Plan: | De Pas 2010 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0222.R06B077A-0004 |
Historie
Door de verkeersontwikkeling was Doetinchem al rondom de eeuwwisseling een potentieel centrum in de Achterhoek geworden. Wat betreft het onderwijs was deze centrumpositie reeds bereikt. Na de Eerste Wereldoorlog volgde de feitelijke totstandkoming van de centrumfunctie van Doetinchem, met name met betrekking tot de industriële werkgelegenheid en de positie van de veemarkt.
In 1920 werden Stad- en Ambt-Doetinchem samengevoegd. Het grondgebied waarop De Pas (feitelijk het Pas-kwartier) gebouwd is, hoorde tot wat rond 1300 het "Schependom" heette.
Het Schependom was een rechtsgebied van Stad-Doetinchem, gelegen tussen Stad- en Ambt-Doetinchem in, waar de oorspronkelijke "vrijheden van Stad-Doetinchem" (binnen de wallen) ook golden. Door deze samenvoeging versnelde de ontwikkeling van Doetinchem en konden de uitbreidingen van het stadsplan, om de bevolkingsgroei op te vangen, op een meer systematische wijze worden ontwikkeld dan voorheen. Het bloeiende onderwijs, de groeiende werkgelegenheid in de gezondheidszorg en het aantrekken van kader door het bedrijfsleven, zorgde voor versterking van de welvarende middenklasse. Een groot deel van de vele aantrekkelijke landhuisjes en villa's in de Wrange, de Kruisberg, op de Vijverberg én rond de Pas dateren van die tijd.
In het plangebied zijn nog een aantal historische gegevens aanwezig. Op de hoek Doctor Huber Noodtstraat/J F Kennedylaan bevindt zich de oude, buiten gebruik gestelde, begraafplaats van Ambt-Doetinchem. De naast deze begraafplaats gelegen villa Het Veldhoen is gebouwd net na 1920 als ambtswoning van de nieuwe burgemeester van de toen net tot stand gekomen eenheid Stad- en Ambt-Doetinchem. De locatie is symbolisch, namelijk op de grens van beide onderdelen. De veemarkt is ook al een historisch gegeven. Deze is al sinds 1881 op de huidige locatie aanwezig (net buiten de oude binnenstad) en was in 1931 zelfs de grootste veemarkt van Gelderland. Als laatste valt te noemen de Rooms-Katholieke Paskerk. De door ruimtenood geplaagde Rooms-Katholieke parochie kreeg in 1931 van de bisschop toestemming voor de bouw van een kerk en een zusterhuis. De kerk, geheel in baksteen uitgevoerd in neo-romaanse stijl, beheerst nog steeds het stadsbeeld vanuit het oosten en zeker het beeld van de Pas.
In de vijftiger jaren werd een nieuwe ontwikkeling in gang gezet. De historische binnenstad bood tot die tijd veelal voldoende ruimte voor alle functies die in een hoofdcentrum een plaats moeten kunnen krijgen. Met name het voorziene ruimtebeslag van een aantal, toen nog niet aanwezige, voorzieningen (raadhuis, cultureel centrum, grotere supermarkten) was zo groot, dat die voorzieningen géén plaats meer konden krijgen in de binnenstad.
In de loop van de tijd zijn veel van deze functies buiten het oude centrum gevestigd, maar wel binnen de randzone. Met name het plangebied de Veentjes is een gevolg van deze ontwikkeling, maar ook het plangebied De Pas, echter dan meer gericht op dienstverlening dan op winkelvoorzieningen.
De winkelvoorzieningen intensiveerden zich in de binnenstad, veelal ten koste van de woonfunctie. Direct aansluitend aan de binnenstad vestigden zich veelal kantoorfuncties, al dan niet in combinatie met een woonfunctie.
De Terborgseweg met de winkel- en horecavoorzieningen is een uitvloeisel van de binnenstad, mede door de verbindingsfunctie NS-station/binnenstad en de directe verbinding binnenstad/rijksweg A18.
