direct naar inhoud van 2.3 Provinciaal beleid
Plan: Hamburgerbroek-Intermecoterrein 2010
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0222.R35B031A-0003

2.3 Provinciaal beleid

2.3.1 Streekplan Gelderland 2005

Het Streekplan Gelderland 2005, kansen voor de regio, d.d. 29 juni 2005, (herziening herbegrenzing EHS d.d. 1 juli 2009) bevat de beleidskaders voor de ruimtelijke ontwikkeling in Gelderland voor de komende 10 jaar.

Hoofddoel van het streekplan is de ruimtebehoefte zorgvuldig in regionaal verband te accommoderen en te bevorderen. De publieke en private partijen moeten daarin de benodigde ruimte vinden, op een wijze die meervoudig ruimtegebruik stimuleert, duurzaam is en de regionale verscheidenheid versterkt, gebruik makend van de aanwezige identiteiten en ruimtelijke kenmerken. Concrete doelstellingen daarbij zijn:

  • Sterke stedelijke netwerken en regionale centra bevorderen;
  • Versterken van de economische kracht en de concurrentiepositie van Gelderland;
  • Bevorderen van een duurzame toeristische-recreatieve sector in Gelderland met een bovengemiddelde groei;
  • De vitaliteit van het landelijk gebied en de leefbaarheid van daarin aanwezige kernen versterken;
  • De waardevolle landschappen verbeteren en de Ecologisch Hoofdstructuur realiseren;
  • De watersystemen veilig en duurzaam afstemmen op de veranderende wateraanvoer en waterafvoer en de benodigde waterkwaliteit;
  • Een gezonde en veilige milieu(basis)kwaliteit bewerkstelligen;
  • Met ruimtelijke beleid bijdragen aan de verbetering van de bereikbaarheid van en in de provincie;
  • Bijdragen aan een evenwichtige regionaal gedifferentieerde ruimtelijke ontwikkeling, door de cultuurhistorische identiteiten en ruimtelijke kenmerken als inspiratiebron te hanteren in de ruimtelijke planning.

afbeelding "i_NL.IMRO.0222.R35B031A-0003_0003.jpg"

Afbeelding 2.1: Streekplankaart: Ruimtelijke ontwikkeling, uitsnede Doetinchem

De ruimtelijke hoofdstructuur in het streekplan is tweeledig; het rode raamwerk en het groenblauwe raamwerk. Het rode raamwerk heeft betrekking op de gebieden met hoogdynamische functies zoals de hoofdinfrastructuur en de intensieve vormen van ruimtegebruik. Algemene doelstellingen van het rode raamwerk zijn:

  • ontwikkeling stedelijke netwerken en sterke regionale centrumsteden;
  • zorgen voor voldoende recreatie en (buffer)groen tussen en bij steden (GIOS);
  • realisering landbouwontwikkelingsgebieden;
  • ontwikkeling intensieve teeltgebieden (ITG).

Specifiek voor de Achterhoek wordt genoemd:

  • Stedelijke transformatie: Doetinchem-Hamburgerbroek;
  • GIOS: Doetinchem-Wehl;
  • Uitvoering reconstructieplan.

Het groenblauwe raamwerk heeft betrekking op functies en kwaliteiten die afhankelijk zijn van een lage ruimtelijke dynamiek en welke kwetsbaar zijn voor intensieve vormen van ruimtegebruik. Algemene doelstellingen va het groenblauwe raamwerk zijn:

  • Bescherming bestaande natuur en waardevolle open gebieden;
  • Behoud en ontwikkeling ecologische verbindingszones (EVZ);
  • Afbakening en bescherming waterbergingsgebieden;
  • Maatregelen Ruimte voor de Rivier.

Specifiek voor de Achterhoek wordt genoemd:

  • Behoud en ontwikkeling EV: Groenblauwe as Graafschap-Winterswijk.

De delen die buiten het rode en groenblauwe raamwerk vallen liggen in het multifunctioneel gebied. Op dit gebied wordt door de provincie geen expliciete provinciale sturing gericht. Wel worden handreikingen gegeven ten aanzien van landbouw, landschap, recreatie en toerisme, functieverandering, verevening, nieuwe landgoederen en bossen.

