| Plan: | Hamburgerbroek-Intermecoterrein 2010 |
|---|---|
| Status: | vastgesteld |
| Plantype: | bestemmingsplan |
| IMRO-idn: | NL.IMRO.0222.R35B031A-0005 |
De regels bestaan uit de volgende onderdelen:
De inleidende regels omvatten de in de planregels gebruikte begripsomschrijvingen en afkortingen (artikel 1) en de wijze van meten (artikel 2).
In de bestemmingsregels zijn de regels voor de verschillende bestemmingen omschreven. Elke bestemmingsregel is, overeenkomstig het Handboek van de provincie Gelderland (uitgave mei 2006) en de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (2008), in beginsel opgebouwd uit:
De bestemming Gemengd is nader aangeduid met de hoofdletters GD. Binnen deze bestemming zijn meerdere functies mogelijk. Binnen de bestemming Gemengd zijn deze functies beperkt tot wonen, commerciële dienstverlening, maatschappelijke voorzieningen, kleinschalige horecavoorzieningen en parkeervoorzieningen. Teven is ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel- in dagelijkse boodschappen' detailhandel in dagelijkse boodschappen op de begane grond toegestaan. Grootschalige detailhandel als bouwmarkten, autoverkoopbedrijven en meubelwinkels zijn niet bedoeld en dan ook uitgesloten.
Het voorgenomen plan bevat voor een groot gedeelte van het plangebied op de begane grond parkeer- en detailhandelsfuncties. Om de oppervlakte aan detailhandel te beperken is hiervoor de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel- in dagelijkse boodschappen' opgenomen waarbij de maximale oppervlakte b.v.o. beperkt is. Deze aanduiding is ook aanwezig op gronden met de bestemming 'Wonen'.
Behorende bij de woonfunctie is onder voorwaarden de uitoefening van een aan huis gebonden beroep of bedrijf dan wel een vrij beroep toegestaan. Voorwaarde daarvoor is dat de woonfunctie in alle gevallen de hoofdfunctie blijft. In beperkte mate mag bij de uitoefening van een aan huis gebonden beroep of bedrijf ook detailhandel plaatsvinden.
De hoofdgebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd. Het bouwvlak ligt in principe om de beoogde bebouwing. Aangezien het plangebied in een geluidbelast gebied ligt, dient de beoogde invulling van het plangebied gedetailleerd bestemd te worden.
De akoestische situatie brengt met zich mee dat elk hoofdgebouw een geluidafschermende werking heeft ten aanzien van andere hoofdgebouwen. Zodoende hebben alle hoofdgebouwen een naast een maximaal toegestane bouwhoogte die niet mag worden overschreden ook een minimale goothoogte die niet mag worden onderschreden.
Aangezien alle hoofdgebouwen een akoestisch gezien noodzakelijke geluidwerende functie hebben, is voor deze bebouwing een omgevingsvergunning verplichting opgenomen waarbij is bepaald dat deze vergunning enkel verleend kan worden indien het slopen niet tot gevolg heeft dat er voor woningen in het plangebied of de omgeving daarvan niet meer voldaan wordt aan de bepalingen uit de Wet geluidhinder inclusief eventueel verleende hogere grenswaarden.
De bestemming Groen is nader aangeduid met de hoofdletter G. Binnen de bestemming Groen is het structurele groen van het plangebied geregeld. Tevens zijn deze gronden bedoeld als plein en ontspannings- en ontmoetingslocatie. De bestemming Groen is gelegen aan de noordzijde van het plangebied.
In de regels is een beperkte bebouwingsregeling opgenomen voor gebouwen (nutsvoorzieningen) en bouwwerken geen gebouwen zijnde (straatverlichting, straatmeubilair, e.d.) ten behoeve van de bestemming. Ten behoeve van ontspanning- en ontmoetingsfunctie mogen fiets- en wandelpaden worden aangelegd zonder een direct verbindend karakter. Ten behoeve van deze functie mogen tevens o.a. bankjes, tafels en prullenbakken geplaatst worden.