Ruimtelijke structuur
Het plangebied valt uiteen in een overwegende woonbebouwing, een centrumfunctie en functies in grotere eenheden. Dit onderscheid komt in feite al tot uitdrukking in het straatbeeld.
Langs de Terborgseweg, de Raadhuisstraat en de Houtkampstraat/Veemarkt hebben zich, in samenhang met een verdichting van het voorzieningenapparaat, gesloten straatwanden ontwikkeld. De bebouwing omvat overwegend twee bouwlagen en is veelal voorzien van een langskap. Langs het zuidelijke gedeelte van de Terborgseweg komt de oorspronkelijke kavelindeling tot uitdrukking door een korte onderbreking van de straatwand, ter ontsluiting van een achtererf of van de op de binnenterreinen gelegen parkeerplaatsen. Ook is de (goot)hoogte van de bebouwing langs dit gedeelte lager (overwegend 3 tot 5 meter) dan van de bebouwing richting stadhuis (overwegend 5 tot 7 meter).
De gesloten straatwand langs de Terborgseweg wordt ter plaatse over circa 75 meter onderbroken ter hoogte van de Wei van Ome Karel. Deze opening staat borg voor een onbelemmerd zicht op de Paskerk.
Langs de Raadhuisstraat komt in veel gevallen de oorspronkelijke kavelindeling naar voren, met korte onderbrekingen ter ontsluiting van het achterterrein. Het plein rondom het stadhuis wordt gevormd door bestaande gevelwanden, met één uitzondering; aan de Tjalmastraat wordt het plein begrensd door de achtertuinen van de woningen aan de Burgemeester Tenkinkstraat.
Langs een aantal straten, welke direct aan de voorgenoemde gedeelten grenzen, is duidelijk een verdichting van de bebouwing gaande. Dit manifesteert zich met name door een groeiende geslotenheid van de straatwand. Als voorbeelden kunnen genoemd worden; de Plantenstraat, de zuidoost zijde van de Burgemeester Tenkinkstraat alsmede een aantal gedeelten van de Wilhelminastraat.
Het gedeelte van het veemarktterrein achter de gereformeerde kerk aan de Holterweg vertoont een duidelijk ontbreken van een begrenzende wand. Evenzo aan de noordoost zijde van het veemarktterrein. Met de realisatie van het Schil-project zal deze onderbreking worden opgevuld.
Het eigenlijke woongebied wordt nagenoeg geheel gekenmerkt door een overwegende open vorm van bebouwing, met twee-onder-één-kap en dicht bij elkaar gesitueerde vrijstaande woningen. De door de voorgevels van deze bebouwing gevormde straatwandlijn is te herkennen, maar kent veel variatie qua verschijningsvorm. In deze straatwanden zijn wel een aantal grootschalige objecten te vinden, welke een afwijkend gevelbeeld hebben, zoals het gemeentekantoor aan de Louise de Colignystraat.
In deze wanden zijn een aantal onderbrekingen te vinden, welke nadere aandacht vragen, zoals de aansluiting van het Straatje op de Wilhelminastraat, de toegang tot de Paskerk aan de Prins Hendrikstraat en de toegang tot de Willibrord-mavo. Ter hoogte van de BMW-garage en de Willibrord-mavo ontbreken duidelijke straatwanden. De wand ten opzichte van de J F Kennedylaan wordt in hoofdzaak door beplanting gevormd. Ter hoogte van de BMW-garage ontbreekt ook deze geleiding. De begrenzing van de Meesterstraat bij de BMW-garage is onvoldoende. Het Straatje doorsnijdt het betreffende gebied.
Aan de J F Kennedylaan bevinden zich een tweetal begraafplaatsen. De oude begraafplaats van Ambt-Doetinchem, nu begraafplaats Varsseveldseweg genaamd, is een stuk historie. Daarnaast kan het als groenelement een positieve invloed op de omgeving uitoefenen. Deze redenering gaat echter niet op voor de tweede begraafplaats, nabij het station. De ommuurde ruimte wordt nagenoeg geheel in beslag genomen door grafzerken en een minimum aan groenelementen.