een maximale bouwhoogte van 15 m en een bebouwingspercentage van maximaal 70%
    • 2. besluitsubvlak 2, hier geldt een maximale bouwhoogte van 15 m en een bebouwingspercentage van maximaal 75%
    • 3. besluitsubvlak 3, hier geldt een maximale bouwhoogte van 15 m en een bebouwingspercentage van maximaal 100%
    • 4. besluitsubvlak 4, hier geldt een maximale bouwhoogte van 30 m en een bebouwingspercentage van maximaal 100%
    • 5. besluitsubvlak 5, hier geldt een maximale bouwhoogte van 40 m en een bebouwingspercentage van maximaal 100%
2.1.2.2 Aanvulling op 2.1.1 ten aanzien van bijbehorende bouwwerken

In aanvulling op het bepaalde in lid 2.1.1 gelden voor bijbehorende bouwwerken de navolgende regels:

  • a. bijbehorende bouwwerken dienen achter de voorgevel te worden gebouwd
  • b. de goothoogte van bijbehorende bouwwerken mag maximaal 3 meter bedragen
  • c. de bouwhoogte van bijbehorende bouwwerken mag maximaal 6 meter bedragen met dien verstande dat bijbehorende bouwwerken voorzien van een plat dak een maximale bouwhoogte geld van 3 meter.
2.1.2.3 Aanvulling op 2.1.1 ten aanzien van bouwwerken geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde gelden de navolgende regels:

  • a. de bouwhoogte voor de voorgevel mag maxiaal 1 meter bedragen;
  • b. de bouwhoogte achter de voorgevel mag maximaal 15 meter bedragen.
2.1.2.4 Aanvulling op 2.1.1 ten aanzien van gebruik - bedrijfszonering
  • a. ter plaatse van het besluitsubvlak '6' zijn bedrijven toegestaan in de bedrijfscategorie 1 zoals vermeld in bijlage 7 Staat van bedrijfsactiviteiten behorende bij deze regels;
  • b. ter plaatse van het besluitsubvlak '7' zijn bedrijven toegestaan tot en met bedrijfscategorie 2 zoals vermeld in bijlage 7 Staat van bedrijfsactiviteitenbehorende bij deze regels;
  • c. ter plaatse van het besluitsubvlak '8' zijn bedrijven toegestaan tot en met bedrijfscategorie 3 zoals vermeld in bijlage 7 Staat van bedrijfsactiviteiten behorende bij deze regels;
  • d. ter plaatse van het besluitsubvlak '9' zijn bedrijven toegestaan tot en met bedrijfscategorie 4 zoals vermeld in bijlage 7 Staat van bedrijfsactiviteiten behorende bij deze regels;
  • e. ter plaatse van het besluitsubvlak '10' zijn bedrijven toegestaan tot en met bedrijfscategorie 5 zoals vermeld in bijlage 7 Staat van bedrijfsactiviteiten behorende bij deze regels;
  • f. ook toegestaan zijn bedrijfsactiviteiten die niet zijn genoemd in de aangegeven categorieën, doch die naar aard gelijk te stellen zijn met de in deze categorieen genoemde bedrijfsactiviteiten.
2.1.2.5 Aanvulling op 2.1.1 ten aanzien van gebruik - zone industrielawaai
  • a. Voorzover de gronden zijn gelegen binnen het besluitsubvlak 'Geluidzone - industrie' is het realiseren van woningen en andere geluidgevoelige gebouwen niet toegestaan.
2.1.3 Aanvulling op lid 2.1.1 ten aanzien van functie wonen
2.1.3.1 Aanvulling op 2.1.1 ten aanzien van bouwen van hoofdgebouwen bij grondgebonden woningen

In aanvulling op het bepaalde in lid 2.1.1 is het toegestaan om grondgebonden woningen te veranderen, waarbij de volgende voorwaarden gelden:

  • a. een uitbreiding mag niet vóór de voorgevel plaats vinden;
  • b. de diepte van het hoofdgebouw mag:
    • 1. bij vrijstaande en twee-onder-een-kap woningen maximaal 15 m zijn;
    • 2. bij aaneengebouwde woningen maximaal 13 m zijn;
  • c. de afstand tussen het hoofdgebouw en de achterste perceelsgrens bedraagt minimaal 8 m;
  • d. de goothoogte mag maximaal 6 m zijn,;
  • e. de bouwhoogte mag maximaal 10 m zijn, met uitzondering van
  • f. de afstand van een zijgevel tot de zijdelingse perceelsgrens bedraagt minimaal 3 m, met uitzondering van:
    • 1. besluitsubvlak '10', hier geldt een minimale afstand tot de zijdelingse perceelsgrens van 5 m.
    • 2. indien het bouwperceel grenst aan openbaar toegankelijk gebied moet de afstand minimaal 2 m bedragen;
    • 3. indien de bestaande afstand tot de zijdelingse perceelsgrens minder is dan de hiervoor gestelde maten, dan geldt deze bestaande afstand tot de zijdelingse perceelsgrens als minimale maat.
2.1.3.2 Aanvulling op 2.1.1 ten aanzien van bouwen van bijbehorende bouwwerken van grondgebonden woningen