De bestemming Kantoor is nader aangeduid met de hoofdletter K. Gronden met deze bestemming zijn uitsluitend bestemd voor kantoorfuncties met bijbehorende voorzieningen. Ondergeschikte horecavoorzieningen als een bedrijfskantine worden hier tevens onder verstaan.
In het kantoorgebouw is een inpandig gemaal aanwezig. Deze functie valt onder groen-, water- en nutsvoorzieningen die tevens toegestaan zijn in de bestemming Kantoor.
Aangezien alle hoofdgebouwen een akoestisch gezien noodzakelijke geluidwerende functie hebben, is voor deze bebouwing een omgevingsvergunning verplichting opgenomen waarbij is bepaald dat deze vergunning enkel verleend kan worden indien het slopen niet tot gevolg heeft dat er voor woningen in het plangebied of de omgeving daarvan niet meer voldaan wordt aan de bepalingen uit de Wet geluidhinder inclusief eventueel verleende hogere grenswaarden.
De bestemming Verkeer is toegekend aan de gronden met een ontsluitende en verkeersdoorstromende functie en is nader aangeduid met de hoofdletter V. Tevens is de bestemming toegekend aan bermen, parkeerplaatsen en groenvoorzieningen. In de regels van deze bestemming is een beperkte bebouwingsregeling opgenomen voor gebouwen ten behoeve van de bestemming zoals bushokjes en nutsvoorzieningen. Tevens is ten behoeve van deze bestemming een bebouwingsregeling opgenomen voor bouwwerken geen gebouwen zijnde zoals straatmeubilair, straatverlichting, e.d. Binnen de regels zijn afwijkingsregelingen opgenomen om onder voorwaarden van de maximale bouwhoogte te mogen afwijken.
De bestemming Wonen omvat alle percelen waarop woningen en bijbehorende bouwwerken zijn toegelaten en is nader aangeduid met de hoofdletter W. Tevens is ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel' detailhandel in dagelijkse boodschappen op de begane grond toegestaan.
De woninghoofdgebouwen dienen binnen de aanduidingsvlakken 'aaneengebouwd' en 'gestapeld' te worden gebouwd. Deze aanduidingsvlakken liggen in principe om de beoogde bebouwing. Hoofdgebouwen ten dienste van detailhandel en de parkeergarage dienen binnen de bouwvlakken opgericht te worden, uitsluitend op de begane grond.
Aangezien het plangebied in een geluidbelast gebied ligt, dient de beoogde invulling van het plangebied gedetailleerd bestemd te worden.
De akoestische situatie brengt met zich mee dat elk hoofdgebouw een geluidafschermende werking heeft ten aanzien van andere hoofdgebouwen. Zodoende hebben alle hoofdgebouwen een naast een maximaal toegestane bouwhoogte die niet mag worden overschreden ook een minimale goothoogte die niet mag worden onderschreden. Om akoestisch gezien een goed woon- en leefklimaat te kunnen garanderen, dienen er enkele geluidschermen opgericht te worden. Voor deze bouwwerken is een aparte aanduiding 'geluidscherm' opgenomen waarbij de toegestane hoogte 13,5 meter bedraagt.
Tevens is er een aanduiding 'specifieke bouwaanduiding-overbouwing' opgenomen. Ter plaatse van deze aanduiding is een geluidafschermende overdekte entreepartij gepland. Gronden met deze aanduiding mogen voor 100% bebouwd worden met een maximale hoogte van 20 meter.
Aangezien alle hoofdgebouwen, de geluidschermen en de entreepartij allen een akoestisch gezien noodzakelijke geluidwerende functie hebben, is voor deze bebouwing een omgevingsvergunning verplichting opgenomen waarbij is bepaald dat deze vergunning enkel verleend kan worden indien het slopen niet tot gevolg heeft dat er voor woningen in het plangebied of de omgeving daarvan niet meer voldaan wordt aan de bepalingen uit de Wet geluidhinder inclusief eventueel verleende hogere grenswaarden.
