direct naar inhoud van Artikel 5 Tuin
Plan: Bosstraat 50 - 2011
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0222.R39B075A-0004

Artikel 5 Tuin

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. tuinen en erven;
  • b. nutsvoorzieningen;
  • c. en bij de bestemming behorende bouwwerken en voorzieningen, behorende bij de op hetzelfde bouwperceel gelegen woning.
5.2 Bouwregels

Op de in lid 5.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend gebouwen en andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming 'Tuin' worden gebouwd.

5.2.1 Bijbehorende bouwwerken (erkers, toegangspartijen en overkappingen)

Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken in de vorm van erkers, toegangspartijen en overkappingen op gronden met de bestemming 'Tuin' gelden de navolgende regels:

  • a. Aan het hoofdgebouw mag een erker en/of een toegangspartij worden gebouwd, onder voorwaarden dat:
    • 1. de bouwhoogte maximaal 3 m mag bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte niet hoger mag worden dan de hoogte van de bovenkant van de eerste verdiepingsvloer van de woning, vermeerderd met 30 cm;
    • 2. de breedte maximaal 50 % van de breedte van de voorgevel van de woning mag bedragen;
    • 3. de diepte maximaal 1,5 m mag bedragen.
  • b. Voor het bouwen van een overkapping, gelden de navolgende regels:
    • 1. de oppervlakte mag maximaal 30 m2 bedragen;
    • 2. het bouwperceelsgedeelte met de bestemming 'Tuin' mag voor maximaal 50 % worden bebouwd;
    • 3. de goothoogte mag maximaal 3 m bedragen, uitgezonderd:
      • indien wordt aangebouwd aan een woning, geldt als maximum de hoogte van de bovenkant van de eerste verdiepingsvloer van die woning, vermeerderd met 30 cm;
      • indien wordt aangebouwd aan een bijbehorend bouwwerk, geldt als maximum de goothoogte van dat bouwwerk;
    • 4. de bouwhoogte mag maximaal 3,50 m bedragen, uitgezonderd:
      • indien wordt aangebouwd aan een bijbehorend bouwwerk, geldt een bouwhoogte die 50 cm hoger is dan de goothoogte van dat bijbehorend bouwwerk;
    • 5. de overkapping is aan maximaal drie zijden gesloten met wanden van een bestaand gebouw of een bestaand ander bouwwerk geen gebouw zijnde, zoals een erfafscheiding.
5.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwenvan bouwwerken geen gebouwen zijnde op gronden met de bestemming 'Tuin' gelden de navolgende regels:

  • a. de bouwhoogte van andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 1 m bedragen;
  • b. in afwijking van het bepaalde lid 5.2.2, sub a, mag de bouwhoogte van:
  • 1. speeltoestellen maximaal 3m bedragen.
  • 2. antennes, (tuin)verlichting, vlaggenmasten en vergelijkbare bouwwerken maximaal 6 m bedragen;
5.3 Nadere eisen
  • a. Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van het elders in deze regels bepaalde, nadere eisen stellen met betrekking tot:
    • 1. de goot- en bouwhoogte van andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
    • 2. de afmetingen van andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
    • 3. de oriëntering/situering van bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
    • 4. het aantal en de situering van parkeerplaatsen op het eigen terrein.
  • b. De nadere eisen mogen niet op onevenredige wijze het gebruik van bouwwerken en gronden aantasten.
5.4 Afwijken van de bouwregels
5.4.1 Bouwhoogte bijbehorend bouwwerk (overkapping)

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.2.2 sub b4 tot een bouwhoogte van maximaal 6 m, indien de stedenbouwkundige situatie ter plaatse zich er voor leent.

5.5 Wijzigingsbevoegdheid
5.5.1 Wonen

Burgemeester en wethouders kunnen, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, de bestemming 'Tuin' wijzigen in de bestemming 'Wonen', onder voorwaarden dat:

  • a. de ruimtelijke uitwerking van de wijziging aanvaardbaar is;
  • b. de uitvoerbaarheid van het wijzigingsplan moet zijn gewaarborgd.