In aanvulling op het bepaalde in lid 2.1.1 is het toegestaan om bij grondgebonden woningen onder de hierna genoemde voorwaarden bijbehorende bouwwerken te bouwen en/of te veranderen:

  • a. bijbehorende bouwwerken algemeen:
    • 1. de gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken mag maximaal 100 m² per woning bedragen;
    • 2. niet meer dan 50% van het achtererfgebied mag worden bebouwd; als het bouwperceel grenst aan openbaar toegankelijk gebied hoort hier ook het voorerfgebied bij dat gelegen is aan de zijkant van de woning, gerekend vanaf 1 m achter (het verlengde van) de voorgevel van de woning;
    • 3. als de bouwmogelijkheden van het hoofdgebouw niet volledig zijn benut, mogen deze worden gebruikt voor de realisatie van bijbehorende bouwwerken, zonder dat dit ten koste gaat van de onder sub a genoemde oppervlakte norm;
    • 4. bijbehorende bouwwerken mogen alleen vanaf 1 m achter (het verlengde van) de voorgevel van de woning worden gebouwd;
    • 5. bijbehorende bouwwerken mogen tot op de perceelsgrenzen worden gebouwd;
    • 6. de goothoogte mag maximaal 3 m bedragen; als wordt aangebouwd aan een woning, geldt als maximum de hoogte van de bovenkant van de eerste verdiepingsvloer van die woning, vermeerderd met 30 cm;
    • 7. de bouwhoogte mag maximaal 6 m bedragen;
    • 8. in geval van een bijbehorende bouwwerk met een lessenaarsdak, waarvan de bouwhoogte meer dan 3 meter bedraagt, moet de afstand, van de zijde waar de bouwhoogte wordt gemeten, tot de perceelsgrens minimaal de breedte van het bijbehorende bouwwerk bedragen;
  • b. erkers en toegangspartijen:
    • 1. de bouwhoogte mag maximaal 3 m bedragen, waarbij de bouwhoogte niet hoger mag worden dan de hoogte van de bovenkant van de eerste verdiepingsvloer van de woning, vermeerderd met 30 cm;
    • 2. de breedte mag maximaal 50 % van de breedte van de voorgevel van de woning bedragen;
    • 3. de diepte mag maximaal 1,50 m bedragen;
  • c. overkappingen in het voorerfgebied:
    • 1. de oppervlakte mag maximaal 30 m2 bedragen;
    • 2. het voorerfgebied waar de overkapping wordt gebouwd mag voor maximaal 50% worden bebouwd;
    • 3. de goothoogte mag maximaal 3 m bedragen; als wordt aangebouwd aan een woning, geldt als maximum de hoogte van de bovenkant van de eerste verdiepingsvloer van die woning, vermeerderd met 30 cm; als wordt aangebouwd aan een bijbehorend bouwwerk, geldt als maximum de goothoogte van dat bouwwerk;
    • 4. de bouwhoogte mag maximaal 3,5 m bedragen; als wordt aangebouwd aan een bijbehorend bouwwerk, geldt een bouwhoogte die maximaal 50 cm hoger is dan de goothoogte van dat bijbehorend bouwwerk;
    • 5. de overkapping mag maximaal aan drie zijden gesloten zijn met wanden van een bestaand gebouw of een bestaand ander bouwwerk geen gebouw zijnde, zoals een erfafscheiding.
2.1.3.3 Aanvulling op 2.1.1 ten aanzien van bouwen van bouwwerken geen gebouw zijnde
2.1.3.3.1 Overige bouwwerken in het voorerfgebied
  • a. de bouw de bouwhoogte mag maximaal 1 m bedragen;
  • b. in afwijking van het bepaalde in sub a, mag de bouwhoogte van:
    • 1. speeltoestellen en tuinmeubilair maximaal 3 m bedragen;
    • 2. antennedragers inclusief antennes, verlichting, vlaggenmasten en vergelijkbare bouwwerken maximaal 6 m bedragen.
2.1.3.3.2 Overige bouwwerken in het achtererfgebied
  • a. de bouwhoogte mag maximaal 3 m bedragen;
  • b. in afwijking van het bepaalde in sub a, mag de bouwhoogte van:
    • 1. speeltoestellen en tuinmeubilair maximaal 3,5 m bedragen;
    • 2. verlichting, vlaggenmasten en vergelijkbare bouwwerken maximaal 6 m bedragen;
    • 3. antennedragers inclusief antennes maximaal 15 m bedragen.
2.1.3.4 Aanvulling op 2.1.1 ten aanzien van gebruik - aan huis gebonden bedrijf of beroep e.a.