Het plangebied Intermecoterrein is gelegen binnen het rode raamwerk. Het streekplan geeft over de omgeving van het plangebied het volgende:

"Het centrum van Doetinchem is een kansrijk knooppunt door de goede bereikbaarheid per openbaar vervoer. Het tegen het centrum gelegen bedrijventerrein Hamburgerbroek wordt omgevormd voor centrumfuncties en functies behorende bij een stationslocatie."

Voor het overige staan in het Streekplan Gelderland 2005 geen specifieke ontwikkelingen beschreven voor het plangebied. De ontwikkeling sluit aan op de doelstellingen zoals aangegeven in het streekplan.

2.3.2 Provinciaal Beleidskader Archeologie

Het Provinciaal Beleidskader Archeologie van de provincie Gelderland (vastgesteld door Provinciale Staten op 10 maart 2009), beschrijft het provinciale beleid voor waardevolle archeologische gebieden die bepalend zijn voor de cultuurhistorische identiteit van de provincie.

Door een toenemende ruimtelijke dynamiek staat er druk op het gebruik van de ruimte, hierdoor loopt het bodemarchief gevaar. Toch liggen er nog volop kansen om de rijkdom aan cultuurhistorie en bodemschatten een prominente rol te laten spelen bij ruimtelijke ontwikkelingen. Door de Wet op de archeologische monumentenzorg en de Wet ruimtelijke ordening worden daarvoor volop kansen geboden. De provincie wil deze kansen benutten door:

  • gebieden aan te wijzen die van bijzonder belang zijn voor de cultuurhistorische identiteit van de provincie;
  • gemeenten en waterschappen te ondersteunen bij de vertaling van archeologische belangen in hun ruimtelijke plannen en projecten;
  • voor waardevolle gebieden richtlijnen te geven voor verantwoord archeologisch onderzoek.

Het archeologisch beleidskader deelt Gelderland op in gebieden zonder provinciaal archeologisch belang en gebieden van groot provinciaal belang, de parels:

Voor de Gelderse parels stuurt de provincie via onderhandeling en indien mogelijk via samenwerking actief op bescherming, behoud door ontwikkeling en verantwoord onderzoek. Binnen de gemeente Doetinchem zijn provinciaal archeologisch waardevolle gebieden aanwezig. Het plangebied is niet gelegen in zo'n waardevol gebied. Het provinciale beleid geeft aan dat de verantwoordelijkheid op het gebied van archeologie voor gebieden binnen de bebouwde kom, met uitzondering van plaatsen met een historische kern, bij de desbetreffende gemeenten ligt. In het kader van het Masterplan De Schil is onder meer voor het plangebied een archeologisch onderzoek opgesteld. In paragraaf 4.3.3 wordt hier nader op ingegaan.

2.3.3 Waterplan Gelderland 2010-2015

In het Waterplan Gelderland 2010-2015 wordt met betrekking tot stedelijk gebied aangegeven, dat inrichting en beheer van het waterhuishoudkundig systeem gericht zijn op:

  • het voorkomen en beperken van wateroverlast;
  • de ontwikkeling en het behoud van de natuur in het stedelijk gebied;
  • het voorkomen van zettingen;
  • het herbenutten van ontwateringswater voor drink- en industriewatervoorziening of voor herstel van verdroogde natuur;
  • het weren van (diepe) drainage en het voorkomen van instroming van oppervlaktewater op de riolering;
  • het beperken van de vuilbelasting door riooloverstorten en hemelwateruitlaten;
  • het realiseren van de basiskwaliteit voor oppervlaktewater;
  • het beperken van de invloed van bronbemaling.

De waterketen in stedelijk gebied is zodanig ingericht dat deze geen negatieve invloed heeft op het grond- en oppervlaktewater. Stedelijke ontwikkelingen en stedelijke herinrichting en herstructurering dienen “waterneutraal” te zijn en worden benut om het watersysteem waar nodig op orde te brengen en te verduurzamen.

Voor het plangebied Intermecoterrein, staan in het waterhuishoudingsplan geen specifieke doelstellingen beschreven. De ontwikkeling houdt rekening met de doelstellingen zoals aangegeven in het plan. In paragraaf 4.3.2 wordt nader op het aspect water ingegaan.