Bombardementen

De stad werd op 19 maart 1945 om tien over half negen 's morgens getroffen door een eerste bombardement door Britse vliegtuigen. Vermoed wordt dat de geallieerden het op een Duits reparatiedepot of een verbindingscentrum gemunt hadden. Een deel van de dodelijke lading kwam echter terecht in de Waterstraat en verwoestte zo een deel van de binnenstad.

Twee dagen later, op 21 maart, om vijf voor vijf 's middags, was het wederom raak. Opnieuw troffen geallieerde bommen de Doetinchemse binnenstad. De Catharinakerk vatte vlam en de toren stortte in. Ook vielen er bommen op de hoek van de Terborgseweg en de Wilhelminastraat. Het noodhospitaal dat in een kweekschool was ingericht werd getroffen en ook de brandweerkazerne werd verwoest, waardoor de vlammen in de brandende binnenstad vrij spel kregen.

Weer twee dagen later, op vrijdag 23 maart, 's avonds om half acht, vielen er opnieuw geallieerde bommen, ditmaal in de Grutstraat en op de loodsen en werkplaatsen van de Gelderse Tram Wegen.

In totaal vielen er alleen al door deze bombardementen meer dan 140 dodelijke slachtoffers. De binnenstad lag in puin.

Op deze momenten, 19 maart om 8.40 uur, 21 maart om 16.55 uur en 23 maart om 19.30 uur, luiden alle kerkklokken ter nagedachtenis aan de slachtoffers.

Ook is er een uitgebreid gratis toegankelijk herdenkingsprogramma met lezingen, een stadswandeling, foto’s en filmbeelden en muziek.

Bombardementen op Doetinchem 1945 

 

 

 

 

 

Foto uit collectie Jan Massink, vrijgegeven door Erfgoedcentrum Achterhoek en Liemers