direct naar inhoud van 2.2 Provinciaal beleid
Plan: Wehl 2008 Didamseweg 30
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0222.R50H223A-0002

2.2 Provinciaal beleid

2.2.1 Streekplan Gelderland 2005
2.2.1.1 Beleidsuitgangspunten

Het Streekplan Gelderland 2005, kansen voor de regio, d.d. 29 juni 2005, (Concept herziening herbegrenzing EHS d.d. 13 februari 2008) bevat de beleidskaders voor de ruimtelijke ontwikkeling in Gelderland voor de komende 10 jaar.

Hoofddoel van het streekplan is de ruimtebehoefte zorgvuldig in regionaal verband te accommoderen en te bevorderen. De publieke en private partijen moeten daarin de benodigde ruimte vinden, op een wijze die meervoudig ruimtegebruik stimuleert, duurzaam is en de regionale verscheidenheid versterkt, gebruik makend van de aanwezige identiteiten en ruimtelijke kenmerken. Concrete doelstellingen daarbij zijn:

  • Sterke stedelijke netwerken en regionale centra bevorderen;
  • Versterken van de economische kracht en de concurrentiepositie van Gelderland;
  • Bevorderen van een duurzame toeristische-recreatieve sector in Gelderland met een bovengemiddelde groei;
  • De vitaliteit van het landelijk gebied en de leefbaarheid van daarin aanwezige kernen versterken;
  • De waardevolle landschappen verbeteren en de Ecologisch Hoofdstructuur realiseren;
  • De watersystemen veilig en duurzaam afstemmen op de veranderende wateraanvoer en waterafvoer en de benodigde waterkwaliteit;
  • Een gezonde en veilige milieu(basis)kwaliteit bewerkstelligen;
  • Met ruimtelijk beleid bijdragen aan de verbetering van de bereikbaarheid van en in de provincie;
  • Bijdragen aan een evenwichtige regionaal gedifferentieerde ruimtelijke ontwikkeling, door de cultuurhistorische identiteiten en ruimtelijke kenmerken als inspiratiebron te hanteren in de ruimtelijke planning.

afbeelding "i_NL.IMRO.0222.R50H223A-0002_0002.png"

Streekplankaart: Ruimtelijke ontwikkeling, uitsnede grondgebied gemeente Doetinchem


De ruimtelijke hoofdstructuur in het streekplan is tweeledig; het rode raamwerk en het groenblauwe raamwerk. Het rode raamwerk heeft betrekking op de gebieden met hoogdynamische functies zoals de hoofdinfrastructuur en de intensieve vormen van ruimtegebruik.

De delen die buiten het rode en groenblauwe raamwerk vallen liggen in het multifunctioneel gebied. Op dit gebied wordt door de provincie geen expliciete provinciale sturing gericht. Wel worden handreikingen gegeven ten aanzien van landbouw, landschap, recreatie en toerisme, functieverandering, verevening, nieuwe landgoederen en bossen.

Het plangebied is gelegen binnen het multifunctioneel gebied. In deze gebieden wordt er gestreeft naar meervoudig ruimtegebruik.

2.2.1.2 Generiek beleid

Hoofddoel van het streekplanbeleid is het scheppen van ruimte voor de verschillende ruimtevragende functies op het beperkte oppervlak. Om krachtige steden en vitale regio's te bevorderen zijn de belangrijkste uitgangspunten "bundeling van verstedelijking aan/nabij infrastructuur" en het "organiseren in stedelijke netwerken".

In het provinciaal beleid voor stedelijke ontwikkeling wordt onderscheid gemaakt tussen"bestaand bebouwd en stedelijke uitbreiding. Het accent van de provinciale beleidsambities ligt op de vernieuwing en het beheer en onderhoud van bestaand bebouwd gebied.

2.2.1.3 Toetsing

De realisatie van een woonzorgerf betreft een stedelijke maatschappelijke functie die past binnen het bebouwd gebied. Er is sprake van een binnenstedelijke ontwikkeling en daarmee wordt voldaan aan het provinciale beleid zoals verwoord in het Streekplan Gelderland 2005. Er wordt zuinig en zorgvuldig met de beschikbare ruimte omgegaan.

Voor het overige staan in het Streekplan Gelderland 2005 geen specifieke ontwikkelingen beschreven voor het plangebied. De ontwikkeling draagt bij aan het versterken van de sociale vitaliteit van de kern Wehl.

