Plan: | Verheulsweide - Vredesteinterrein 2010 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0222.R04B102A-0005 |
Doetinchem was eeuwenlang een kleine stad, omringt door wallen, een stadsmuur en grachten. Aan deze eivormige verdedigingswerken ontleent de historische binnenstad zijn naam. Het gebied rondom het oude centrum bleef lang onbebouwd. Ook Hamburgerbroek was toendertijd agrarisch gebied. Lange wegen met hier en daar boerderijen verbonden Doetinchem met omliggende dorpen. Ook na 1672, toen de verdedigingsring verwoest werd, bleef de ruimte binnen het Ei voldoende voor de ontwikkeling van de stad.
Vanaf ongeveer 1860 nam de dynamiek in de stad toe. De industrialisatie kwam op gang. In een ruime schil rond het oude centrum begon de verstedelijking. Woongebied 'de Pas' en ook de eerste fabrieken van Hamburgerbroek ontstonden.
Afbeelding 3.1: Doetinchem in 1928
Gaandeweg de twintigste eeuw raakte Hamburgerbroek geheel verstedelijkt. Bedrijven als Intermeco, Eijmers, Sturko en de papierfabriek hadden uitgestrekte terreinen in gebruik. De Terborgseweg had zich 'verdicht' tot een aaneengesloten lint van bebouwing met diverse functies.
Afbeelding 3.2: Situatietekening '30, De Vereenigde IJzerfabrieken 'De Vijf'
De Vredesteinfabriek was gevestigd in de oude gebouwen van de electromotorenfabriek ‘De Vijf’ (Verenigde IJzer Fabrieken), op het Hamburgerbroek. Deze machinefabriek werd in 1920 gesticht door Rento Wolter Hendrik Hofstede Crull (oud-directeur van de Heemaf in Hengelo). De forse fabriek van 70 bij 100 meter werd in 1925 na stormschade en in 1929 na blikseminslag hersteld. Vanwege de crisis ging de fabriek in 1933 in liquidatie.
In 1933 kocht Vredestein de gebouwen van N.V. De Vereenigde IJzerfabrieken (De Vijf). Op 6 augustus 1934 werd de eerste fietsband geproduceerd.
Er volgde een verbouwing van de gebouwen naar plannen van de bekende industriearchitect J.D. Postma uit Deventer. Deze verzorgde ook de uitbreiding van de fabriek in 1937 en van fabriek en kantoor in 1949. In 1959 werkten in Doetinchem 1.000 werknemers. Dat was in 1998 geslonken tot 200. Eind 999 verplaatste men de productie naar lage lonenlanden en werd de vestiging te Doetinchem in 2001 gesloten. De gebouwen zijn op de schoorsteen en een stukje ketelhuis na in 2004 gesloopt. De resterende delen zijn gemeentelijk monument.
Afbeelding 3.3: Foto gemeentelijk monument, schoorsteen en ketelhuis.
Vanaf 1945 groeide Doetinchem met grote aaneengesloten nieuwe woongebieden uit tot
een centrum in de regio. Hamburgerbroek kwam centraal in de stad te liggen. Aan de noordkant van Hamburgerbroek maakte de binnenstad een sprong buiten het Ei met de bouw van het
stadhuis en het politiebureau. De Terborgseweg en de C. Missetstraat kregen een belangrijke
verkeersfunctie voor de binnenstad.
De laatste decennia beëindigden veel bedrijven hun activiteiten. Het gevolg voor Hamburgerbroek was leegstand en verval. Hier en daar werden de complexen door laagwaardige detailhandel of andere bedrijvigheid in gebruik genomen.
De huidige situatie biedt kansen voor de herontwikkeling van het plangebied, waarbij aansluiting wordt gezocht met het centrum van Doetinchem.