Het voorgenomen plan bevat voor een groot gedeelte van het plangebied op de begane grond parkeer- en detailhandelsfuncties. Om de oppervlakte aan detailhandel te beperken is hiervoor de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel- in dagelijkse boodschappen' opgenomen waarbij de maximale oppervlakte b.v.o. beperkt is. Deze aanduiding is ook aanwezig op gronden met de bestemming 'Gemengd'.
Enkel aan de C. Missetstraat is wonen op de begane grond toegestaan, hiervoor is de aanduiding 'wonen' opgenomen. Voor het overige is wonen enkel op de verdieping, bovenop de detailhandel of het dek van de parkeergarage toegestaan.
Op gronden met de bestemming Wonen is onder voorwaarden de uitoefening van een aan huis gebonden beroep of bedrijf dan wel een vrij beroep toegestaan. Voorwaarde daarvoor is dat de woonfunctie in alle gevallen de hoofdfunctie binnen de bestemming blijft. In beperkte mate mag bij de uitoefening van een aan huis gebonden beroep of bedrijf ook detailhandel plaatsvinden. Overige detailhandel is binnen de bestemming Wonen nadrukkelijk uitgesloten.
De algemene of aanvullende regels tenslotte vormen een set algemene regels die op alle onderdelen van het plan van toepassing zijn. De algemene regels bestaan onder meer uit afwijkings- en wijzigingsbepalingen.
De algemene gebruiksregel luidt dat het verboden is om gronden en opstallen te gebruiken in strijd met de bestemming. Gebruik ten behoeve van de realisering en/of handhaving van de bestemming of het normale onderhoud van de gronden en/of bouwwerken wordt toegelaten.
Bij de algemene aanduidingsregels zijn twee gebiedsaanduidingen opgenomen. Aangezien het plangebied gelegen is binnen de geluidzones van de Papierfabriek Doetinchem en het industrieterrein Verheulsweide is aanduiding 'geluidzone-industrie' opgenomen. Hierdoor kunnen alleen geluidgevoelige functies binnen het plangebied opgericht worden indien gevels doof uitgevoerd worden. Hiervan kan afgeweken worden wanneer aangetoond is dat voldaan wordt aan de bepalingen van de Wet geluidhinder alsmede het gemeentelijk geluidbeleid.
Tevens is de gebiedsaanduiding 'milieuzone - geurzone' opgenomen. Deze zone betreft de hindercontour van 30 meter rondom de gronden van het Waterschap Rijn en IJssel in verband met de aanwezigheid van een rioolgemaal. Op grond van deze gebiedsaanduiding zijn geurgevoelige objecten (bijvoorbeeld woningen) binnen de geurzone enkel toegestaan als middels onderzoek is aangetoond dat voldaan wordt aan een goed woon- en leefklimaat en/of goedkeuring van het waterschap is ontvangen.
De algemene afwijkingsregels voorzien in de mogelijkheid om bij een omgevingsvergunning op ondergeschikte onderdelen af te wijken van de regels van het bestemmingsplan. De in het plan opgenomen wijzigingsbevoegdheid laat meer ingrijpende afwijkingen toe en wordt daarom gekoppeld aan een zwaardere procedure dan die voor het bij een omgevingsvergunning afwijken van de regels.
In de loop van de tijd kan het gebruik van gronden of bouwwerken gaan afwijken van datgene wat mogelijk is op basis van het bestemmingsplan. In de overgangsregels wordt geregeld in hoeverre deze afwijkingen positief bestemd worden. Daar waar maten van bestaande legale bouwwerken op het moment van de terinzagelegging van het ontwerp meer bedragen dan is voorgeschreven in het nieuwe bestemmingsplan, gelden deze maten ingevolge het in het bestemmingsplan neergelegde overgangsrecht als maximum.
De naam van het plan wordt in de slotregel aangehaald.