2.2.2 Streekplanuitwerking zoekzones stedelijke functies en landschappelijke versterking
2.2.2.1 Algemeen

In de streekplanuitwerking zoekzones stedelijke functies en landschappelijke versterking, d.d. 12 december 2006, wil de provincie voorzien in voldoende ruimtelijke reservering voor de behoefte aan stedelijke functies en een kwaliteitsslag bevorderen in het landelijk gebied. Met de streekplanuitwerking wil de provincie de procedures voor gemeentelijke plannen binnen deze zoekzones vereenvoudigen.

De zoekzones wonen, werken en kleine kernen zijn voor Doetinchem op onderstaande kaart weergegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0222.R50H223A-0002_0003.png"

Uitsnede streekplankaart, rood: zoekzones wonen, paars: zoekzones werken, zwart: zoekzones kleine kernen

2.2.2.2 Uitgangspunten zoekzones

Het beleid voor deze 'zoekzones' is gericht op het versterken van de ruimtelijke kwaliteit en het benutten van de functionele mogelijkheid via herstructurering. Het streekplan gaat ervan uit dat "rood" primair via functieverandering, hergebruik bestaande bebouwing en woningsplitsing wordt gerealiseerd. Incidenteel kan nieuwbouw plaatsvinden. De zoekzones voor 'landschappelijke versterking' zijn de gebieden waar het landschap moet worden versterkt en waar slechts incidenteel en op beperkte schaal woningen mogen worden gebouwd. De opgestelde gemeentelijke visies van de betrokken gemeenten zijn een basis geweest voor het vaststellen van deze zoekzones. De nieuwe woningen moeten qua vormgeving en ligging passen bij de (nieuwe) identiteit van de streek. Belangrijk criterium is de vraag of de initiatieven de ruimtelijke kwaliteit versterken, de toegankelijkheid vergroten en bijdragen aan duurzaam beheer. De status van de aanduiding landschappelijke versterking is indicatief. Concretisering zal plaatsvinden bij uitwerking in gebiedsplannen en het opstellen van vereveningsregelingen.

2.2.2.3 Toetsing

Voor het plangebied staan in de streekplanuitwerking zoekzones geen specifieke ontwikkelingen beschreven. Het plangebied grenst direct aan de oostzijde aan een zoeklocatie "Wonen". Opgemerkt wordt dat het plangebied is gelegen in een binnenstedelijke locatie en dat de ontwikkeling in overeenstemming is met het uitgangspunt om voorzieningen in dorpen en steden te concentreren. Het plan draagt bij aan de sociale vitaliteit en wordt zodanig landschappelijk ingepast dat het plangebied een landelijk karakter krijgt.

2.2.3 Belvoir 3, Cultuurhistorisch beleid 2009-2012
2.2.3.1 Algemeen

De nota Belvoir 3 is op 23 februari 2009 door Provinciale Staten vastgesteld. Belvoir 3 is een vervolg op Belvoir 1 (draagvlak en besef) en Belvoir 2 (kaders). Belvoir 3 is volledig gericht op uitvoering van de in Belvoir 2 aangewezen Belvoirgebieden.

In de gemeente Doetinchem worden twee Belvoirgebieden onderscheiden "Achterhoek rond het natte midden" en "Oude riviervlakte: Liemers". Het plangebied is gelegen in het deelgebied (A11) 'Liemers'.

afbeelding "i_NL.IMRO.0222.R50H223A-0002_0004.png"

Uitsnede plankaart Archeologisch beleidskader

2.2.3.2 Oude riviervlakte: Liemers

Huidige verschijningsvorm:

De Liemers is aan de ene kant druk door de nabijheid van Arnhem en de vanaf Arnhem langs de A12 aaneengeschakelde woon- en werkgebieden van Westervoort en Zevenaar, maar aan de andere kant rustig en groen zoals in de Rijnstrangen. Dat het land door het (leven met het) rivierwater is gemaakt is overal merkbaar: dijkzones van Rijn en IJssel met uiterwaarden en steenfabrieken, het Pannerdensch Kanaal, tal van oude rivierarmen, vlak grasland doorsneden met sloten. Een afwijkend deel is Montferland dat als beboste hoogte in het rivierenlandschap ligt.

Streefbeeld de Liemers 2016:

De historische dimensie van de Rijnstrangen is in stand gehouden en in Montferland is de verbinding tussen historische bebouwing en landerijen versterkt. De Rijnstrangen zijn Gelders Erfgoed geworden als overblijfselen van tijden met wateroverlast. Kasteel Bergh samen met de landerijen zijn beschermd.

