direct naar inhoud van 2.3 Gemeentelijk beleid
Plan: Bosstraat 50 - 2011
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0222.R39B075A-0004

2.3 Gemeentelijk beleid

2.3.1 Groenstructuurplan Doetinchem

De groenstructuur van het plangebied bestaat hoofdzakelijk uit een groene afscheiding aan de randen. Hierdoor ontstaat er een groene ruimte tussen de nieuwe woningen en de bestaande omliggende bebouwing. Aan de westzijde wordt een waterpartij gerealiseerd die aansluit op de waterpartijen in de omgeving.

2.3.2 Wijken Voor Verkeer

Uitgangspunten bij de inrichting van de wegen binnen het plangebied zijn:

  • De functie van de weg conform het wegencategoriseringsplan, dit betekent voor het plangebied erftoegangswegen 30km/h.
  • De inrichting van de weg (het wegbeeld) moet het gewenste rijgedrag en de rijsnelheid 'afdwingen'.
  • Herkenbare inrichting van de verschillende verkeersruimtes door materiaal/kleur.
  • De (kwaliteit van de) leefomgeving staat centraal.
  • De weg dient na realisatie goed te beheren te zijn (beheerbewust ontwerpen).
  • Snelheidsremmende maatregelen worden getroffen in erftoegangsstraten en op gebiedstoegangsstraten waar kwetsbare verkeersdeelnemers de weg moeten kruisen.

De kwaliteit van de leefomgeving dient centraal te staan. Kunstmatig ingepaste maatregelen, zoals veel borden, bloembakken op de weg hebben vaak wel een kort effect op de rijsnelheid, maar zijn geen duurzame oplossingen. De omgeving en weg als geheel moeten zorgen voor het gewenste rijgedrag zodat deze kunstingrepen overbodig zijn.

Een duidelijk onderscheid aanbrengen tussen de verschillende verkeersruimtes zorgt er voor dat de verkeersdeelnemer duidelijk zijn plek en die van andere op de weg weet en zo de verkeersruimte op de juiste wijze gebruikt. Op drukke erftoegangsstraten is het belangrijk dat voetgangers veilig kunnen lopen op een trottoir. Voor rustige erftoegangsstraten kan worden overwogen alle verkeersdeelnemers gebruik te laten maken van dezelfde ruimte. Een smalle weg die gebruikt wordt door iedereen leidt tot een lagere rijsnelheid.

Fysieke maatregelen als drempels ondervinden een steeds grotere weerstand bij de gebruikers en omwonenden en hulpdiensten. Ze leiden tot trillingshinder en toename van de geluidsoverlast. Met deze bij-effecten moet al rekening worden gehouden bij het ontwerp. Bij voorkeur wordt gezocht naar maatregelen die een lagere snelheid afdwingen, maar die geen of beperkte bij-effecten hebben voor de leefomgeving en hulpdiensten.

2.3.3 Planologisch Beleid 2011

De uitgangspunten van het Planologisch beleid 2011 zijn verwerkt in het onderhavige bestemmingsplan Bosstraat 50 - 2011.