In aanvulling op het bepaalde in lid 2.1.1 is het toegestaan om een woning inclusief eventueel aanwezige aangebouwde bijbehorende bouwwerken ook te gebruiken voor de uitoefening van een aan huis gebonden bedrijf of beroep of een escortbedrijf onder de voorwaarde dat:

  • 1. het medegebruik van ondergeschikte betekenis is en de woonfunctie in ruimtelijke en visuele zin primair blijft;
  • 2. niet meer dan 40% van de totale vloeroppervlakte van de woning, inclusief aangebouwde bijbehorende bouwwerken die voor woondoeleinden mogen worden gebruikt, mag worden gebruikt voor het aan huis gebonden bedrijf of beroep;
  • 3. het medegebruik van aangebouwde bijbehorende bouwwerken zodanig beperkt blijft dat de afstand tussen de als zodanig gebruikte ruimte en de achterste perceelsgrens minimaal 8 m bedraagt;
  • 4. de woning moet blijven voldoen aan het bepaalde in het Bouwbesluit en de bouwverordening van de gemeente Doetinchem;
  • 5. degene die het aan huis gebonden bedrijf of beroep uitoefent ook de bewoner van de woning moet zijn;
  • 6. alleen bedrijven of beroepen aan huis toelaatbaar zijn, die behoren tot de Lijst van aan huis gebonden beroepen en bedrijven zoals deze is opgenomen i n bijlage Lijst van aan huis gebonden bedrijven en beroepen 
  • 7. geen onevenredige verstoring van de voorzieningenstructuur mag plaatsvinden;
  • 8. geen detailhandel mag plaatsvinden, behoudens:
    • a. internetverkoop (internetwinkels);
    • b. een beperkte verkoop (als ondergeschikte nevenactiviteit) van producten die ter plaatse zijn vervaardigd, dan wel direct verband houden met het bedrijf of beroep aan huis;
  • 9. geen bedrijf geen winkeluitstraling mag hebben;
  • 10. geen uitstalling van te verkopen artikelen mag plaatsvinden; geen showroom binnen of buiten;
  • 11. het medegebruik geen nadelige invloed mag hebben op de verkeersafwikkeling, dus niet onevenredig veel extra verkeer mag worden aangetrokken;
  • 12. het medegebruik geen nadelige invloed mag hebben op de parkeerbalans, dus primair op eigen terrein moet worden geparkeerd door gebruiker en bezoekers;
  • 13. alleen onverlichte reclame-uitingen zijn toegestaan;
  • 14. geen sprake mag zijn van werkzaamheden, activiteiten en/of opslag in de open lucht voor de uitoefening van het aan huis gebonden bedrijf of beroep;
  • 15. vrijstaande bijbehorende bouwwerken niet mogen worden gebruikt voor de uitoefening van het aan huis gebonden bedrijf of beroep.
2.1.3.5 Aanvulling op 2.1.1 ten aanzien van gebruik - wonen in aangebouwede bijbehorende bouwwerken

In aanvulling op het bepaalde in lid 2.1.1 is het toegestaan om aangebouwde bijbehorende bouwwerken bij grondgebonden woningen te gebruiken voor de uitbreiding van de woonfunctie, onder voorwaarde dat de afstand tussen dat bouwwerk en de achterste perceelsgrens minimaal 8 m bedraagt.
De laatstgenoemde afstandsnorm geldt niet als de bijbehorende woning op minder dan 8 m ligt; in dat geval is de bestaande afstand tussen woning en achterste perceelsgrens maatgevend.

2.1.4 Aanvulling op 2.1.1 ten aanzien van functie gemengd
2.1.4.1 Bouwwerken

In aanvulling op het bepaalde in 2.1.1 is het toegestaan om de bouwwerken voor de functie gemengd onder de hierna genoemde voorwaarden te veranderen.

