direct naar inhoud van Artikel 14 Sport
Plan: Dichteren - 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0222.R39B077A-0003

Artikel 14 Sport

14.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. sportvoorzieningen;
  • b. kinderopvang;
  • c. recreatie, alleen ten dienste van en ondergeschikt aan de in sub a genoemde bestemming;
  • d. horeca, alleen ten dienste van en ondergeschikt aan de in sub a genoemde bestemming;
  • e. detailhandel, alleen ten dienste van en ondergeschikt aan de in sub a. genoemde bestemming;
  • f. groen- en nutsvoorzieningen;

en bij de bestemming behorende bouwwerken en voorzieningen.

14.2 Bouwregels
14.2.1 Algemeen

Op de in lid 14.1 bedoelde gronden mogen alleen gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde ten dienste van de bestemming 'Sport' worden gebouwd.

14.2.2 Gebouwen en bijbehorende bouwwerken

Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen op gronden met de bestemming 'Sport' gelden de navolgende regels:

  • a. realisatie is alleen toegestaan binnen het bouwvlak;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' gelden de weergegeven maten;
  • c. in afwijking van het bepaalde in sub a zijn buiten het bouwvlak twee gebouwen (dug-outs) toegelaten bij het hoofdveld met een bouwhoogte van maximaal 2 m en een oppervlakte van maximaal 5 m2 per gebouw.
14.2.3 Bouwwerken geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde op gronden met de bestemming 'Sport' gelden de navolgende regels:

  • a. de bouwhoogte mag maximaal 2 m bedragen;
  • b. in afwijking van het bepaalde in sub a, mag de bouwhoogte van (constructies voor) reclameborden maximaal 3 m bedragen;
  • c. in afwijking van het bepaalde in sub a, mag de bouwhoogte van antennes, ballenvangers, speeltoestellen, verlichting, vlaggenmasten en vergelijkbare bouwwerken maximaal 15 m bedragen.
14.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van het bepaalde in lid 14.2, op gronden met de bestemming 'Sport' nadere eisen stellen met betrekking tot:

  • a. dakvormen, dakhellingen en nokrichtingen van bouwwerken;
  • b. de bouw- en goothoogte van bouwwerken;
  • c. de afmetingen van bouwwerken;
  • d. het aantal en de situering van bouwwerken;
  • e. het aantal en de situering van parkeerplaatsen op eigen terrein;

onder voorwaarde dat de nadere eisen niet op onevenredige wijze een doelmatig gebruik van gronden en bouwwerken in de weg staan.

14.4 Afwijken van de bouwregels
14.4.1 Gebouwen en bijbehorende bouwwerken buiten bouwvlak

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 14.2.2 sub a voor het bouwen van gebouwen en bijbehorende bouwwerken buiten het bouwvlak, onder voorwaarden dat:

  • a. het bouwperceel aan de zijde waar de bouwgrens wordt overschreden grenst aan openbaar gebied, waarop een groen-, natuur-, water-, verkeers- of daarmee vergelijkbare bestemming rust;
  • b. de afstand van gebouwen en bijbehorende bouwwerken tot dat gebied minimaal 2 meter bedraagt;
  • c. de naar de weg gekeerde bouwgrens niet wordt overschreden;
  • d. de ruimtelijke uitwerking van de afwijking aanvaardbaar is;
  • e. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden aangetast;
  • f. de logistieke afwikkeling op eigen terrein blijft plaats vinden;
  • g. het parkeren door gebruikers en bezoekers op eigen terrein gewaarborgd is;
  • h. de bouwregels van lid 14.2.2 in acht worden genomen.
14.4.2 Luifels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 14.2.3 sub a voor het bevestigen van een luifel aan een hoofdgebouw, onder voorwaarden dat:

  • a. de luifel wordt bevestigt aan de voorgevel en/of zijgevel van het hoofdgebouw;
  • b. de luifel maximaal 1,50 m uit de gevel van het hoofdgebouw mag steken;
  • c. de ruimtelijke uitwerking van de afwijking aanvaardbaar is;
  • d. de breedte van de luifel niet meer dan de totale breedte van de gevel waaraan de luifel wordt bevestigt met aan weerszijden een overstek van 0,75 m mag bedragen;
  • e. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden aangetast.
14.5 Wijzigingsbevoegdheid
14.5.1 Cultuur en Ontspanning, Maatschappelijk

Burgemeester en wethouders kunnen, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, de bestemming 'Sport' wijzigen in de bestemming 'Cultuur en Ontspanning' of in de bestemming 'Maatschappelijk', onder voorwaarden dat:

  • a. de bouw- en gebruiksregels van de bestemming 'Cultuur en Ontspanning' respectievelijk de bestemming 'Maatschappelijk' gaan gelden;
  • b. de wijziging passend is binnen de bestaande ruimtelijk structuur;
  • c. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden aangetast
  • d. de uitvoerbaarheid van het wijzigingsplan gewaarborgd is.