direct naar inhoud van Artikel 30 Waarde - Ecologie
Plan: Buitengebied - 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0222.R07B300A-0002

Artikel 30 Waarde - Ecologie

30.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Ecologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daarop rustende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en instandhouding van de aangrenzende voor verdroging gevoelige natuur- en moerasgebieden, met dien verstande dat in geval van strijdigheid van de regels van de bestemming 'Waarde - Ecologie' met een andere op deze gronden rustende bestemming, de regels van de bestemming 'Waarde - Ecologie' vóór de regels van de andere bestemming gaan.

30.2 Bouwregels
30.2.1 Kwekerijen

In afwijking van het bepaalde in de andere ter plaatse voorkomende bestemmingen geldt dat ter plaatse van de bestemming 'Waarde - Ecologie' geen kwekerijen zijn toegelaten.

30.2.2 Bouwen ten behoeve van andere voorkomende bestemming(en)

Het bouwen overeenkomstig andere ter plaatse voorkomende bestemming(en) is toegestaan, onder voorwaarden dat:

  • a. het bouwwerk geen belemmering vormt voor de bescherming en de instandhouding van de aanwezige flora en fauna in het gebied;
  • b. vooraf advies is ingewonnen bij de afdeling van de gemeente Doetinchem die verantwoordelijk is voor het flora- en faunabeleid;
  • c. in aanvulling op sub b kunnen burgemeester en wethouders advies inwinnen bij een extern deskundige, als er geen verantwoorde belangenafweging kan worden gemaakt.
30.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
30.3.1 Algemeen

Het is verboden om zonder omgevingsvergunning op gronden met de bestemming 'Waarde - Ecologie' de navolgende werken en werkzaamheden uit te voeren of uit te doen voeren:

  • a. het verlagen van de bodem en het afgraven, ophogen en egaliseren van de gronden;
  • b. het aanleggen en dempen van watergangen, sloten, weidegreppels en andere waterpartijen;
  • c. werken of werkzaamheden die wijziging van de waterhuishouding of waterstand beogen of tot gevolg hebben, zoals uitdiepen of draineren;
  • d. het bebossen of anderszins beplanten met houtopstanden, waaronder ook begrepen het telen en kweken van bomen en heesters (inclusief fruitbomen en boomgaarden);
  • e. diepploegen, dat wil zeggen het extra diep omploegen van de gronden waarbij de kruidlaag volledig wordt omgeploegd, vanaf een diepte van 0,3 m;
  • f. het scheuren van grasland;
  • g. het aanbrengen, dan wel wijzigen van drainagesystemen;
  • h. het aanbrengen van bovengrondse en ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur, met uitzondering van het aanbrengen van leidingen voor de aansluiting van percelen op het openbare voorzieningennet;
  • i. het verrichten van exploitatieboringen en seismologisch onderzoek;
  • j. het aanleggen en/of verharden van wegen en paden en het aanleggen en/of het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
  • k. het uitvoeren van heiwerken en/of het indrijven van scherpe voorwerpen in de bodem.
30.3.2 Uitzonderingen

Geen omgevingsvergunning is vereist als:

  • a. de werken c.q. werkzaamheden het normale onderhoud betreffen, met inbegrip van onderhoudswerkzaamheden aan en vervangingswerkzaamheden van verhardingen, beplantingen en (tracés van) kabels en leidingen;
  • b. op basis van een natuurwaardenonderzoek is aangetoond dat eventueel aanwezige ecologische waarden niet onevenredig (kunnen) worden aangetast danwel bij besluit van de bevoegde minister vrijstelling van afwijking van de Flora- en faunawet is verleend; of
  • c. het werken en werkzaamheden betreft die:
30.3.3 Advies deskundige

Alvorens te beslissen op een verzoek om een omgevingsvergunning wint het bevoegd gezag advies in bij de afdeling van de gemeente Doetinchem die verantwoordelijk is voor het flora -en faunabeleid. In aanvulling op het hiervoor gestelde kunnen burgemeester en wethouders advies inwinnen bij een extern deskundige, als er geen verantwoorde belangenafweging kan worden gemaakt.

30.3.4 Voorwaarden
  • a. Als het perceel, waarvoor een omgevingsvergunning is gevraagd, voorzien is van de aanduiding 'ehs - natuur', 'ehs - verweven' of 'ehs - verbindingszone', dan gelden de 'spelregels voor mitigatie, compensatie en saldering' voor de ehs, zoals opgenomen is in artikel 18.6 van de Ruimtelijke verordening Gelderland;
  • b. als het perceel, waarvoor een omgevingsvergunning is gevraagd, niet voorzien is van de aanduiding 'ehs - natuur', 'ehs - verweven' of 'ehs - verbindingszone', maar wel in een bos- of natuurgebied ligt, dan gelden voor compensatie van de natuur of het bos wat verloren gaat de eisen die genoemd zijn in die provinciale 'Richtlijn compensatie natuur en bos'.