2.1.4.1.1 Gebouwen en bijbehorende bouwwerken
  • a. een uitbreiding mag niet vóór de voorgevel plaats vinden;
  • b. hoogtenormen en eventueel het bebouwingspercentage die zijn opgenomen in bijlage 3 van de regels gelden.
2.1.4.1.2 Bouwwerken geen gebouwen zijnde in het voorerfgebied (overige bouwwerken)
  • a. de bouwhoogte mag maximaal 1 m bedragen
  • b. in afwijking van het bepaalde in sub a, mag de bouwhoogte van:
    • 1. speeltoestellen en tuinmeubilair maximaal 3 m bedragen;
    • 2. antennedragers inclusief antennes, verlichting, vlaggenmasten en vergelijkbare bouwwerken maximaal 6 m bedragen.
2.1.4.1.3 Bouwwerken geen gebouwen zijnde in het achtererfgebied (overige bouwwerken)
  • a. de bouwhoogte mag maximaal 2 m bedragen;
  • b. in afwijking van het bepaalde in sub a, mag de bouwhoogte van:
    • 1. speeltoestellen maximaal 6 m bedragen;
    • 2. verlichting en vlaggenmasten maximaal 10 m bedragen;
    • 3. antennedragers inclusief antennes maximaal 15 m bedragen;
    • 4. reclamemasten en reclamezuilen achter en tot maximaal 0,5 m vóór (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw mag maximaal de toegestane bouwhoogte als bedoeld in 2.1.4.1.1 sub b bedragen; als een bouwwerk vóór 0,5 m van (het verlengde van) de voorgevel wordt geplaatst, mag de bouwhoogte maximaal 2 m bedragen.
2.1.4.2 Gebruik

In aanvulling op het bepaalde in lid 2.1.1 kan het bestaande gebruik worden gewijzigd, op voorwaarde dat:

  • a. detailhandel mag worden gewijzigd in dienstverlening, kantoren, maatschappelijke voorzieningen, met uitzondering van een voorzieninging voor een 24-uurs begeleidwonenvoorziening met zorgplekken voor dak- of thuislozen met een verslavingsproblematiek of justitieel verleden.
  • b. een wijziging van de bedrijven alleen mogelijk is naar een ander bedrijfstype met bijbehorende bedrijfsactiviteiten uit bedrijfscategorie 1 of 2 of daarmeen naar de aard vergelijkebare bedrijfsactivitieten zoals opgenomen in de Staat van Bedrijfsactiviteiten (bijlage 7);
  • c. het aantal woningen niet toeneemt;
  • d. een wijziging van de maatschappelijke voorzieningen niet mogelijk is naar een voorzieningen voor een 24-uurs begeleidwonenvoorziening met zorgplekken voor dak- of thuislozen met een verslavingsproblematiek of justitieel verleden;
2.1.5 Aanvulling op 2.1.1 ten aanzien van functie detailhandel
2.1.5.1 Bouwwerken

In aanvulling op het bepaalde in 2.1.1 is het toegestaan om de bouwwerken voor de functie detailhandel onder de hierna genoemde voorwaarden te veranderen.

2.1.5.1.1 Gebouwen en bijbehorende bouwwerken
  • a. een uitbreiding mag niet vóór de voorgevel plaats vinden;
  • b. hoogtenormen en eventueel het bebouwingspercentage die zijn opgenomen in bijlage 3 gelden.
2.1.5.1.2 Bouwwerken geen gebouwen zijnde in het voorerfgebied (overige bouwwerken)
  • a. de bouwhoogte mag maximaal 1 m bedragen;
  • b. in afwijking van het bepaalde in sub a, mag de bouwhoogte van
    • 1. speeltoestellen en tuinmeubilair maximaal 3 m bedragen;
    • 2. antennedragers inclusief antennes, verlichting, vlaggenmasten en vergelijkbare bouwwerken maximaal 6 m bedragen.
2.1.5.1.3 Bouwwerken geen gebouwen zijnde in het achtererfgebied (overige bouwwerken)
  • a. de bouwhoogte mag maximaal 2 m bedragen;
  • b. in afwijking van het bepaalde in sub a, mag de bouwhoogte van:
    • 1. speeltoestellen maximaal 6 m bedragen;
    • 2. verlichting en vlaggenmasten maximaal 10 m bedragen;
    • 3. antennedragers inclusief antennes maximaal 15 m bedragen;
    • 4. reclamemasten en reclamezuilen achter en tot maximaal 0,5 m vóór (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw mag maximaal de toegestane bouwhoogte als bedoeld in 2.1.5.1.1 sub b bedragen; als een bouwwerk vóór 0,5 m van (het verlengde van) de voorgevel wordt geplaatst, mag de bouwhoogte maximaal 2 m bedragen.
2.1.6 Aanvulling op lid 2.1.1 ten aanzien van andere functies
2.1.6.1 Bouwwerken

In aanvulling op het bepaalde in 2.1.1 is het toegestaan om de bouwwerken voor de functies kantoor, railverkeer, maatschappelijk, onder de hierna genoemde voorwaarden te veranderen.