2.2.3.3 Doelstelling en uitvoering

De centrale doelstelling van de nota is het realiseren van betekenisvolle plekken en daarmee een duurzame leefomgeving. Met betekenisvolle plekken bedoelt de provincie wenselijke, zich onderscheidende, sociaal en economisch succesvolle plaatsen. In de nota worden drie opgaven geformuleerd om de doelstelling te behalen:

  • 1. Realisatie van duurzaam functioneel gebruik van de cultuurhistorie. Wat heb ik aan cultuurhistorie en wat kan ik ermee? de provincie streeft naar een duurzame wijze van zorgen, borgen en genieten van de cultuurhistorie;
  • 2. Op basis van de streefbeelden 2016 realisatie van de gezamenlijke cultuurhistorische programma's en projecten;
  • 3. Realisatie van definitieve maatschappelijke verankering van cultuurhistorie en borging met behulp van geldende regelgeving.


Voor realisatie is bij de nota is een interim-kader opgesteld over hoe de provincie in de periode 2009-2012 haar medeverantwoordelijkheid voor het Gelders archeologisch erfgoed wil invullen. Het interim-kader deelt Gelderland op in gebieden van groot provinciaal belang, de parels en gebieden van potentieel provinciaal belang, de ruwe diamanten.

Voor de parels stuurt de provincie via samenwerking met de gebiedspartners op verantwoord onderzoek, behoud door ontwikkeling en bescherming. Voor de ruwe diamanten laat de provincie de verantwoordelijkheid voor archeologische onderzoek aan de gemeenten.

2.2.3.4 Toetsing

Ten behoeve van de ontwikkeling van dit plangebied is een archeologisch bureauonderzoek uitgevoerd. Derhalve wordt verwezen naar paragraaf 4.9, waar nader wordt ingegaan op het aspect archeologie.

2.2.4 Waterplan Gelderland 2010-2015

In het Waterplan Gelderland 2010-2015 wordt met betrekking tot stedelijk gebied aangegeven, dat inrichting en beheer van het waterhuishoudkundig systeem gericht zijn op:

  • het voorkomen en beperken van wateroverlast;
  • de ontwikkeling en het behoud van de natuur in het stedelijk gebied;
  • het voorkomen van zettingen;
  • het herbenutten van ontwateringswater voor drink- en industriewatervoorziening of voor herstel van verdroogde natuur;
  • het weren van (diepe) drainage en het voorkomen van instroming van oppervlaktewater op de riolering;
  • het beperken van de vuilbelasting door riooloverstorten;
  • het beperken van de invloed van bronbemaling;
  • het realiseren van de basiskwaliteit voor oppervlaktewater.


De waterketen in stedelijk gebied is zodanig ingericht dat deze geen negatieve invloed heeft op het grond- en oppervlaktewater. Stedelijke ontwikkelingen en stedelijke herinrichting en herstructurering dient "waterneutraal" te zijn en wordt benut om het watersysteem waar nodig op orde te brengen en te verduurzamen.

Voor het plangebied staan in het waterplan geen specifieke doelstellingen beschreven. Er is momenteel geen sprake van wateroverlast en het voornemen gaat uit van het realiseren van woonzorgeenheden in een groene omgeving, waardoor er voldoende ruimte beschikbaar blijft waar hemelwater kan infiltreren in de grond. Voor een nadere toelichting voor wat betreft aspect water wordt verwezen naar paragraaf 4.8.

2.2.5 Omgevingsverordening Gelderland

Op 1 juli 2008 is de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro) met de daarbij behorende Invoeringswet in werking getreden. Hierbij is een nieuw stelsel van verantwoordelijkheidsverdeling tussen Rijk, provincies en gemeenten ontstaan. Belangrijke uitgangspunten van de Wro zijn het duidelijke onderscheid tussen beleid, normstelling en uitvoering en het beginsel dat normstelling plaatsvindt door het meest geschikte overheidsorgaan. Normstelling op een hoger niveau vindt plaats indien een beleidsonderdeel niet op doelmatige of doeltreffende wijze door een lager overheidsorgaan kan worden behartigd bij of krachtens provinciale verordening.

In dit kader heeft Provinciale Staten van Gelderland op 15 december 2010 de Ruimtelijke Verordening Gelderland vastgesteld. De regels uit de provinciale verordening dienen doorwerking te vinden in gemeentelijke bestemmingsplannen.

Het plangebied ligt in het bestaande bebouwde kom, zoals ook aangegeven in de kaart van de omgevingsverordening. De verordening bevat geen regels waarmee dit bestemmingsplan in strijd is.