2.1.6.1.1 Gebouwen en bijbehorende bouwwerken
  • a. een uitbreiding mag niet vóór de voorgevel plaats vinden
  • b. hoogtenormen en eventueel het bebouwingspercentage die zijn opgenomen in bijlage 3 gelden.
2.1.6.1.2 Bouwwerken geen gebouwen zijnde in het voorerfgebied (overige bouwwerken)
  • a. de bouwhoogte mag maximaal 1 m bedragen
  • b. in afwijking van het bepaalde in sub a, mag de bouwhoogte van:
    • 1. speeltoestellen en tuinmeubilair maximaal 3 m bedragen;
    • 2. antennedragers inclusief antennes, verlichting, vlaggenmasten en vergelijkbare bouwwerken maximaal 6 m bedragen.
2.1.6.1.3 Bouwwerken geen gebouwen zijnde in het achtererfgebied (overige bouwwerken)
  • a. de bouwhoogte mag maximaal 2 m bedragen;
  • b. in afwijking van het bepaalde in sub a, mag de bouwhoogte van:
    • 1. speeltoestellen maximaal 6 m bedragen;
    • 2. verlichting en vlaggenmasten maximaal 10 m bedragen;
    • 3. antennedragers inclusief antennes maximaal 15 m bedragen;
    • 4. reclamemasten en reclamezuilen achter en tot maximaal 0,5 m vóór (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw mag maximaal de toegestane bouwhoogte als bedoeld in 2.1.6.1.1 sub b bedragen; als een bouwwerk vóór 0,5 m van (het verlengde van) de voorgevel wordt geplaatst, mag de bouwhoogte maximaal 2 m bedragen.
2.1.6.2 Gebruik

In aanvulling op het bepaalde in lid 2.1.1 kan het bestaande gebruik worden gewijzigd, op voorwaarde dat:

  • a. geen verandering plaatsvindt van de hoofdfunctie die is vastgelegd in de hoofdfunctiekaart (bijlage 4 van de regels voor deelgebied Hamburgerbroek, bijlage 5 van de regels voor deelgebied De Huet en Keppelseweg en bijlage 6 van de regels voor deelgebied Wijnbergen);
  • b. een wijziging van de bedrijven alleen mogelijk is naar een ander bedrijfstype met bijbehorende bedrijfsactiviteiten uit dezelfde bedrijfscategorie of lager in de Staat van Bedrijfsactiviteiten (bijlage 7 Staat van bedrijfsactiviteiten);
  • c. het aantal woningen niet toeneemt;
  • d. een wijziging van de maatschappelijke voorzieningen niet mogelijk is naar een voorzieningen voor een 24-uurs begeleidwonenvoorziening met zorgplekken voor dak- of thuislozen met een verslavingsproblematiek of justitieel verleden;
2.1.7 Openbaar toegankelijk gebied

In aanvulling op het bepaalde in lid 2.1.1 is het toegestaan om het Openbaar toegankelijk gebied te gebruiken voor (rij)wegen, fiets- en wandelpaden, mogelijkheden voor ontmoeting, groenvoorzieningen, parkeervoorzieningen, fietsenstallingen, straatmeubilair, nutsvoorzieningen, speelvoorzieningen, waterlopen, waterberging, waterinfiltratievoorzieningen, geluidwerende voorzieningen, reclame-uitingen en kunstobjecten, met dien verstande dat het openbaar toegankelijk gebied:

  • a. niet zodanig mag worden gewijzigd dat er sprake is van een reconstructie van wegen zoals bedoeld in de Wet geluidhinder;
  • b. dat is aangemerkt als structureel groen, zoals opgenomen in bijlagen 8 (Hamburgerbroek), 9 (De Huet en Keppelseweg) en 10 (Wijnbergen) van de regels, niet mag worden gebruikt voor (rij)wegen, parkeervoorzieningen en mogelijkheden voor ontmoeting, zoals bedoeld onder a.